ECLI:NL:RBOBR:2025:2277

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
10915434
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst en betaling van achterstallig salaris en andere vergoedingen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. F. Huisman, dat de gedaagde partij, Drie Y's B.V., nakoming van een vaststellingsovereenkomst en betaling van diverse vergoedingen. Eiser heeft van 15 januari 2007 tot 30 september 2023 gewerkt als filiaalmanager bij Drie Y's en heeft op 26 mei 2023 een vaststellingsovereenkomst getekend waarin is afgesproken dat zijn dienstverband per 1 oktober 2023 eindigt. Eiser vordert onder andere een bruto beëindigingsvergoeding van €25.750,-, achterstallig salaris, vakantietoeslag en correcte loonspecificaties. Drie Y's heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd en heeft slechts enkele stukken overgelegd die volgens haar aantonen dat er een netto bedrag van €25.000,- is voldaan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser grotendeels toewijsbaar zijn, met uitzondering van de gevorderde wettelijke verhoging, omdat de vaststellingsovereenkomst geen bepalingen bevatte over verzuim bij betaling. De kantonrechter heeft Drie Y's veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente, en heeft dwangsommen opgelegd voor het niet nakomen van de veroordelingen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: 10915434 \ CV EXPL 24-604
Vonnis van 17 april 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. F. Huisman (DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.),
tegen
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP DRIE Y'S B.V.,
te Grave,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Drie Y's,
gemachtigde: mr. J.J.L. Joseph.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de brief namens Drie Y's met twee producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de e-mail namens Drie Y’s van 11 maart 2025 waarin verzocht is om de mondelinge behandeling aan te houden en waarbij producties zijn overgelegd;
- de e-mail namens [eiser] waarin aangegeven wordt niet in te stemmen met aanhouding van de zitting;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 maart 2025 waarbij Drie Y's niet is verschenen.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft vanaf 15 januari 2007 tot en met 30 september 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst bij (de rechtsvoorgangers van) Drie Y's gewerkt in de functie van filiaalmanager.
2.2.
Partijen hebben op 26 mei 2023 een vaststellingsovereenkomst getekend waarin afgesproken is dat het dienstverband van [eiser] per 1 oktober 2023 eindigt en diverse afspraken zijn gemaakt over een correcte afwikkeling van het dienstverband. Partijen hebben onder meer het volgende afgesproken:
“(…) “Artikel 2. Vergoeding
1. Aan werknemer zal bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst een bruto vergoeding
worden betaald ten bedrage van €25.750,-.
2. De vergoeding is opeisbaar op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt. De
betaling van het netto equivalent van de vergoeding (na verplichte inhoudingen door
werkgever) vindt plaats binnen 30 dagen na de einddatum van de arbeidsovereenkomst.
De manier waarop werknemer de vergoeding wenst te ontvangen mag geen hogere
kosten voor werkgever met zich meebrengen.
3. Werkgever betaalt de vorengenoemde beëindigingsvergoeding alleen als werknemer op
het moment van het sluiten van de onderhavige beëindigingsovereenkomst geen andere
dienstbetrekking is aangegaan en ook geen uitzicht heeft op een andere
dienstbetrekking en/of arbeidsrelatie. Hieronder valt ook het drijven van een eigen
onderneming. Blijkt dat Werknemer niet aan deze voorwaarden voldoet als de
beëindigingsvergoeding al is betaald, dan Is deze betaling onverschuldigd gedaan en
betaalt werknemer de bruto beëindigingsvergoeding terug aan werkgever.
Artikel 3. Verplichtingen tot aan einddatum
1. Werknemer is vanaf het moment van ondertekenen van deze overeenkomst tot de
einddatum van de arbeidsovereenkomst, vrijgesteld van elke werkzaamheid bij
werkgever. Werknemer heeft, gedurende de periode waarin hij is vrijgesteld van het
verrichten van werkzaamheden, geen aanspraak op doorbetaling van reiskosten- of
eventueel andere onkostenvergoedingen (hoe ook genaamd).
2. Werknemer behoudt vanaf het moment van ondertekenen van deze overeenkomst
recht op salaris tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst.
3. Werknemer bouwt tot aan de datum van beëindiging vakantiegeld en vakantie-uren op.
Het saldo aan openstaande vakantie-uren op de einddatum van de
arbeidsovereenkomst is door partijen vastgesteld op 110,83 vakantie-uren.
4. Indien werknemer In de periode waarin hij' Is vrijgesteld van het verrichten van
werkzaamheden elders een arbeidsovereenkomst aangaat of elders - in of buiten
dienstverband - betaalde arbeid verricht, wordt de arbeidsovereenkomst met ingang
van de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij de nieuwe werkgever aanvangt, door
middel van opzegging door de werknemer, beëindigd. Werknemer zal dan niet
gehouden zijn aan de voor hem geldende opzegtermijn.
