Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 mei 2025 in de zaak tussen
[verzoekers] , uit [woonplaats] , verzoekers
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk
[naam]uit [vestigingsplaats] , vergunninghouder
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Het overgangsrecht
- Het bouwplan is gelegen naast de woning van verzoekers op een perceel waarop voorheen een vrijstaande woning was gelegen.
- Dit perceel had op grond van de regels van het bestemmingsplan “Kern Sint Anthonis” de bestemming “Centrum - 2”.
- Bij besluit van 30 juni 2022 heeft de raad van de gemeente land van Cuijk het bestemmingsplan “Centrumplan Sint Anthonis” vastgesteld.
- Tegen dit besluit is beroep ingesteld.
- Bij besluit van 13 juni 2024 heeft de raad van de gemeente land van Cuijk het bestemmingsplan "Centrumplan Sint Anthonis" gewijzigd vastgesteld.
- Daartegen zijn zienswijzen naar voren gebracht.
- Bij uitspraak van 26 maart 2025 van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft de Afdeling het herstelbesluit van 13 juni 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan “Centrumplan Sint Anthonis” gegrond verklaard, gedeeltelijk vernietigd en zelf voorzien in de zaak, waarbij de mogelijkheid een appartementencomplex met supermarkt op deze locatie te realiseren definitief is geworden.
- Eisers wonen aan een straat die wat lager ligt dan de overige omliggende straten.
In artikel 1.16 van de planregels is een bijgebouw als volgt gedefinieerd: ” een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en omvang ondergeschikt is aan het hoofdgebouw”.
In artikel 1.35 van de planregels is een hoofdbouw als volgt gedefinieerd: ” een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.”
De plek waar de expeditieruimte komt, is voorzien van een aanduiding van de maximum goothoogte. Hier is aangegeven dat deze 5 meter mag bedragen. Andere delen van het bouwplan hebben ook een aanduiding van de maximum goothoogte variërend tussen 5, 8 en 11 meter.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt het college in de proceskosten van verzoekers, begroot op € 1.814,00.