Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 9;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- het bericht van 19 maart 2025 met productie 9 van [eiser] , ingekomen bij de griffie op 21 maart 2025;
- de mondelinge behandeling van 26 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de advocaten spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen.
2.De kern van de zaak
3.Het geschil
€ 14.691,82 voor wat betreft de in beslag genomen goederen, € 5.379,67 voor wat betreft de aanschaf van noodinterieur en € 5.222,36 voor wat betreft het demonteren van dit noodinterieur en het monteren van (nieuw) camperinterieur.
4.De beoordeling
€ 5.379,67 (€ 6.629,67 inclusief btw en inclusief arbeidsloon minus € 1.250,00 in verband met de geschatte verkoopwaarde van het noodinterieur). Daarnaast stelt [eiser] dat de kosten voor het demonteren van het noodinterieur en het monteren van het nieuw aan te schaffen originele camperinterieur € 5.222,36 inclusief btw bedraagt. Ter onderbouwing hiervan heeft [eiser] een factuur voor de aanschaf van het noodinterieur en het monteren daarvan, een factuur/offerte voor het demonteren van het noodinterieur en het monteren van het nieuw camperinterieur en een verklaring/e-mail van de heer [A] van Speedfactory overgelegd.
i)toilet tethford broyeur, elect afzuig pomp met montage”;
Toilet
Gordijnen en vii. gordijnenomhulsels
post viiin de factuur/offerte van Speedfactory), ook gordijnen in beslag zijn genomen, maar hij laat na dit te onderbouwen met stukken. Daar tegenover staat de gemotiveerde betwisting van de Politie. Zij voert, onder verwijzing naar het overgelegde proces-verbaal aangifte, het proces-verbaal getuigenverhoor en het proces-verbaal van binnentreden, aan dat er geen gordijnen in beslag zijn genomen, maar slechts één maal gordijnenomhulsels. Gelet op de betwisting van de Politie dat er geen gordijnen in beslag zijn genomen en (hooguit) één maal gordijnenomhulsels, had het op de weg van [eiser] gelegen om zijn stelling dat er wel gordijnen in beslag zijn genomen nader te onderbouwen. Dat heeft hij niet gedaan. Omdat [eiser] dit heeft nagelaten, leidt dit tot de conclusie dat [eiser] zijn stelling dat er – naast één maal gordijnenomhulsels – ook gordijnen in beslag zijn genomen onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, waardoor hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht (artikel 149 Rv). Omdat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn stelplicht, is voor bewijslevering geen plaats en wordt het door [eiser] gedane bewijsaanbod op dit punt gepasseerd. De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er één maal gordijnenomhulsels door de Politie in beslag zijn genomen.
Voorstoelen (2)
Captain chair (2) en voetsteun met draaiplaat
Dinette
Slaapbank
Bioscoopstoeltjes (2)
€ 400,00. Op basis hiervan en gelet op de ongeloofwaardige verklaring ter zitting van [eiser] gaat de rechtbank ervan uit dat [eiser] de goederen los wilde verkopen en geldt als uitgangspunt bij het bepalen van de omvang van de schade de marktwaarde van i) het toilet, ii) de slaapbank en iii) de gordijnenomhulsels, indien deze goederen als losse onderdelen door [eiser] (door)verkocht zouden worden.
(incl. kosten voor de krat)
(€ 324,00 + € 460,00 + € 182,00 plus btw)