5.8.3Bepaling waardering gedane investeringen.
Inleiding.In paragraaf 5.8.3.1 tot en met 5.8.3.4 worden de gedane investeringen (uitgaven) in verdovende middelen en vuurwapens verwoord en schematisch weergegeven. In paragraaf 5.8.4 wordt de kasopstelling besproken en weergeven waarbij een recapitulatie van het wederrechtelijk verkregen voordeel schematisch wordt gepresenteerd. Het totaal is vooralsnog gelijk aan het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel.
5.8.3.1 Waardering wapenoverdracht 15 mei 2020 en 23 mei 2020.In hoofdstuk 5.4.2 en 5.4.3 wordt gerelateerd aan de levering van vuurwapens op 15 mei 2020 en 23 mei 2020. In de EncroChat-gesprekken over de levering van de vuurwapens worden in de chats alleen de verkoopprijzen van de vuurwapens genoemd en de totaalprijs die [verdachte] uiteindelijk voor de levering heeft ontvangen. De verkochte vuurwapens heeft [verdachte] eerst moeten kopen (uitgaven), de gedane investering. Aangezien er geen inkoopprijzen bekend zijn van de leveringen op 15 mei 2020 en 23 mei 2020, wordt als referentie genomen het al eerder genoemd proces-verbaal "inkoopprijzen vuurwapens" (paragraaf 5.8.3 onder B). Bij het schommelen tussen twee inkoopprijzen wordt de laagste waarde genomen, in het voordeel [verdachte] . Indien er geen model/merk overeenkomt met de vuurwapens genoemd in het proces-verbaal met referentieprijzen, dan is 50% van de verkoopprijs als inkoopprijs genomen zoals vermeld in paragraaf 5.8.3 onder B).
(PV eindrelaas 0198/1/ bron: prijzen vuurwapens, PV nr. 21005-0496, pagina 3117)
Paragraaf 5.4.2 Levering vuurwapens op 15 mei 2020.Uit de chats kan worden opgemaakt dat op 15 mei 2020 omstreeks 17.10 uur door [verdachte] diverse vuurwapens zijn geleverd, te weten zes AK's, een MP5, een Uzi, een Grandpower en een P99. De andere dag zijn nog eens 6 AKS en een Glock 17 full opgehaald. Uit de chats kan worden opgemaakt dat [verdachte] 45.000 euro heeft gekregen in ruil voor deze vuurwapens. Eerder op 13 mei 2020 omstreeks 15.53 uur heeft [verdachte] een prijslijst en afbeeldingen van vuurwapens gestuurd met de volgende prijzen:
P99 4000. .38sp 3000. Grandpower 9mm 3250. P22 2500. Aks 2250. Beretta 92fs 5000. Glock 17full met lange schuiven laser en drum 7000. Mp5 5000". Op 13 mei 2020 omstreeks 00.35 uur wordt voor een Uzi een prijs van € 4.750 genoemd en op 3 mei 2020 voor een Glock 26 een prijs van € 6.000.
Paragraaf 5.4.3: Wapenoverdracht 23 mei 2020.
Uit de chats van 23 mei 2020 kan worden opgemaakt dat [verdachte] zijn chauffeur heeft gestuurd voor de overdracht van kogels en tenminste een vuurwapen van het merk Glock. Uit de chatgesprekken is op te maken dat voor deze Glock 4.000 euro betaald wordt.
5.8.3.2 Waardering vuurwapens aangetroffen in voertuigen parkeerkelder.In paragraaf 5.2 wordt gerelateerd aan de in beslag genomen vuurwapens aangetroffen tijdens de doorzoekingen in de voertuigen in de parkeerkelder op 13 april 2021, waarbij een relatie is gelegd met [verdachte] . De in beslag genomen vuurwapens heeft [verdachte] eerst moeten kopen (de gedane investering) voordat hij ze kan verkopen. Voor de waarde van de
aangetroffen hoeveelheden is uitgegaan van de al eerder genoemd proces- verbaal "inkoopprijzen vuurwapens" (paragraaf 5.8.3 onder B).
