ECLI:NL:RBOBR:2025:3051
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot doodslag en zware mishandeling
In de zaak tegen de verdachte, die op 6 februari 2025 in Veldhoven zijn ex-partner zou hebben mishandeld, heeft de rechtbank Oost-Brabant op 28 mei 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. Tijdens de zitting op 14 mei 2025 werd vastgesteld dat de verdachte zijn ex-partner bij de keel had gegrepen, maar er was onvoldoende bewijs om te concluderen dat hij opzet had om haar van het leven te beroven of haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte niet de aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel veroorzaakten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank merkte op dat de geweldshandelingen wel als mishandeling gekwalificeerd hadden kunnen worden, maar dit was niet ten laste gelegd. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten werd vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A. Bernsen als voorzitter en mrs. C.A. Mandemakers en W.B. Kok als leden.