In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere drugsfeiten. De verdachte is geboren in 1987 en woonachtig in Heerlen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren en een geldboete van 60.000 euro, conform de procesafspraken die zijn gemaakt met het Openbaar Ministerie. De zaak is aanhangig gemaakt na een dagvaarding op 20 september 2024, en de zittingen vonden plaats op 10 oktober 2024, 15 oktober 2024, 11 maart 2025 en 14 april 2025. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bereiden, aanwezig hebben en voorbereiden van amfetamine, evenals deelname aan een criminele organisatie die gericht was op het plegen van drugsmisdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vrijwillig heeft ingestemd met de gemaakte procesafspraken en dat deze afspraken geen afbreuk doen aan zijn recht op een eerlijk proces. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het opleggen van de straf.