Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
Onderzoek ter terechtzitting.
De beoordeling.
Inleiding.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
De beoordeling.
- opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod; en
- opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
52 afnemers.
sealtjesaangetroffen, te weten 90 stuks, welke aan veroordeelde toebehoorden. Dat geeft een indicatie dat de illegale handel een zekere omvang moet hebben gehad.
Op grond van al het voorstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 5.000,-- en legt aan veroordeelde de verplichting op dit bedrag te betalen aan de Staat.