In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 mei 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van betrokkene om het bewind over haar goederen op te heffen. Betrokkene, die eerder de Wsnp met een schone lei heeft afgerond, stelt dat zij in staat is haar financiën zelfstandig te beheren. Echter, de bewindvoerder, Verder Bewind Zuid B.V., heeft bezwaar gemaakt en betoogt dat betrokkene niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De bewindvoerder wijst op eerdere aanvragen van betrokkene voor kinderbijslag en bijzondere bijstand die zijn afgewezen vanwege het niet tijdig indienen van benodigde stukken. Ook zijn er zorgen over betrokkene's goedgelovigheid, zoals haar intentie om grote bedragen uit te geven aan een Engelse makelaar en een Australische dierenarts.
Tijdens de zitting op 2 mei 2025 heeft betrokkene haar standpunt herhaald dat zij haar financiën zelfstandig kan beheren, maar de kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat betrokkene financieel inzicht heeft. De kantonrechter heeft eerder afgewezen verzoeken tot opheffing van het bewind en is van oordeel dat betrokkene nog steeds de bescherming van een bewindvoerder nodig heeft. De kantonrechter heeft het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen en bepaald dat nieuwe verzoeken alleen in behandeling worden genomen indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken op 8 mei 2025.