ECLI:NL:RBOBR:2025:2943

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
C/01/390498 / HA ZA 23-133 en C/01/394044 / HA ZA 23-382
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding van een VSO in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarin een beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding van een vaststellingsovereenkomst (VSO) werd beoordeeld. De eiser, een besloten vennootschap, had verzocht om geheimhouding van bepaalde delen van de VSO, die zij had ingediend in het kader van een geschil met de gedaagde partij, Netcar Juridische Dienstverlening B.V. De rechtbank heeft de procedure in twee gevoegde zaken behandeld, waarbij de gedaagde partij ook een beroep deed op geheimhouding van de VSO en de bijlagen daarvan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde partij onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de geheimhouding van de VSO zelf, maar heeft wel geoordeeld dat bepaalde bijlagen met gevoelige gegevens niet openbaar gemaakt hoeven te worden. De rechtbank heeft de gedaagde partij opgedragen om een ongeschoonde versie van de VSO in te dienen, terwijl de bijlagen geschoond moeten worden van gegevens van direct betrokkenen. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/390498 / HA ZA 23-133
Vonnis in gevoegde zaken van 21 mei 2025
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/01/390498 / HA ZA 23-133 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] B.V.,
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] ,
advocaat: mr. A.G. Baan,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NETCAR JURIDISCHE DIENSTVERLENING B.V.,
te Westerhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Netcar ,
advocaat: mr. M.M. de Jong,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/01/394044 / HA ZA 23-382 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
eiseres,
advocaat rnr. A.G. Baan te Oldenzaal,
tegen

1.[gedaagde 1 in HA ZA 23-382] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. [gedaagde 2 in HA ZA 23-382] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. MM. de Jong te Tilburg.
Partijen zullen hierna [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] , Netcar, de [gedaagde 1 in HA ZA 23-382] en [gedaagde 2 in HA ZA 23-382] genoemd
worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van de meervoudige kamer van 6 november 2024,
- de akte na tussenvonnis van Netcar van 2 december 2024,
- de antwoordakte na tussenvonnis van [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] van 6 februari 2025,
- de verwijzingsbeslissing van de meervoudige kamer van 19 maart 2025, waarin de gevoegde zaken naar de enkelvoudige kamer zijn verwezen op de voet van artikel 22 lid 6 Rv voor de beoordeling van en beslissing op het verzoek van Netcar,
- het verzoek van de rechtbank (enkelvoudige kamer) van 10 april 2025 aan Netcar tot het overleggen van de ongeschoonde versie van de VSO met bijlagen aan (alleen) de enkelvoudige kamer,
-ontvangst op 17 april 2025 van de ongeschoonde versie van de VSO met bijlagen door de enkelvoudige kamer.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Bij tussenvonnis van 6 november 2024 is Netcar op de voet van artikel 22 lid 1 Rv bevolen om de in r.o. 5.31 van het tussenvonnis genoemde VSO met de Belastingdienst (hierna: de VSO) in het geding te brengen.
2.2.
Netcar heeft bij akte van 2 december 2024 de betreffende VSO met bijlagen ingebracht, waarvan delen zijn zwartgelakt. Verder heeft Netcar in haar akte gewezen op de mogelijkheid dat de meervoudige kamer, bij uitsluiting van [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] , kennis neemt van de volledige (schone) VSO (inclusief alle bijlagen), indien [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] daarmee instemt.
2.3.
De rechtbank begrijpt dat Netcar een beroep doet op de gedeeltelijke geheimhouding van de VSO en bijlagen (namelijk alleen van de zwart gelakte delen), danwel een beroep doet op beperkte kennisname (door alleen de meervoudige kamer) van de zwartgelakte delen. De rechtbank begrijpt dat zij dus een beroep doet op artikel 22 lid 2 Rv.
Lid 1 van dat artikel bepaalt dat de rechter in alle gevallen en in elke stand van de procedure partijen of één van hen kan bevelen bepaalde stellingen toe te lichten of bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen. Lid 2 bepaalt vervolgens dat partijen dit, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, kunnen weigeren of de rechter kunnen mededelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van de toelichting onderscheidenlijk de bescheiden. Op grond van lid 3 beslist de rechter of de in het tweede lid bedoelde weigering of de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2.4.
