Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewijsmiddelen
Ik zag dat [verdachte] een stoel pakte. Ik zag dat hij op mij af kwam lopen met een versnelde pas. Alsof hij mij iets daarmee wilde aandoen. Ik zag dat een begeleider de stoel uit zijn handen trok voordat hij mij kon bereiken.
Ik zag dat [verdachte] zonder stoel doorliep naar mij. Ik zag dat hij achter me ging staan.
Ik voelde dat [verdachte] mij beet pakte en achteruit de stoel in drukte. Ik voelde dat hij de stoel achterover trok waarop ik op de grond viel. Ik stond op en ik liep richting de heg die om de zitplaats stond, om weg te komen. Ik wilde erg graag weg komen. Toen ik naar de heg liep duwde hij mij van achteren en vielen we samen door de heg heen. Het gebeurde erg snel. Ik lag op mijn beuk (de rechtbank leest: buik in plaats van beuk) op het grasveld aan de andere kant van de heg.
[verdachte] lag bovenop mij en ik voelde een arm om mijn nek. Dat kon niet anders dan de arm van [verdachte] zijn geweest. Ik voelde dat de arm harder en strakker om mijn nek en keel werd geknepen. Ik kreeg geen lucht meer. Ik voelde dat ik aan het stikken was. Het duurde erg lang. Ik was bang dat ik dood ging. Het voelde alsof ik dood ging. Ik denk dat het wurgen ongeveer een minuut duurde. Ik kreeg na ongeveer een minuut een hand onder de arm van [verdachte] . Dit zorgde ervoor dat ik weer lucht kreeg. Ik kwam onder [verdachte] vandaan, hoe weet ik niet meer precies. Toen ik er onderuit kwam en omdraaide zag ik meerdere personeelsleden van de instelling bovenop [verdachte] liggen. Die waren gekomen omdat de mentor van [verdachte] de paniekknop had ingedrukt. Zeker drie of vier mensen. Ik denk dat ik mede door hen kon ontsnappen. Ik denk dat zij mij van de dood redden op dat moment.
gezegd dat [verdachte] naar het ziekenhuis moest om de wond te laten hechten. [verdachte] gaf aan alleen naar het ziekenhuis te willen als hij daarna naar huis mocht. Dat vonden wij geen goed idee. Daarop ontstond een discussie. [verdachte] werd boos, [verdachte] zei iets in de trant van: 'Nu is het genoeg geweest.'
Toen stapte hij naar voren, pakte een stoel van het terras en liep richting [slachtoffer 1] . Ik heb niet gezien wat er met die stoel is gebeurd maar die stoel was weg en [verdachte] liep door naar [slachtoffer 1] . Ik zag dat [verdachte] achter [slachtoffer 1] ging staan, die in een stoel zat en [verdachte] deed zijn arm om de nek van [slachtoffer 1] . Het leek erop dat hij [slachtoffer 1] probeerde te wurgen. Na ongeveer tien seconden trok [verdachte] , terwijl hij [slachtoffer 1] nog in een soort van nek klem had, naar achter op de grond.
Ik dacht dat ik die arm los moest krijgen maar er was snel personeel bij.
[slachtoffer 1] kwam overeind waarop [verdachte] zich losrukte en [slachtoffer 1] een maal met gebalde vuist vol op het borstbeen raakte.
Ik stond tijdens dit alles te gillen ook omdat het voor mijn gevoel lang duurde voordat er hulp kwam. Ik vreesde voor [slachtoffer 1] zijn leven.
te weten een verklaring van kinderpsychiater drs. J. Steenmeijer van 19 september 2024, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 40)
Op 11 augustus zijn betrokkene en zijn ouders aanwezig.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1.
Ten aanzien van feit 2.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK