Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] , co-assistent;
- [naam] , verpleegkundig specialist;
- [naam] , verpleegkundige.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een dissociatieve toestand. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel toegewezen. De betrokkene, die op dat moment in een crisisopvang verbleef, vertoonde ernstige symptomen van een psychische stoornis, waaronder incoherentie en desoriëntatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De betrokkene had zich onder een valse identiteit gepresenteerd en vertoonde gedrag dat duidde op een ernstige psychische aandoening. De rechtbank oordeelde dat de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van voeding en medicatie, moesten worden toegepast om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 29 april 2025. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de verplichte zorg evenredig en effectief was.