In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 25 april 2025, wordt een verzoek om openbaarmaking van toezichts- en handhavingsdocumenten behandeld. De zaak betreft een verzoek van de Woo-verzoeker, die op 14 juli 2023 informatie heeft aangevraagd op basis van de Wet open overheid (Woo). De betrokken bedrijven, die de gevraagde informatie betreft, hebben bezwaar gemaakt tegen de openbaarmaking en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gronden die door de bedrijven zijn aangevoerd tegen de openbaarmaking niet slagen. Het beroep van de verzoekers is ongegrond verklaard, wat betekent dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel mag overgaan tot openbaarmaking van de gevraagde informatie. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen reden is om het besluit tot openbaarmaking te schorsen. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en de democratische controle op het handelen van de overheid, en stelt dat de openbaarmaking van informatie in beginsel de regel is, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De voorzieningenrechter concludeert dat de verzoekers niet hebben aangetoond dat er sprake is van onevenredige benadeling door de openbaarmaking van de informatie.