ECLI:NL:RBOBR:2025:3515

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
1123368
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen Autoverhuur Randstad in schadezaak na incident in Spanje

In deze civiele procedure heeft Autoverhuur Randstad B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in een auto van Autoverhuur Randstad heeft gereden en betrokken is geweest bij een incident in Spanje. De gedaagde betwist de huurovereenkomst en stelt dat de gemaakte afspraken enkel mondeling zijn vastgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 mei 2025 is de eisende partij, Autoverhuur Randstad, niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de gedaagde wel aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Autoverhuur Randstad niet aan haar stelplicht heeft voldaan, omdat zij niet in staat was om de huurovereenkomst te onderbouwen. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen welke afspraken er daadwerkelijk zijn gemaakt. De vorderingen van Autoverhuur Randstad zijn afgewezen, en zij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 947,00, inclusief wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2025 door de kantonrechter J.C.J. Luijten.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: 11233368 \ CV EXPL 24-5195
Vonnis van 12 juni 2025
in de zaak van
AUTOVERHUUR RANDSTAD B.V.,
gevestigd in Ter Aar,
eisende partij,
hierna te noemen: Autoverhuur Randstad,
gemachtigde: mr. W.T.N. Vlasveld, die zich op 8 mei 2025 heeft onttrokken,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. A. Aïssal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 juli 2024 met producties (genummerd 1 tot en met 6),
- de conclusie van antwoord van 26 september 2024,
- de e-mail van 8 mei 2025 waarin mr. W.T.N. Vlasveld zich heeft onttrokken als gemachtigde van Autoverhuur Randstad.
1.2.
Op 22 mei 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Bij het uitroepen van de zaak was alleen de gemachtigde van [gedaagde] verschenen. Autoverhuur Randstad was op de juiste manier opgeroepen voor de mondelinge behandeling, maar is niet verschenen. De griffier heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen met Autoverhuur Randstad, waarbij de woordvoerder namens Autoverhuur Randstad, de belofte heeft gemaakt dat een compagnon onderweg was naar de rechtbank. De kantonrechter heeft daarop besloten om de zaak 15 minuten later aan te vangen, maar uiteindelijk is niemand namens Autoverhuur Randstad verschenen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [gedaagde] zijn standpunten verder kunnen toelichten en vragen van de kantonrechter beantwoord. Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag een vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Autoverhuur Randstad stelt zich op het standpunt dat zij een huurovereenkomst heeft gesloten met [gedaagde] voor een auto met kenteken [kentekennummer] . [gedaagde] erkent dat hij in deze auto heeft gereden en dat hij destijds betrokken is geweest bij een incident in Spanje, waardoor schade aan de auto is ontstaan.
Wat wordt gevorderd?
2.2.
Autoverhuur Randstad vordert in deze procedure betaling van [gedaagde] van de schade en misgelopen inkomsten als gevolg van het incident in Spanje. Een en ander in een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis met een veroordeling van [gedaagde] in de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
2.3.
[gedaagde] betwist dat hij de als productie 1 bij de dagvaarding overgelegde huurovereenkomst overeen is gekomen met Autoverhuur Randstad. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [gedaagde] uitgelegd dat deze overeenkomst [gedaagde] niet bekend voorkomt, de handtekeningen op de verschillende pagina’s anders zijn, dan wel ontbreken en dat afspraken die [gedaagde] heeft gemaakt enkel mondeling zijn gemaakt. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van [gedaagde] hier aan toegevoegd dat partijen ook hebben afgesproken dat met het inhouden van de betaalde waarborgsom van € 3.000,00 de zaak is afgerond.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover relevant – verder ingegaan.
Autoverhuur Randstad heeft niet voldaan aan haar stelplicht
2.5.
De kantonrechter wijst de vorderingen van Autoverhuur Randstad af. Dat zit als volgt. Autoverhuur Randstad stelt dat sprake is van een huurovereenkomst tussen Autoverhuur Randstad en [gedaagde] en heeft hiervoor een overeenkomst als productie 1 overgelegd. [gedaagde] heeft het bestaan van deze overeenkomst betwist en heeft zijn betwisting nader toegelicht tijdens de mondelinge behandeling. Gelet op de (als bij conclusie van antwoord kenbare) gemotiveerde betwisting van [gedaagde] had het op de weg van Autoverhuur Randstad gelegen om haar stelling, dat zij de afspraken zoals omschreven in de als productie 1 overgelegde overeenkomst hebben gemaakt, nader te onderbouwen. De stelplicht en de bewijslast in deze rust op Autoverhuur Randstad. Door niet te verschijnen op de mondelinge behandeling heeft Autoverhuur Randstad nagelaten een nadere onderbouwing te geven. Zonder deze nadere onderbouwing kan niet worden vastgesteld welke afspraken partijen met elkaar hebben gemaakt. De kantonrechter komt tot het oordeel dat Autoverhuur Randstad niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Voor een nadere bewijslevering is dan ook geen ruimte. De vorderingen van Autoverhuur Randstad worden afgewezen.
2.6.
Gezien de voorgaande overweging behoeven de andere door [gedaagde] naar voren gebrachte punten geen nadere bespreking.
Autoverhuur Randstad wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten
2.7.
Autoverhuur Randstad wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van [gedaagde] worden vastgesteld op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00
2.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van Autoverhuur Randstad af,
3.2.
veroordeelt Autoverhuur Randstad in de proceskosten van € 947,00 te vermeerderen met de kosten van betekening als Autoverhuur Randstad niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
veroordeelt Autoverhuur Randstad tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten indien Autoverhuur Randstad niet na betekening van het vonnis tot betaling van de proceskosten overgaat,
3.4.
verklaart de veroordelingen onder 3.2 en 3.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is bij vervroeging gewezen door mr. J.C.J. Luijten en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025.