Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De beoordeling van het tenlastegelegde feit.
De feiten.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Algemeen.
De ernst van het bewezenverklaarde feit.
De strafmodaliteit.
De conclusie.
De vordering.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
vijf maanden.
twee maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van drie jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
€ 1.066,--[duizend zesenzestig euro], bestaande uit € 66,-- materiële schadevergoeding en € 1.000,-- immateriële schadevergoeding.