Netcar legt het volgende, samengevat, aan haar verzoek ten grondslag. Zij is allereerst van mening dat sprake is van een expliciet geheimhoudingsbeding in de VSO. In dat geheimhoudingsbeding staat nadrukkelijk opgenomen dat geen mededelingen aan derden wordt gedaan met betrekking tot de inhoud voor zover die derden geen direct betrokkenen zijn bij de VSO. [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] is geen betrokkene in die zin. Daarnaast staan in de bijlagen bij de VSO betrokken belanghebbenden met naam opgenomen alsmede de bij die personen / bedrijven behorende voertuigen, procedures die worden gevoerd en naheffingsaanslagen die allen onderdeel uitmaken van de VSO. Slechts een deel daarvan heeft betrekking op de vorderingen van [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] / de ‘ [A] ’. Tot slot vreest Netcar dat [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] de informatie zal gebruiken voor andere doeleinden.
2.5.
[eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek tot (gedeeltelijke) geheimhouding. Zij betwist dat sprake is van vertrouwelijke informatie omdat dat niet nader is onderbouwd. Zij plaatst twijfels bij de echtheid van de door Netcar overgelegde stukken, in ieder geval de gestelde bijlagen en de daadwerkelijke aanwezigheid van meerdere belanghebbenden naast [A] . Zij betwist dat het totaal aantal auto’s en het totaalbedrag dat van de Belastingdienst zou zijn ontvangen door Netcar vertrouwelijke informatie is, en wijst erop dat daar mogelijk uit blijkt dat sprake is van van circa 3600 auto’s aan de zijde van [A] (in plaats van de gestelde 619 auto’s). Daarnaast vindt zij dat geen sprake is van gewichtige redenen. De enkele aanwezigheid van een geheimhoudingsbeding is daarvoor onvoldoende; gemotiveerd moet worden waarom haar belang bij niet openbaarmaking (welk belang in het geheel niet is onderbouwd) zwaarder zou wegen dan het belang van een behoorlijke rechtspleging. Netcar heeft überhaupt niet gesteld dat de Belastingdienst, [A] en eventuele derden die onderdeel zouden zijn van de gedeeltelijk overgelegde VSO, daadwerkelijk bezwaar hebben tegen inzage. Tot slot merkt [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] op dat voorwaarden verbonden zouden kunnen worden aan de verstrekking van de volledige VSO en bijlagen aan [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] .
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank moet op grond van artikel 22 lid 3 Rv beoordelen of het beroep op gedeeltelijke geheimhouding, danwel de beperkte kennisneming (door alleen de meervoudige kamer) van de VSO gerechtvaardigd is, gelet op de door Netcar naar voren gebrachte redenen.
3.2.
De rechtbank overweegt dat slechts van gewichtige redenen sprake kan zijn indien in de concrete omstandigheden van het geval de belangen waarop de geheimhoudingsplicht ten aanzien van de verlangde inlichtingen of stukken zich in het bijzonder richt, zwaarder wegen dan het – zwaarwegende – maatschappelijk belang dat in rechte de waarheid aan het licht komt.
3.3.
Bij de beoordeling moet de rechtbank dus rekening houden met de volgende belangen:
a het belang dat partijen over en weer over zoveel mogelijk relevante informatie beschikken;
b het belang dat de rechter over voldoende informatie beschikt; en
c het belang dat bepaalde gevoelige gegevens niet, of in beperkte mate, openbaar worden.
3.4.
Ten aanzien van de VSO (zonder bijlagen) overweegt de rechtbank als volgt.
Allereerst is onduidelijk waarom bepaalde delen in de VSO zijn weggelakt, en andere delen niet. Die weggelakte delen zien namelijk niet allemaal op gegevens van direct betrokkenen; het gaat veelal om de uitwerking van de afspraken met de Belastingdienst. Voor zover Netcar ten aanzien van die weggelakte delen een beroep doet op het algemene geheimhoudingsbeding, geldt dat zij zelf al heeft erkend, door het delen met [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] van de niet weggelakte delen van de VSO, dat dat beding niet absoluut is. Waarom dan bepaalde bepalingen wel worden weggelakt, en andere niet, heeft zij niet toegelicht of concreet onderbouwd, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Daarnaast heeft zij evenmin toegelicht waarom die weggelakte delen gevoelige informatie betreffen, die niet mag worden gedeeld met derden/ [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] .
3.5.
Daarbij valt op dat informatie niet consistent is weggelakt. Zo heeft Netcar onder Punt 5, onderdeel 1, het totaal aantal auto’s en het totaalbedrag per auto weggelakt, terwijl onder onderdeel 2 die bedragen ook opgeteld tot datzelfde totaalbedrag per auto leiden. Bovendien wordt dat bedrag ook genoemd door Netcar in haar akte (p. 5). Dat totaalbedrag is ook relevante informatie voor [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] in het kader van haar vorderingen. [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] wil immers weten wat Netcar heeft ontvangen van de Belastingdienst ten aanzien van de [A] . Waarom het totaal aantal auto’s, waarop de schikking ziet, informatie betreft die niet mag worden gedeeld, heeft Netcar (ook) niet onderbouwd. Dat het om een groot aantal auto’s gaat, is ook al wel af te leiden uit de bijlagen.
Daarnaast erkent Netcar dat de bepaling over de naheffingsaanslagen relevant is voor de berekening, maar heeft zij vervolgens zonder enkele toelichting een zin daaruit zwartgelakt. Ook ten aanzien van het geheimhoudingsbeding heeft zij een gedeelte weggelakt zonder verdere toelichting. Kennelijk heeft de Belastingdienst geen bezwaar (gehad) tegen het delen van bepaalde (de niet-weggelakte) onderdelen van de VSO met [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] . Dat zij wel bezwaar heeft tegen het delen van de weggelakte delen van de VSO, heeft Netcar gesteld noch onderbouwd.
3.6.
Het voorgaande betekent dat het verzoek om gedeeltelijke geheimhouding ten aanzien van de VSO (zonder bijlagen) wordt afgewezen, en Netcar dus daarvan een ongeschoonde versie moet overleggen. Gelet op het vertrouwelijke karakter van de VSO en het daarin opgenomen geheimhoudingsbeding, zal de rechtbank hieraan wel de voorwaarde verbinden dat die gegevens door [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] niet gebruikt mogen worden voor enig ander doel dan de bewijsvoering in de onderhavige procedure bij de meervoudige kamer.
3.7.
Voor wat betreft de bijlagen van de VSO overweegt de rechtbank als volgt.
Netcar stelt dat de weggelakte gegevens, gegevens van direct betrokkenen betreffen die, zo begrijpt de rechtbank, vanwege de privacy-gevoeligheid geheim gehouden moeten worden. Daarnaast zijn die gegevens niet relevant voor de vorderingen van [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] , aldus Netcar (zie ook r.o. 2.4 hiervoor). Daar waar het gegevens betreft die zien op de [A] , zijn die niet weggelakt, met uitzondering van bepaalde nummers (VIN nummer, GBY nummer, ABD nummer, fiscaal nummer, kenteken etc.) die wel zijn weggelakt.
3.8.
Zoals hiervoor al overwogen, heeft [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] er belang bij om te weten te komen welk bedrag Netcar heeft ontvangen van de Belastingdienst ten aanzien van de [A] . Op dit moment is onduidelijk welk bedrag bij Netcar er precies binnen is gekomen ten aanzien van die zaken (zie ook tussenvonnis, r.o. 5.31). In dat verband wil [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] ook het aantal auto’s aan de zijde van [A] kunnen verifiëren. Daartoe is voor haar alle informatie relevant die ziet op die betreffende auto’s.
3.9.
Gesteld nog gebleken is dat er [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] gerechtvaardigd belang bij heeft om de gegevens in te zien van (de voertuigen van) andere belanghebbenden/direct betrokkenen bij de VSO. Gelet daarop, weegt het belang van bescherming van persoonsgegevens van die direct betrokkenen in dit geval zwaarder dan het belang bij openbaarmaking van die gegevens. [1] Aldus is ten aanzien van die gegevens sprake van gewichtige redenen, en hoeven die gegevens dus niet te worden gedeeld met [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] .
Dat geldt alleen niet ten aanzien van de delen in de bijlage 2 die zwartgelakt zijn en betrekking hebben op de [A] (p. 90-102 van de bijlagen). Niet gesteld is dat en waarom die gegevens van de [A] ook vertrouwelijk zijn. Bovendien zijn die gegevens ook niet consistent weggelakt; daar waar op sommige plekken wel de fiscale nummers zijn weggelakt en op andere plekken weer niet. Die gegevens op pagina’s 90-102 dienen dus wel te worden gedeeld met [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] . Voor alle duidelijkheid: dat geldt dus niet voor pagina 40 van bijlage 2. In haar akte heeft Netcar uiteengezet dat die 21 zaken wel terugkeren onder de naam van [A] maar geen betrekking hebben op [A] omdat deze door iemand anders zijn ingediend (randnr. 13). Het voorgaande is niet betwist door [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] en de weggelakte delen achter [A] betreffen inderdaad namen van derden.
3.10.
Netcar heeft geen redenen genoemd om de VSO/bijlagen voor de meervoudige kamer geheim te houden. De rechtbank begrijpt dat Netcar ook geen bezwaar heeft tegen kennisname door de meervoudige kamer van de ongeschoonde bijlagen, en in dat opzicht de rechtbank dus (ook) verzoekt om beperkte kennisname van de bijlagen. Dat verzoek wordt toegewezen. Dat betekent dat de meervoudige kamer wel kennis mag nemen van de zwartgelakte delen in de bijlagen/ sprake is van beperkte kennisname door de meervoudige kamer van die delen. [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] heeft nog het verweer opgeworpen dat zij twijfels plaatst bij de echtheid van de door Netcar overgelegde stukken, in ieder geval bij de gestelde bijlagen en de daadwerkelijke aanwezigheid van meerdere belanghebbenden naast [A] .
Dat (echtheids)verweer is aan de meervoudige kamer die bevolen heeft de VSO (en bijlagen) te overleggen, om te beoordelen, tegen de achtergrond van de volledige ongeschoonde versie van de VSO en bijlagen.
3.11.
Omdat het verzoek om beperkte kennisneming voor wat betreft de bijlagen wordt toegewezen, wordt [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] verzocht om toestemming om mede op grondslag van die ongeschoonde bijlagen recht te doen, voor zover nodig. Als de toestemming wordt geweigerd, kan de meervoudige kamer daaraan de gevolgtrekkingen verbinden die haar geraden voorkomen. Als de toestemming wordt verleend, betrekt de meervoudige kamer de ongeschoonde bijlagen bij haar oordeel, voor zover nodig.
Conclusie
3.12.
Ten aanzien van de VSO, wordt het beroept op gedeeltelijke geheimhouding afgewezen. Ten aanzien van de bijlagen bij de VSO wordt het beroep op gedeeltelijke geheimhouding toegewezen, waarbij geldt dat de meervoudige kamer wel van de ongeschoonde bijlagen mag kennisnemen.
3.13.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst het verzoek om gedeeltelijke geheimhouding ten aanzien van de VSO af,
4.2
wijst het verzoek om gedeeltelijke geheimhouding ten aanzien van de bijlagen van de VSO toe, evenals het verzoek om beperkte kennisname van die bijlagen door de meervoudige kamer;
4.3.
beveelt dat Netcar op de roldatum van 28 mei 2025 een nieuwe versie van de VSO en bijlagen overlegt, waarbij:
-de VSO zelf ongeschoond is (aldus geen delen zijn weggelakt);
-de bijlagen geschoond zijn van de gegevens van direct betrokkenen bij de VSO (anders dan ‘Car Import Service’/ de [A] ), maar waarbij wel alle gegevens zichtbaar zijn die betrekking hebben op de [A] in bijlage 2 (p. 90-102);
4.4.
bepaalt dat [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] op de roldatum van 28 mei 2025 aangeeft of zij toestemming geeft aan de meervoudige kamer om mede op grondslag van de ongeschoonde bijlagen recht te doen;
4.5.
bepaalt dat [eiser in HA ZA 23-133 en HA ZA 23-382] de (gegevens in de) VSO en bijlagen niet gebruikt voor enig ander doel dan de bewijsvoering in de onderhavige gerechtelijke procedure bij de meervoudige kamer;
4.6.
verwijst de gevoegde zaken weer terug naar de meervoudige kamer die deze zaken al eerder heeft behandeld;
4.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.M. Janssen en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2025

Voetnoten

1.Zie ook: Arrest van Het Hof van Justitie EU In zaak C-268/21van 2 maart 2023. Norra Stockholm Bygg, r.o. 56.