(PV eindrelaas 0198/1 / bron: prijzen vuurwapens, PV nr. 21005-0496, pagina 3117)
5.8.3.3 Waardering levering 200 en 185 liter amfetamine-olie 14 april en 29 mei 2020In paragraaf 5.5.1.1 en 5.5.1.2 wordt gerelateerd aan de leveringen "a oli of spa blauw" op 14 april 2020 en 29 mei 2020. De waardebepaling van de geleverde liters wordt berekend aan de hand van de daadwerkelijk genoemde prijzen in de betreffende EncroChats en niet aan de hand van de hiervoor genoemde prijslijst van de DLR. Dit in het voordeel van [verdachte] . Het is mij, verbalisant, ambtshalve bekend dat met "zuivere blanke spa blauw olie of a olie" wordt bedoeld amfetamine olie (zie opmerking verbalisant paragraaf 5.5.1.1 ).
Waarde levering 14 april 2020 van 200 liter amfetamine-olieUit de chats kan worden opgemaakt dat [verdachte] 200 liter spa blauw (a oli) voor 600 per liter verkoopt. [verdachte] chat dat deze 600 kost, omdat hij er anders niet mee uitkomt, waarop " [alias 1] " chat wat hij voor deze keer kan doen omdat hij ze voor "600" heeft aangeboden. Uit de chats kan dan ook worden opgemaakt dat de levering tegen een (te) lage prijs is gebeurd. Op 14 april 2020 wordt omstreeks 18.00 uur 200 liter afgeleverd en betaald.
Waarde levering 29 mei 2020 van 185 liter amfetamine-olieUit de chats kan worden opgemaakt dat [verdachte] 185 liter blanke "a oli" koopt voor "625" per liter. Uit de chats is op te maken dat Roaum op 29 mei 2020 voor de 185 liter totaal
€ 115.624,- betaald heeft en de spullen heeft ontvangen.
Op 29 mei 2020 koopt [verdachte] 185 liter in voor 625, dit is een investering voor [verdachte] ;Op 14 april 2020 verkoopt [verdachte] 200 liter voor 600 (naar blijkt tegen een te lage prijs). [verdachte] heeft deze liters eerst moeten inkopen (gedane investering). Deze verkoopprijs ligt echter ver beneden de groothandelsprijs conform de prijslijst van de DLR jaar 2020 (€ 770 per liter). Aangezien [verdachte] zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht en er geen zicht is
gekregen op de daadwerkelijke kostprijs en de verkoopprijs lager ligt dan de kostprijs (groothandelsprijs) op de prijslijst van de DLR wordt de verkoopprijs genoemd in de chat als kostprijs (investering) genomen.
5.8.3.4 Waardering verdovende middelen in voertuigen parkeerkelder 13 april 2021.In paragraaf 5.2 wordt gerelateerd aan de in beslag genomen verdovende middelen aangetroffen tijdens de doorzoekingen in de voertuigen in de parkeerkelder op 13 april 2021, waarbij een relatie is gelegd met [verdachte] . De in beslag genomen verdovende middelen heeft [verdachte] eerst moeten kopen (de gedane investering) voordat hij ze kan verkopen. Voor de waardering van de aangetroffen hoeveelheden is uitgegaan van de hiervoor genoemde prijslijst van het jaar 2021 op basis van groothandelsprijzen.
Overweging van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat bij de berekening van het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel een abstracte berekeningsmethode is toegepast. Dat wil zeggen dat -bij gebreke van concrete gegevens over de hoeveelheid geld die veroordeelde voor zijn activiteiten ontving- voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel het bedrag van dat voordeel kan worden gesteld op het totaalbedrag dat veroordeelde in de desbetreffende activiteiten heeft geïnvesteerd en hij aan derden voor hun diensten heeft betaald.
De rechtbank is van oordeel dat kan worden uitgegaan van de aannemelijkheid dat het wederrechtelijk verkregen voordeel tenminste op het bedrag van de investeringen en kosten kan worden bepaald, omdat deze bestedingen zijn te beschouwen als bestedingen van eerder uit andere strafbare feiten wederrechtelijk verkregen voordeel. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat veroordeelde het meest investeerde in de handel, nu ook niet is gesteld en evenmin is gebleken dat hij met iemand samen investeerde.
De rechtbank stelt het wederrechtelijk verkregen voordeel, bij gebrek aan informatie van veroordeelde en inzichtelijkheid in concrete opbrengsten en kosten, vast op het totaalbedrag aan de door veroordeelde ter zake gedane investeringen en kosten. Van dat geld is niet aannemelijk geworden dat dit verkregen is uit legale activiteiten, zodat ervan wordt uitgegaan dat criminele activiteiten de bron/oorsprong van de investeringen zijn.
