ECLI:NL:RBOBR:2025:3441

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
11689264 TD VERZ 25-803
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van familiaire mentor en benoeming opvolgend professionele mentor in verband met complexe zorgverlening en hoogte van het Persoonsgebonden budget

In deze beschikking van de kantonrechter van 14 mei 2025, met zaaknummer 11689264 TD VERZ 25-803, is de situatie van een betrokkene besproken die onder mentorschap staat. De kantonrechter heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en stukken die relevant zijn voor de zorgverlening aan de betrokkene. De huidige mentor, de zus van de betrokkene, heeft gezondheidsproblemen en kan niet langer alleen de zorg voor de betrokkene dragen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om een professionele mentor aan te stellen, gezien de complexe zorgsituatie en de hoogte van het Persoonsgebonden budget van de betrokkene, dat ruim € 185.000,- bedraagt voor het jaar 2025. De kantonrechter heeft de huidige mentor ambtshalve ontslagen en Marion van de Vorst B.V. benoemd tot opvolgend mentor. De nieuwe mentor moet de gezondheidssituatie en thuissituatie van de betrokkene in kaart brengen en ervoor zorgen dat de juiste zorg wordt geboden. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de nieuwe mentor jaarlijks verslag moet doen van de werkzaamheden en dat er een verslag moet komen over het verloop van het mentorschap binnen een half jaar. De beschikking is openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.

Uitspraak

Rechtbank oost-brabant
Toezicht
zaaknummer : 11689264 TD VERZ 25-803
MB-nummer : 2534
[initialen griffier]

beschikking van de kantonrechter van 14 mei 2025

met betrekking tot

[voornamen] [achternaam] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
wonende te [adres 2]
hierna te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de beschikking van de kantonrechter van 18 oktober 2024 met zaaknummer 11326738 TD VERZ 24-1564 en de hieraan ten grondslag liggende stukken;
  • de beschikking van de kantonrechter van 11 februari 2025 met zaaknummer 11454388 TD VERZ 24-2019 en de hieraan ten grondslag liggende stukken;
  • de brief van de griffier van 11 februari 2025;
  • de brief (met bijgaande stukken) van [belanghebbende] (zus en mentor van betrokkene), ontvangen ter griffie op 10 maart 2025;
  • de bereidverklaring mentor van Marion van de Vorst B.V., Kvkno. 69152500, Postbus 2071, 6020 AB Budel, ontvangen op 7 mei 2025.

beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter van 8 juni 2010 is een mentorschap ten behoeve van betrokkene ingesteld met benoeming van zijn zus [de zus van betrokkene] (hierna te noemen: [de zus van betrokkene] ) tot mentor. Bij beschikking van de kantonrechter van 28 mei 2024 is [de neef van betrokkene] (een neef van betrokkene) tot tweede mentor benoemd.
Bij beschikking van de kantonrechter van 11 februari 2025 is [de neef van betrokkene] op zijn eigen verzoek ontslagen als (tweede) mentor van betrokkene. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 31 januari 2025, waarbij naast [de neef van betrokkene] de andere mentor, [de zus van betrokkene] , aanwezig was.
Tijdens deze zitting is de kantonrechter gebleken dat het niet wenselijk is dat enkel de zus van betrokkene, [naam] , de mentor van betrokkene is. Betrokkene woont alleen samen met [de zus van betrokkene] . Beiden kampen met gezondheidsproblemen en zijn erg hulpbehoevend. [de zus van betrokkene] heeft ter zitting aangegeven dat de benoeming van een tweede mentor nodig is, mede gezien haar eigen gezondheidsproblemen. Zo moest zij recent meerdere malen met spoed naar het ziekenhuis, omdat zij bewusteloos raakte. De kantonrechter heeft geconstateerd dat het voor de continuïteit van de zorg van betrokkene nodig is dat ofwel naast [de zus van betrokkene] een tweede (professionele) mentor moet worden benoemd, ofwel in haar plaats een andere (professionele) mentor wordt benoemd.
Ter zitting op 31 januari 2025 heeft [de zus van betrokkene] verzocht om dhr. [naam] (hulpverlener van betrokkene) of anders diens moeder tot tweede mentor te benoemen. Ter zitting heeft de kantonrechter reeds aangegeven dat een hulpverlener op grond van artikel 1:452 lid 6 sub c van het Burgerlijk Wetboek niet tot mentor kan worden benoemd. Omdat de kantonrechter verder onvoldoende zicht had op zowel de gezondheidssituatie als de thuissituatie van betrokkene, heeft de kantonrechter de mentor opgedragen stukken aan te leveren over (i) (de hoogte van) het Persoonsgebonden budget en het zorgkantoor, (ii) hoe de hulp van betrokkene precies geregeld is op dit moment en waar betrokkene gaat wonen op het moment dat de huidige mentor, [de zus van betrokkene] , er niet meer is of kan zijn voor betrokkene én (iii) de huidige gezondheidssituatie van betrokkene (informatie van een arts). De mentor heeft per brief stukken opgestuurd, die op 10 maart 2025 ter griffie zijn ontvangen. Bij deze stukken was tevens een brief toegevoegd van [de hulpverlener van betrokkene] met wederom de vraag om tot (tweede) mentor van betrokkene te mogen worden benoemd.
Uit de ingediende stukken blijkt dat betrokkene intensieve zorg en begeleiding ontvangt van (in ieder geval) [de hulpverlener van betrokkene] , [zijn moeder] en mw. [naam] en dat de gezondheidstoestand van betrokkene (in toenemende mate) complex is. Daarnaast blijkt uit de stukken dat betrokkene een Persoonsgebonden budget heeft van ruim € 185.000,- voor het jaar 2025.
De kantonrechter overweegt op basis van de haar thans beschikbare stukken als volgt.
De door de huidige mentor voorgestelde (tweede) mentoren zijn allen behandelend hulpverlener in de zin van artikel 1:452 lid 6 sub c van het Burgerlijk Wetboek en daardoor alleen al op grond van de wet niet benoembaar tot mentor.
Mede gezien de gezondheidstoestand van zowel betrokkene als de huidige mentor, het feit dat zij samen zelfstandig wonen in hun gezamenlijke koopwoning, de complexe aard van de zorgverlening voor betrokkene en de hoogte van het Persoonsgebonden budget, is de kantonrechter van oordeel dat het in het belang van betrokkene is dat een onafhankelijke en professionele partij de (niet-vermogensrechtelijke) belangen van betrokkene behartigt en dat dit niet één van de huidige hulpverleners van betrokkene is (of kennissen of familieleden hiervan en ook niet de huidige hulpverleners, indien zij ontslag zouden nemen). Een professionele mentor weet goed te schakelen met zorgaanbieders, indien de gezondheidssituatie van betrokkene dit verlangt en kan ook kijken naar de zorg voor betrokkene in de toekomst mocht [de zus van betrokkene] komen te overlijden en betrokkene alleen achterblijven in hun gezamenlijke koopwoning. Ook kan deze nagaan of de hulpverleners die nu betrokken zijn bij de zorg voor betrokkene ( [de hulpverlener van betrokkene] en zijn familieleden) de juiste zorg bieden. De voormalig mentor [de neef van betrokkene] had daar zijn zorgen over geuit tijdens de zitting van 31 januari 2025 en de kantonrechter heeft mede naar aanleiding van het feit dat het haar op het eerste gezicht bevreemdde dat [de hulpverlener van betrokkene] – een jongeman van in de twintig – nu fulltime in huis woont bij betrokkene, terwijl hij betaald wordt voor 3 dagen per week overdag werken, geoordeeld dat [de zus van betrokkene] aanvullende stukken moest aanleveren. Uit de aanvullende stukken blijkt nu dat niet alleen [de hulpverlener van betrokkene] , maar ook diverse familieleden van hem betaald krijgen uit het Persoonsgebonden budget. Het kan zijn dat dit allemaal in het belang van betrokkene is, maar het is verstandig dat een onafhankelijke en professionele mentor hier onderzoek naar doet. Daarnaast kan de professionele mentor, indien nodig, het Persoonsgebonden budget gaan beheren. [de zus van betrokkene] heeft op de zitting van 31 januari 2025 aangegeven dat de huidige pgb-beheerder te weinig tijd heeft.
De kantonrechter heeft, gelet op het voorgaande, de griffier verzocht op zoek te gaan naar een professionele mentor. Marion van de Vorst B.V., Kvkno. 69152500, Postbus 2071, 6020 AB Budel heeft zich bereid verklaard het mentorschap op zich te nemen en dit in beginsel te willen uitvoeren naast en tezamen met de huidige mentor [de zus van betrokkene] . Een medewerker van voornoemd kantoor heeft op verzoek van de kantonrechter de huidige mentor reeds (telefonisch) benaderd, om, onder andere, een kennismakingsgesprek in te plannen en afspraken te maken over de (gezamenlijke) invulling van het mentorschap. De huidige mentor van betrokkene heeft aan de beoogd tweede mentor aangegeven niet te willen meewerken aan de benoeming van een tweede (professionele) mentor. Hierdoor is het niet zinvol een professionele mentor te benoemen naast de huidige mentor [de zus van betrokkene] .
De kantonrechter zal daarom ambtshalve de huidige mentor ontslaan met ingang van de dag na verzending van deze beschikking.
De kantonrechter zal daarnaast ambtshalve met ingang van de dag na verzending van deze beschikking Marion van de Vorst B.V., Kvkno. 69152500, Postbus 2071, 6020 AB Budel tot opvolgend mentor benoemen.
De nieuwe mentor zal allereerst de huidige gezondheidssituatie en thuissituatie van betrokkene zoveel mogelijk in kaart moeten brengen, waaronder inzage krijgen in het Persoonsgebonden budget van betrokkene en welke hulpverleners betrokken zijn bij betrokkene. Het gaat erom dat wordt nagegaan of betrokkene de juiste zorg krijgt en hoe die zorg in de toekomst moet worden ingericht, gelet op de gezondheidssituatie van betrokkene en ook ingeval dat [de zus van betrokkene] komt te overlijden en betrokkene alleen in de woning achterblijft. Daarnaast zal de mentor moeten kijken of een contactmoment met broers [naam] en [naam] en neven [naam] en [naam] in het belang van betrokkene is en, indien dat zo is, dit probeert te faciliteren. Dit heeft de kantonrechter al eerder bij beschikking van 18 oktober 2024 aan [de zus van betrokkene] (en [de neef van betrokkene] ) opgedragen. De kantonrechter ontvangt uiterlijk over een half jaar een verslag van de nieuwe mentor ten aanzien van het verloop van het mentorschap.
De kantonrechter zal voorts bepalen dat de opvolgend mentor jaarlijks verslag doet van de werkzaamheden.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 4 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Deze beloning is exclusief omzetbelasting.
De kantonrechter zal de jaarbeloning vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Deze beloning is inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing.

beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat ambtshalve met ingang van de dag na verzending van deze beschikking als mentor: [de zus van betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , wonende te [adres 1] ;
- benoemt ambtshalve met ingang van de dag na verzending van deze beschikking tot mentor: Marion van de Vorst B.V., Kvkno. 69152500, Postbus 2071, 6020 AB Budel;
- bepaalt dat de mentor jaarlijks verslag doet van de werkzaamheden;
- bepaalt dat de mentor uiterlijk
14 november 2025verslag uitbrengt aan de kantonrechter over het verloop van het mentorschap;
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vast zoals hiervoor is overwogen;
- stelt de jaarbeloning vast zoals hiervoor is overwogen;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.C.E.F. Moulen Janssen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
de griffier,
de kantonrechter,
verzenddatum:
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.