Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van chemische stoffen voor de vervaardiging van professioneel vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 januari 2023 in Oud Gastel, opzettelijk een aanzienlijke hoeveelheid stoffen en materialen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat deze bestemd waren voor het vervaardigen van vuurwerk. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het vervaardigen van vuurwerk, omdat niet bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan deze handeling in de tenlastegelegde periode. De rechtbank heeft echter een hogere straf opgelegd dan geëist, vanwege de gevaarzetting van de aangetroffen vuurwerkwerkplaats. De verdachte kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast werd de maatregel kostenverhaal opgelegd ter hoogte van € 13.569,46 voor de opruimkosten van de gevaarlijke stoffen. De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks zijn kennis van chemie, onverantwoordelijk met de chemicaliën was omgegaan en geen inzicht toonde in de gevaren van zijn handelen. De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 24 april 2025, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging heeft gehoord.