De rechtbank is, anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat van een dubbeltelling van het bedrag van € 120.000,- geen sprake is. Dat zou enkel aannemelijk kunnen zijn indien er in de periode tussen 14 april 2020 en 29 mei 2020 geen enkele handel meer zou hebben plaatsgevonden. Uit het rapport blijkt daarentegen dat veroordeelde ook in de periode van 14 april 2020 tot 29 mei 2020 vele chatgesprekken heeft gevoerd die duiden op een doorlopende handel in wapens en verdovende middelen.
De officier van justitie heeft verder, ter onderbouwing van zijn standpunt dat er sprake is van een doorlopende handel, ter terechtzitting gewezen op de volgende bewijsmiddelen die het Openbaar Ministerie ten grondslag heeft gelegd aan het requisitoir van 5 maart 2023, voor zover betrekking hebbend op deze periode:
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0292, p. 943-974 (map 3). Tussen 12 en 17 april 2020 heeft verdachte een levering gerealiseerd van 200 liter amfetamineolie. Er is sprake van verschillende gedragingen die deels slaan op voorbereidings- en bevorderingshandelingen in de zin van art. 10a, maar ook op art 2 onderdelen B en C Ow. Wat art. 2 Ow betreft gaat het over bijvoorbeeld het aanwezig hebben van 23 kilo speed (amfetamine) op 13 april 2020 (16:47:57 uur) (p. 947) en ten tweede het afleveren op 16 en 17 april 2020 (p. 964-974).
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0211, p. 601 (map 2). Uit het gesprek met [alias 2] op 3 april 2020 kan worden afgeleid dat verdachte bevestigt dat hij 50 liter amfetamineolie aanwezig heeft.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0292, p. 954-955 en 974 (map 3). Uit het gesprek met [alias 1] op 14 april 2020 kan worden afgeleid dat verdachte 300 liter zuivere amfetamineolie per maand wil afleveren en dus aanwezig heeft.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0249, p. 741-742 (map 2). Uit het gesprek met [alias 3] op 20 en 21 april 2020 blijkt dat [alias 3] op 20 april vraagt om 20 liter amfetamineolie (20 A) welke de volgende dag moet worden geleverd. Uit het gesprek op 21 april volgt dat het kennelijk in 4 eenheden van 5 liter door chauffeurs is afgeleverd.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0234, p. 668 (map 2). Uit het gesprek met [alias 4] op 25 april 2020 tussen 17:43 en 18:00 uur blijkt dat verdachte ice (metamfetamine) aanwezig
heeft.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0234, p. 670 (map 2). Uit het gesprek op 30 april en 1 mei 2020 blijkt dat verdachte 2 perus (2 kilo Peruaanse cocaïne) aanwezig heeft.
Mei 2020
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0211, p. 617 (map 2). Uit het gesprek met [alias 2] op 13 mei 2020 om 17:10:23 uur blijkt dat verdachte 1 kilo speed (amfetamine) aanwezig heeft.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0258, p. 777 (map 2). Uit het gesprek met [alias 5] op 13 mei 2020 kan worden afgeleid dat verdachte 350 liter amfetamin
eolie aanwezig heeft.
Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0241, p. 682, 683 en 685 (map 2). Uit het gesprek met [alias 6] op 14 mei 2020 om 22:27 uur blijkt dat verdachte kilo’s (Colombiaanse) cocaïne aanwezig heeft. Uit hetzelfde gesprek om 22:50 uur blijkt dat verdachte met anderen ook drugs heeft bewerkt/verwerkt door te stellen dat “we weer [gaan] kloppen”. Uit hetzelfde gesprek van 14 mei 2020 vanaf 12:24-21:26 uur blijkt dat [alias 6] informeert naar ”@” (amfetamine). Verdachte antwoordt dat hij geel heeft en met tintje. 14 mei rond 21:20 uur wordt 10 liter afgeleverd. Als [alias 6] informeert of er genoeg en constant is antwoordt verdachte dat hij 500 [liter, want daar gaat het steeds om bij het noemen van hoeveelheden].
De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat ook uit onderstaande bewijsmiddelen blijkt van een ijverige koopmansgeest van veroordeelde in de periode tussen 14 april 2020 en 29 mei 2020:
a. Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0226 p. 650 (map 2)
Dinsdag 14 april 2020.
