In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is er een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure. De zaak betreft een incident waarin Titanedge Securities Ltd, een rechtspersoon naar buitenlands recht, zich onbevoegd verklaard wilde zien omdat de oorspronkelijke eiser, de heer [erflater], was overleden voordat de dagvaarding aan Titanedge was betekend. De rechtbank heeft op 14 mei 2025 geoordeeld dat de dagvaarding, die op 14 oktober 2024 was uitgebracht, geldig was omdat deze was verzonden door de gerechtsdeurwaarder aan de ontvangende instantie, zoals vereist door de wet en Europese regelgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure aanhangig was op het moment van overlijden van de oorspronkelijke eiser en dat de erfgenamen zich inmiddels in de procedure hadden gesteld. Hierdoor zijn de erfgenamen als eisers aangemerkt en is de vordering van Titanedge afgewezen. Titanedge is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. De rechtbank heeft de zaak voor de hoofdzaak doorverwezen naar de rol voor conclusie van antwoord aan de zijde van Titanedge, met een aanhouding van verdere beslissingen.