Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering tenuitvoerlegging: 20.001052.22
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
Bewijs en bewijsoverwegingen.
Voor het geval de rechtbank daarover anders oordeelt, dan heeft de verdediging bepleit dat poging doodslag niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, maar enkel de poging tot zware mishandeling.
Van de vechtpartij zijn camerabeelden opgenomen. De camera was een behoorlijk eind verwijderd van de plaats delict.
Op deze camerabeelden heeft de rechtbank kunnen waarnemen dat verdachte en aangever met elkaar gevochten hebben, maar de rechtbank heeft niet kunnen waarnemen op welke wijze aangever de verwondingen heeft opgelopen en ook niet of en zo ja, op welke wijze verdachte het slachtoffer heeft gestoken.
Vandaag maandag 4 november 2024, zag ik een groep bekende gasten staan. Dit was op het station centrum in Eindhoven.
(…)
Ik zag dat [verdachte] op mij af kwam lopen. Hij kwam om mij heen hangen, soort van knuffelen. Ik voelde dat [verdachte] mijn mobiele telefoon uit mijn borstzak pakte. Daarna vroeg [verdachte] wat de code van mijn mobiele telefoon was. Mijn mobiele telefoon is een Oppo Reno6. (...) Ik zag dat hij met een mes op mij af kwam gelopen. (...)
Ik probeerde los te komen van [verdachte] en hierdoor werd het een vechtpartij. We kwamen in een worsteling terecht waardoor ik uiteindelijk op de grond viel. (...).Tijdens de vechtpartij op de grond werd ik meerdere keren gestoken door [verdachte] met het mes wat hij nog steeds vast had.
incidenten afhandeling in Eindhoven.
Wij hoorden dat de melding als volgt was: voor de ingang van het hoofdbureau in Eindhoven, gelegen aan de Mathildelaan 4, staat een man voor de deur die zegt drie keer te zijn gestoken.
(...)
Wij hoorden dat het slachtoffer daadwerkelijk gewond was en flink bloedverlies had. Wij hoorden dat het slachtoffer letsel had aan zijn vinger, zijn schouder en aan zijn zij. (...)
Wij hoorden dat de verdachte gekleed was in een groen trainingspak en
rasta haar had. Wij hoorden dat de verdachte betrof [verdachte] .
Wij zagen dat hij op de bovenkant van zijn rechterhand tussen duim en wijsvinger een snee van ongeveer 4 centimeter lang had. Wij zagen dat de snee flink open stond.
(...)
Wij hebben het slachtoffer direct bekeken op meerdere verwondingen en zagen dat hij op zijn linkerschouder dan wel arm een snee van ongeveer 2 a 3 centimeter. (…) Wij zagen dat hij een vergelijkbare verwonding had in zijn rechterzij.
(...)
Ik zag dat het een steakmes betrof met een zwart handvat.
Camera EHV05.1 Stationsplein Fietsenst:
(...)
Ik zag dat het slachtoffer op de grond viel en dat de verdachte het slachtoffer vasthield. Vervolgens zag ik dat het slachtoffer op probeerde te staan maar direct weer op de grond geduwd werd door de verdachte. (...) Ik zag dat de verdachte korte bewegingen maakte met zijn arm in de richting van het slachtoffer, dit leek op steek bewegingen door de zeer korte en snelle bewegingen van de arm van de verdachte.
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 april 2025;
- Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 5 november 2024, p. 15, voor zover het betreft het pakken van de mobiele telefoon uit zijn borstzak.
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 april 2025;
- Het proces-verbaal van aangifte door [naam] van 5 november 2024, p. 60.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vergoeding van de immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vergoeding van immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 20.001052.22.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
9 maanden voorwaardelijken een proeftijd van 3 jaren.
verplichting tot betalingaan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van
€ 1.229,80.
De vergoeding van immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 04 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vergoeding van immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 04 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
20-001052-22, te weten: een taakstraf voor de duur van 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis.