ECLI:NL:RBOBR:2025:2481

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
C/01/414283/ FA RK 25-1361
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in verband met een dissociatieve toestand

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een dissociatieve toestand. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel toegewezen. De betrokkene, die op dat moment in een crisisopvang verbleef, vertoonde ernstige symptomen van een psychische stoornis, waaronder incoherentie en desoriëntatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De betrokkene had zich onder een valse identiteit gepresenteerd en vertoonde gedrag dat duidde op een ernstige psychische aandoening. De rechtbank oordeelde dat de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van voeding en medicatie, moesten worden toegepast om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 29 april 2025. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de verplichte zorg evenredig en effectief was.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/414283 / FA RK 25-1361
Datum uitspraak: 8 april 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonend in [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
advocaat mr. C.W.M. Verberne te Eindhoven.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt het volgende stuk mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 4 april 2025.
1.2.
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam] , co-assistent;
  • [naam] , verpleegkundig specialist;
  • [naam] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in een accommodatie van [instelling] . De burgemeester van [gemeente] heeft de crisismaatregel op 4 april 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt.
4.3.
Er is gevaar dat betrokkene op straat rondzwerft, maatschappelijk teloorgaat en onder invloed komt van anderen. Betrokkene is bij het ziekenhuis aan komen lopen, alwaar ze zich onder een vreemde naam en met de leeftijd van 6 jaar voorstelde. Het is aldaar een zoektocht geweest wie betrokkene was. Betrokkene spreekt in meerdere personen, zo zou zij zes jaar oud zijn van geest en 28 jaar oud zijn qua lichaam. Verder spreekt betrokkene enkel in het Engels en denkt ze dat ze Canadees is, terwijl betrokkene Nederlandse is. Betrokkene is angstig, incoherent, gedesoriënteerd in persoon en plaats en fors verwaarloosd. Zo weet betrokkene niet wie of waar ze is en waar ze woont. Betrokkene spreek over langdurig misbruik waarvan zij ontsnapt zou zijn. Het is voor de hulpverlening onduidelijk waar betrokkene heeft verbleven en of er een steunsysteem is. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er zorgen zijn over de intake van betrokkene, in die zin dat dit tot acute lichamelijke klachten problemen kan leiden indien zij nu met ontslag gaat. Betrokkene geeft hierover zelf aan dat haar nooit geleerd is om te eten en dat dit nieuw voor haar is.
4.4.
Vermoed wordt dat het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Bij betrokkene is sprake van een dissociatieve toestand vanuit trauma, dan wel een psychotische overschrijding daarbij. De rechtbank acht voldoende onderbouwd dat sprake is van een ernstig vermoeden dat de dissociatieve toestand, eventueel met psychotische overschrijding, op dit moment de vermogens tot denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen bepaalt en beïnvloedt. Tijdens de mondelinge behandeling is door de verpleegkundig specialist toegelicht dat het ernstig nadeel zoals hierboven omschreven het gevolg is van deze stoornis en ook in de medische verklaring wordt hierover positief verklaard. De symptomen die betrokkene vertoont passen hierbij.
4.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
4.7.
De verplichte vormen van zorg “insluiten”, “uitoefenen van toezicht” en “controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen” zullen worden afgewezen, omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat inzet hiervan niet noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.
4.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Ze wil naar Canada, naar haar mama bear. Op het moment twijfelt zij over het gebruik van medicatie.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
4.11.
De rechtbank hoopt voor betrokkene dat er snel duidelijkheid komt over wat zij nodig heeft om haar lichamelijke en geestelijke veiligheid te bevorderen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in 4.6. kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 april 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.S. Verstraelen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025, in aanwezigheid van de griffier.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.