5. Ingeval werknemer eerder dan de einddatum van de arbeidsovereenkomst de arbeidsovereenkomst opzegt als voornoemd in lid 4, dan wordt 50% van het brutoloon
(zijnde €2.863,86 per vier weken) wat werknemer tot de oorspronkelijke einddatum zou
hebben ontvangen als extra ontslagvergoeding bovenop de reeds overeengekomen
ontslagvergoeding, uitbetaald. De vorengenoemde ontslagvergoeding ontvangt de
werknemer alleen als op het moment van het sluiten van de onderhavige overeenkomst
geen andere dienstbetrekking is aangegaan en hij ook geen uitzicht heeft op een
andere dienstbetrekking en/of arbeidsrelatie. Hieronder valt ook het drijven van een
eigen onderneming. Blijkt dat werknemer niet aan deze voorwaarden voldoet als de
extra vergoeding al is betaald, dan is deze betaling onverschuldigd gedaan en betaalt
werknemer de extra bruto ontslagvergoeding terug aan werkgever.
6. Uiterlijk op de beëindigingsdatum vraagt werknemer een WW-uitkering aan bij UWV. Dit
geldt als hij op dat moment geen nieuwe dienstbetrekking heeft gevonden.(…)
(…) Artikel 6. Eindafrekening
1. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt een eindafrekening
opgesteld van hetgeen werkgever ingevolge de arbeidsovereenkomst aan werknemer
is verschuldigd en/of van hetgeen werknemer aan werkgever is verschuldigd. Binnen
een (1) kalendermaand na de eindatum van de arbeidsovereenkomst wordt op basis
van deze eindafrekening, waarvan werknemer een specificatie ontvangt, tot financiële
afwikkeling overgegaan, behoudens hetgeen is overeengekomen in artikel 2 lid 2 van
de onderhavige overeenkomst.
2. Alle door werkgever ten behoeve van werknemer gesloten verzekeringen zullen op de
einddatum van de arbeidsovereenkomst, althans tegen de eerst mogelijke datum na
beëindiging van de arbeidsovereenkomst, worden beëindigd.
3. Werkgever is met betrekking tot de arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan
alle verplichtingen die voortvloeien uit de pensioenwet of geldende pensioenregeling
nagekomen. Werkgever wijst werknemer er volledigheidshalve op dat het einde van de
deelname aan de pensioenregeling gevolgen kan hebben voor het tijdens het
dienstverband bij werkgever in het vooruitzicht gestelde ouderdoms- en/of
nabestaandenpensioen. (…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Drie Y's te veroordelen tot:
betaling van een bedrag van € 2.045,61 bruto ter zake van achterstallig salaris vanaf 11 september 2023 tot en met 30 september 2023 te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging;
betaling van een bedrag van € 9,90 netto te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging;
betaling van een bedrag van € 2.089,12 bruto ter zake van vakantie-uren inclusief vakantietoeslag te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging;
betaling van een bedrag van € 1.603,76 bruto ter zake van de vakantietoeslag over de periode van 1 maart 2023 tot en met 30 september 2023 te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging;
betaling van een bedrag ad € 290,43 bruto ter zake van niet uitbetaalde loonsverhoging inclusief vakantietoeslag per 1 juli 2023 te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging;
betaling van een bedrag ad € 25.750,00 bruto ter zake van de beëindigingsvergoeding zoals vermeld in de vaststellingsovereenkomst;
de wettelijke rente over alle hierboven gevorderde bedragen vanaf de vervaldag tot
aan de dag van algehele voldoening;
8. tot afgifte van correcte loonspecificaties vanaf maart 2023 tot en met oktober 2023
met inbegrip van de specificatie voor de eindafrekening, onder verbeurte van een
dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat Drie Y’s daarvan in gebreke
blijft;
9. [eiser] met terugwerkende kracht weer aan te melden als deelnemer aan de
(collectieve) pensioenregeling, ondergebracht bij Pensioenfonds Horeca & Catering
vanaf 26 maart 2023 tot 1 oktober 2023 onder verbeurte van een dwangsom van
€ 250,00 per dag voor iedere dag dat gedaagde daarvan binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis in gebreke blijft;
10. tot afgifte van schriftelijk bewijs aan [eiser] waaruit naar voren komt dat de aanmelding zoals gevorderd onder sub 7 is geschied en wel binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, een en ander onder verbeurte van een
dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat Drie Y’s daarvan in gebreke
blijft;
11. tot afdracht van de volledige premie (werkgevers-én werknemersdeel), verschuldigd
op grond van de vigerende pensioenovereenkomst en het vigerende pensioenregle-
ment alsook de uitvoeringsovereenkomst, over de periode vanaf 26 maart 2023 tot 1
oktober 2023;
12. een bedrag van € 1.090,00 netto ter zake van buitengerechtelijke incassokosten.
12. betaling van de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt hier, samengevat, het volgende aan ten grondslag. Drie Y's moet de tussen partijen gemaakte afspraken in de vaststellingsovereenkomst en de arbeidsovereenkomst nakomen. [eiser] heeft Drie Y's meermaals gesommeerd om tot betaling over gaan. Omdat Drie Y's dit niet gedaan heeft wordt ook aanspraak gemaakt op de wettelijke rente en de wettelijke verhoging. Drie Y's is tevens buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
Drie Y's heeft geen conclusie van antwoord ingediend. Zij heeft wel stukken overlegd waar volgens haar uit blijkt dat er een netto bedrag van € 25.000,00 is voldaan. Bij e-mail van 11 maart 2025 zijn nog meer producties overgelegd.