Het gesprek tussen ' [alias 1] ' en [verdachte] gaat op 14 april om 00:04 uur in de nacht verder waarin [verdachte] zegt dat ze zich aan de "300 liter in de maand houden", omdat [verdachte] anders niet uitkomt. ' [alias 1] ' stuurt: "lnshallah bestelt ie 500 per maand" en dat hij veel klanten heeft die 'spa blauw' willen. ' [alias 1] ' zegt dat hij eind van de week misschien een nieuwe bestelling doet van 250 en dat hij 'iemand' (derde persoon) van deze 200 een liter gaat geven, en als 'ie' (derde persoon) hem goedkeurt gelijk 250 liter. [verdachte] zegt "ok" en dat ze het sowieso op 300 houden.
b. Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0292 p. 972 (map 3)
Vrijdag 17 april 2020 14:05 uur gesprek tussen [verdachte] en ' [alias 1] '
[verdachte] vraagt of ' [alias 1] ' hem een adres kan sturen. ' [alias 1] ' stuurt het adres ' [adres 2] '. [verdachte] zegt dat 'ie' (derde persoon) na zes vertrekt. ' [alias 1] ' vraagt of de olie ook vandaag wordt gebracht naar 'ons'. [verdachte] zegt dat hij 'die' morgen laat afleveren bij ' [alias 1] ' en dat hij nu geen 'chauff heeft. [verdachte] zegt dat pas om 21.00 uur iemand kan rijden en dat het dan al laat is. ' [alias 1] ' vraagt of [verdachte] die '6.5' wel kan laten afleveren straks. Ongeveer twee uur later zegt ‘ [alias 1] ’ dat ‘hij’ (derde persoon) over een half uur hier is en dat dit bij [verdachte] is. Ongeveer twee uur later zegt [verdachte] dat ‘hij’ (derde persoon) er is. ‘ [alias 1] ’ zegt dat hij naar ‘hem (derde persoon) gaat. Ongeveer zeven minuten later zegt ‘ [alias 1] ’ dat hij ‘hem’ (derde persoon) dit meegeeft. ‘ [verdachte] ’ zegt dat ‘ [alias 1] ’ het dubbele moet sturen.
c. Proces-verbaal van bevindingen, 21005-0226 p. 658-659 (map 2)
Woensdag 06 mei 2020.
Op 06 mei 2020 omstreeks 16:37 uur start er een chatgesprek tussen ' [alias 1] ' en [verdachte] . [verdachte] geeft aan dat hij de administratie aan het doen is en stuurt naar ' [alias 1] ': "Heb 132400 ontvangen laatste keer. 110000 van 200 liter. 3900 van zakje wiet."
[verdachte] zegt dat hij weet dat het geld goedkomt en vraagt of alles eruit is. ' [alias 1] ' zegt dat hij vandaag zes liter van 'die gele' weg heeft gedaan en dat 'die gele' echt lastig gaat, dat mensen hem telkens weigeren. ' [alias 1] ' stuurt: "Gisteren was er iemand 15l spa blauw hawed" waarop [verdachte] stuurt: "Plus 25l spa die ze nu ophalen". ' [alias 1] zegt dat hij dat niet wist en vraagt of 'vriend toch besteld heeft'. [verdachte] reageert bevestigend en zegt dat 'ze' (derden) het nu komen halen. Vervolgens stuurt [verdachte] een foto gemaakt vanuit een auto (afbeelding 13) waarbij hij stuurt: "Ik sta al ready".
Gelet op de doorlopende wapen- en drugshandel in de periode van 14 april 2020 tot 29 mei 2020, die naar het oordeel van de rechtbank volgt uit voornoemde bewijsmiddelen, is het niet aannemelijk dat het voordeel, zoals de raadsvrouw stelt, via herinvesteringen meerdere malen wordt ontnomen en daarmee sprake is van een dubbeltelling.
De rechtbank sluit zich daarom aan bij de berekening in het rapport, waarbij de totale waarde van de door veroordeelde [verdachte] gedane investeringen op € 398.060,- wordt geschat.
De rechtbank stelt het bedrag waarop het door [verdachte] wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op dit bedrag. Verder bepaalt de rechtbank dat dit bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde aan de staat moet worden betaald.