ECLI:NL:RBOBR:2025:2643

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
C/01/407912 FA RK 24-3546
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de voornaam van verzoekster vanwege pestverleden en onvrede met huidige naam

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de voornaam van verzoekster. Verzoekster, die op 2 juli 2024 een verzoekschrift indiende, heeft aangegeven dat zij zich nooit heeft kunnen identificeren met haar huidige voornaam, die haar in het verleden heeft blootgesteld aan pesterijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2025 heeft verzoekster verklaard dat de naam haar een gevoel van schaamte en spanning bezorgt, vooral in sociale situaties waar zij haar voornaam moet onthullen. Verzoekster heeft de naam [gewenste voornaam] aangenomen in haar sociale kringen en voelt dat deze naam haar identiteit beter weerspiegelt.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat wijziging van voornamen mogelijk maakt op verzoek van de betrokken persoon, mits er een voldoende zwaarwegend belang is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een dergelijk belang heeft, dat zwaarder weegt dan het algemeen belang bij naamconsistentie. De rechtbank heeft geen bezwaren gezien tegen de door verzoekster gewenste voornaam en heeft het verzoek toegewezen. De beslissing houdt in dat de wijziging van de voornaam van verzoekster van [voornaam] naar [gewenste voornaam] wordt gelast. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/407912 FA RK 24-3546
Uitspraak : 14 maart 2025
Beschikking betreffende voornaamswijziging in de zaak van:
[verzoekster],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
hierna mede te noemen: verzoekster,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. S. van Beers.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op
2 juli 2024;
- de brief met bijlagen van mr. Van Beers van 10 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 februari 2025. Verschenen zijn verzoekster en haar advocaat.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wijziging van de eerste voornaam van verzoekster van [voornaam] in [gewenste voornaam] .

3.De beoordeling

3.1.
Verzoekster stelt dat zij een voldoende zwaarwegend belang heeft bij haar verzoek.
Zij stelt dat zij zich nooit met de naam [voornaam] heeft kunnen identificeren en dat zij met deze naam is gepest. Dit heeft er volgens verzoekster toe geleid dat zij al op vroege leeftijd de naam [gewenste voornaam] is gaan gebruiken. Ook haar familie, vrienden en kennissen spreken haar aan met de naam [gewenste voornaam] . De naam [voornaam] is volgens verzoeker op de achtergrond een onplezierige rol blijven spelen. Verzoekster bemerkt dat mensen lacherig reageren op haar voornaam. Volgens verzoekster kon de naam [voornaam] nog wel door de beugel toen zij klein was, maar een vrouw van 43 jaar is geen ‘ [voornaam] ’ meer. De onvrede over de naam is daarom almaar toegenomen bij verzoekster. Zij merkt dat zij de naam verborgen wil houden voor derden. Zij is zich gaan schamen voor de naam en het geeft haar spanning als zij in een situatie dreigt te raken waarin zij haar echte voornaam moet onthullen. Verzoekster ervaart de naam [voornaam] als kleinerend, met de naam [gewenste voornaam] voelt zij zich compleet. De naam [gewenste voornaam] heeft een speciale betekenis voor haar omdat deze naam de juiste weerspiegeling vormt van haar persoonlijkheid en deze naam haar gelukkig maakt.
3.2.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. De vraag wanneer sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang, wordt in de wet en de wetsgeschiedenis niet beantwoord. Daarvoor dient aansluiting te worden gezocht bij de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Voornamen vallen onder het begrip privéleven en familie- of gezinsleven, zoals bedoeld in artikel 8 EVRM, omdat zij een middel zijn om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Het door dit artikel beschermde belang brengt mee dat inmenging van enig openbaar gezag niet is toegestaan. Niet iedere regulering houdt evenwel ook een inmenging in. Een weigering om een voornaam te wijzigen kan niet zonder meer als ongeoorloofde inmenging worden aangemerkt. Daarvoor zal steeds moeten worden onderzocht of sprake is van een evenwichtige belangenafweging (“fair balance”) tussen enerzijds de belangen van het individu en anderzijds de belangen van de staat, waarbij niet uit het oog mag worden verloren dat de staat een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt. Of de weigering om een voornaam te wijzigen, een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, hangt af van de mate van ongemak en overlast die de betrokkene, in dit geval verzoekster, hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder de vraag of het voor betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornaam te voeren.
3.3.
De rechtbank is, gelet op de stukken en de verklaring van verzoekster tijdens de mondelinge behandeling, van oordeel dat verzoekster een voldoende zwaarwegend belang heeft bij de door haar verzochte wijziging van haar voornaam. Dit belang heeft in dit geval zwaarder te wegen dan het algemeen belang bij naamconsistentie. Het is de rechtbank niet gebleken dat de door verzoekster gewenste voornaam ongepast is in de zin van artikel 1:4 lid 2 BW, noch dat deze overeenstemt met een bestaande geslachtsnaam die niet tevens een gebruikelijke voornaam is.
3.4.
De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
gelast de wijziging van de voornaam van verzoekster van [voornaam] in [gewenste voornaam] .
Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Geerits, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 14 maart 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!