Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] .,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
volwassendieren zijn. Slechts op 16 juli en 12 augustus 2019 zou door verdachte de veeprikker onjuist zijn gebruikt, op de andere data is hooguit sprake van incidenteel verkeerd gebruik. Ten aanzien van de feiten die zijn gepleegd op de andere data dan 16 juli en 12 augustus 2019, heeft de verdediging bepleit dat er geen sprake is van opzettelijk handelen. Deze feiten zijn dan hooguit aan te merken als overtredingen, maar die zijn inmiddels verjaard. Bovendien kan medeplegen niet bewezen worden.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
straf:
* een geldboete ter hoogte van € 15.000,00;
€ 7.500,00, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat verdachte voor het einde van een
proeftijd van 2 jaarde hierna te noemen voorwaarde niet heeft nageleefd;