4.De beoordeling

4.1.
Nu er door Drie Y's geen inhoudelijk verweer is gevoerd is de kantonrechter van oordeel dat de vorderingen van [eiser] toegewezen kunnen worden met uitzondering van het navolgende. Voor zover Drie Y's met overlegging van de producties heeft willen aantonen dat zij aan haar verplichting voldaan heeft, gaat de kantonrechter hier aan voorbij. Het zonder nadere toelichting verstrekken van producties is daartoe onvoldoende. Daarbij heeft (de gemachtigde van ) [eiser] tijdens de mondelinge behandeling te kennen geven dat het hem niet gelukt is om de producties te bekijken gelet op het tijdstip van indiening en de datum van de mondelinge behandeling.
4.2.
De gevorderde wettelijke verhoging wordt afgewezen. Drie Y's moet op grond van de door partijen getekende vaststellingsovereenkomst diverse bedragen aan [eiser] betalen. In de vaststellingsovereenkomst is echter niets geregeld over wat er gebeurd als Drie Y's in verzuim is met tijdige betaling van deze bedragen. Het had op de weg van partijen gelegen om hier in de vaststellingsovereenkomst duidelijke afspraken over te maken vooral nu zij in art. 3 van de overeenkomst duidelijke afspraken hebben gemaakt over de verplichtingen over en weer. Daarbij is ook meegewogen dat partijen in art. 11 van de vaststellingsovereenkomst finale kwijting zijn overeengekomen.
4.3.
De vordering tot betaling van € 25.750,00 bruto ter zake van de beëindigingsvergoeding wordt toegewezen met dien verstande dat rekening gehouden moet worden met het netto bedrag van € 25.000,00 dat reeds betaald is. [eiser] heeft namelijk erkend dat hij een netto bedrag van € 25.000,00 van Drie Y's heeft ontvangen.
4.4.
De vorderingen die zien op de pensioenregeling (vorderingen 9 tot en met 11) kunnen ook worden toegewezen omdat Drie Y's in art. 6 lid 3 van de vaststellingsovereenkomst heeft verklaard dat zij alle verplichtingen die voortvloeien uit de Pensioenwet of geldende pensioenregeling is nagekomen. Nu [eiser] onweersproken heeft gesteld dat dit niet zo is, zal Drie Y's nog altijd moeten nakomen.
4.5.
De gevorderde wettelijke wordt toegewezen zoals gevorderd.
4.6.
De gevorderde dwangsommen zullen ook worden toegewezen en zullen worden gemaximeerd zoals opgenomen onder de beslissing.
4.7.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. [eiser] heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Daarom zal een bedrag van € 1.090,00 worden toegewezen.
4.8.
Drie Y's is grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.066,42
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.045,61 bruto ter zake van achterstallig salaris vanaf 11 september 2023 tot en met 30 september 2023 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 9,00 netto te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.089,12 bruto ter zake van vakantie-uren inclusief vakantietoeslag te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.603,76 bruto ter zake van vakantietoeslag over de periode van 1 maart 2023 tot en met 30 september 2023 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 290,43 bruto ter zake van niet uitbetaalde loonsverhoging inclusief vakantietoeslag per 1 juli 2023 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling,
5.6.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 25.750,00 bruto te verminderen met het netto bedrag van € 25.000,00 dat reeds is uitgekeerd ter zake van de beëindigingsvergoeding zoals vermeld in de vaststellingsovereenkomst te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vervaldag, tot de dag van volledige betaling waarbij rekening.
5.7.
veroordeelt Drie Y's tot afgifte van afgifte van correcte loonspecificaties vanaf maart 2023 tot en met oktober 2023 met inbegrip van de specificatie voor de eindafrekening, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat Drie Y’s daarvan in gebreke blijft met een maximum van € 10.000,00
5.8.
veroordeelt Drie Y's [eiser] met terugwerkende kracht weer aan te melden als deelnemer aan de (collectieve) pensioenregeling, ondergebracht bij Pensioenfonds Horeca & Catering vanaf 26 maart 2023 tot 1 oktober 2023 onder verbeurte van een dwangsom van
€ 250,00 per dag voor iedere dag dat Drie Y's daarvan binnen drie dagen na betekening van dit vonnis in gebreke blijft met een maximum van € 10.000,00,
5.9.
veroordeelt Drie Y’s tot afdracht van de volledige premie (werkgevers-én werknemersdeel), verschuldigd op grond van de vigerende pensioenovereenkomst en het vigerende pensioenreglement alsook de uitvoeringsovereenkomst, over de periode vanaf 26 maart 2023 tot 1 oktober 2023,
5.10.
veroordeelt Drie Y's om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.090,00 aan buitengerechtelijke kosten,
5.11.
veroordeelt Drie Y's in de proceskosten van € 2.066,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Drie Y's niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.12.
veroordeelt Drie Y's tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.13.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.14.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. van den Berk en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2025.