Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke eis in reconventie met productie 1,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[gedaagden]zullen op hun exemplaar van de lijst de in haar visie bestaande tekortkomingen mogen vermelden en
[eiser]mag op haar exemplaar van de lijst vermelden in hoeverre het standpunt van [gedaagden] juist of onjuist is.
5.De beslissing
[eiser]op te bewijzen dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst ten behoeve van de werkzaamheden aan de woning aan de [adres] te [plaats] , zijn overeengekomen dat [eiser] op regiebasis zou factureren,
[gedaagden]op te bewijzen dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst ten behoeve van de werkzaamheden aan de woning aan de [adres] te [plaats] , een vaste prijs van € 100.000,00 zijn overeengekomen,
woensdag 2 juli 2025voor
uitlatingdoor [eiser] en [gedaagden] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel en
uitlatingdoor beide partijen over de door hen samen op te stellen lijst, zoals overwogen door de rechtbank in r.o. 4.21 van dit vonnis,
bewijsstukkenwillen overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moeten brengen,
getuigenwillen laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
oktober 2025 tot en met december 2025dan direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
4 juni 2025.