ECLI:NL:RBOBR:2025:3054

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
01.018382.84
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar zorgmachtiging in tbs-zaak na 40 jaar detentie

Op 28 mei 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een tussenvonnis uitgesproken in een tbs-zaak waarbij de betrokkene al veertig jaar in de tbs-maatregel zit. De rechtbank heeft vastgesteld dat voldaan is aan de formele vereisten voor verlenging van de tbs-maatregel, maar heeft besloten het onderzoek te heropenen om te onderzoeken of een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) mogelijk is. Dit besluit is genomen na een zitting op 15 mei 2025, waaruit bleek dat er zowel een stoornis als herhalingsgevaar aanwezig is. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om een zorgmachtiging voor te bereiden en heeft het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd geschorst, met een maximum van drie maanden voor de hervatting. De rechtbank benadrukt dat de tbs-maatregel een ultimum remedium is en dat er gekeken moet worden naar minder verstrekkende juridische kaders. De betrokkene moet bijgestaan worden door een advocaat die gespecialiseerd is in psychiatrisch patiëntenrecht. De rechtbank heeft ook bepaald dat de rapportages aan het Wvggz-dossier moeten worden toegevoegd en voorafgaand aan de volgende zitting aan de verdediging ter beschikking moeten worden gesteld.

Uitspraak


G801119146973
tussenvonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01-018382-84
Datum uitspraak: 28 mei 2025
Tussenbeslissing van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen betrokkene:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1950] ,
verblijvende te: [adres]
Raadsman: mr. A.R. Ytsma.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 mei 2025. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
De overwegingen die hierna volgen en alle beslissingen die daaruit voortvloeien zijn voorlopig van aard, gelet op de functie die zij hebben binnen deze strafzaak en het moment waarop deze beslissingen genomen zijn.

2.Heropening onderzoek

De maatregel van terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot zware mishandeling en mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank stelt op basis van het advies van de inrichting vast dat er thans sprake is van zowel een stoornis als herhalingsgevaar. Daarmee is voldaan aan de formele vereisten die zijn gesteld voor verlenging van de tbs-maatregel.
Echter, gelet op dit advies en hetgeen ter terechtzitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat de mogelijkheid tot afgifte van een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene moet worden
Parketnummer: 01-018382-84 2
[verdachte]
onderzocht, waarbij de rechtbank in aanmerking neemt dat oplegging en (in dit geval) verlenging van de tbs-maatregel een ultimum remedium is, waarvan
moet worden afgezien indien blijkt dat hetzelfde doel door middel van een, voor betrokkene, minder verstrekkend juridisch kader kan worden bereikt.
Hierbij heeft rechtbank in het bijzonder rekening gehouden met het feit dat betrokkene reeds veertig jaar in de tbs-maatregel zit, hetgeen de rechtbank ziet als een zeer zwaarwegend belang van betrokkene. Daar komt bij dat het verlengingsadvies is opgesteld op het moment dat betrokkene werd opgenomen in Eikenstaete. Dat betekent dat Eikenstaete op dat moment nog geen volledig beeld had van betrokkene. Gelet op de verklaring van de deskundige ter terechtzitting is de verwachting dat Eikenstaete bij het te verrichten onderzoek naar een mogelijke zorgmachtiging dan wel voldoende beeld zal hebben van betrokkene.
Gelet op voorgaande en met het oog op de proportionaliteit van de tbs-maatregel, zal de rechtbank de officier van justitie op basis van de Wet forensische zorg en de Wvggz verzoeken een zorgmachtiging voor te bereiden.
De rechtbank zal hiertoe het onderzoek ter terechtzitting heropenen en schorsen tot een nadere zitting.
De rechtbank acht het wenselijk om op zo kort mogelijke termijn een nadere zitting te bepalen. In de omstandigheid dat het vereiste onderzoek nog moet worden verricht, ziet de rechtbank een klemmende reden de maximale termijn voor hervatting van het onderzoek ter zitting niet tot een maand te beperken. Zij zal daarom het onderzoek schorsen voor onbepaalde tijd met een maximum termijn van drie maanden.
De rechtbank beslist verder als na te melden.
Parketnummer: 01-018382-84 3
[verdachte]
De rechtbank:
- heropent en
schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor
onbepaalde tijd;
- geeft opdracht aan de officier van justitie een zorgmachtiging op grond van de Wvggz voor te bereiden;
De nader uit te brengen rapportages dienen aan het Wvggz-dossier te worden toegevoegd en voorafgaand aan de nader te bepalen terechtzitting aan de verdediging in die zaak ter beschikking te worden gesteld. De betrokkene dient in die procedure te worden bijgestaan door een advocaat die bij de RvR ingeschreven staat voor de specialisatie psychiatrisch patiëntenrecht.
- beveelt dat de zaak zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen drie maanden na heden, op een nader te bepalen datum, zal worden aangebracht bij de rechtbank;
- beveelt de oproeping van betrokkene en de raadsman tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat;
- beveelt de oproeping van getuige-deskundige H.T.M. van der Maeden tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat;
- stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Parketnummer: 01-018382-84 4
[verdachte]
Dit vonnis is gewezen door
mr. T. Kraniotis, voorzitter,
mr. M. Langstraat en mr. E.C. Mulders, leden, en
mr. S. Durmuş, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 mei 2025.