ECLI:NL:RBOBR:2025:3660

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
01/185324-24
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel en bezit van verdovende middelen met vrijspraak voor ketamine

Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die gedurende 15 maanden betrokken was bij de handel in harddrugs, waaronder MDMA, amfetamine, cocaïne en metamfetamine. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden drugs in zijn woning, waaronder Oxycodon, hennep en hasj. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van twee jaren. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met een dagvaarding op 15 november 2024, en de rechtbank heeft de verdachte op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, schuldig bevonden aan de feiten 1, 2, 4 en 5. Feit 3, het opzettelijk in voorraad hebben van ketamine, werd niet bewezen, en de verdachte werd daarvan vrijgesproken. De rechtbank overwoog dat de verdachte zich langdurig schuldig had gemaakt aan drugshandel, wat schadelijk is voor de gezondheid van de afnemers. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.185324.24
Datum uitspraak: 26 juni 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1978,
wonende te [adres 3] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 december 2024, 18 maart 2025 en 12 juni 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 november 2024.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van18 maart 2025 en 12 juni 2025 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van feit 1:
hij op 15 oktober 2024 te [geboorteplaats] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- in totaal ongeveer 1380 gram, zijnde in totaal ongeveer 3888 pillen MDMA,
- in totaal ongeveer 500 gram (kristallen) en/of 29,1 gram (brokjes) MDMA,
- in totaal ongeveer 716,20 gram amfetamine,
- in totaal ongeveer 124,87 gram cocaïne,
- in totaal ongeveer 86,66 gram metamfetamine en/of
- 40 tabletten Oxycodonhydrochloride (Oxycodon),
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, amfetamine, cocaïne, metamfetamine en/of Oxycodon,
zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Ten aanzien van feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2023
tot en met 14 oktober 2024 te [geboorteplaats] en/of een of meer andere plaatsen in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
een of meer (grote) hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, amfetamine, cocaïne en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine,
zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Ten aanzien van feit 3:
hij op of omstreeks 15 oktober 2024 te [geboorteplaats] ,
al dan niet opzettelijk zonder registratie zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet een werkzame stof, te weten ongeveer 95,76 gram ketamine, in elk geval een hoeveelheid van een materieel bevattende ketamine,
in voorraad heeft gehad;
Ten aanzien van feit 4:
hij op of omstreeks 15 oktober 2024 te [geboorteplaats] ,
al dan niet opzettelijk een of meer geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten
- 642 pillen Sildenafil Citrate (CeAforce) en/of
- 50 spuiten en/of 10 doosjes Melanotan II,

in voorraad heeft gehad;

Ten aanzien van feit 5:
hij op 15 oktober 2024 te [geboorteplaats] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 167,30 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of
ongeveer 1515,2 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,
zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak feit 3.

In navolging van de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank het onder feit 3 ten laste gelegde, het opzettelijk in voorraad hebben van 95,76 gram ketamine, niet bewezen. De in beslag genomen hoeveelheid is enkel indicatief getest. Er is geen monster aangeboden aan de forensische opsporing, waardoor de partij niet is onderzocht en niet definitief is getest door het NFI. Evenmin heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: “IGJ”) gerapporteerd over de vraag of verdachte op de datum genoemd in de tenlastelegging beschikte over een registratie (als bedoeld in de Geneesmiddelenwet) op grond waarvan hij ketamine in voorraad zou mogen hebben. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.

De bewijswaardering.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte heeft het onder feit 1, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bekend. Hij betwist het onder feit 2 ten laste gelegde, de handel in verdovende middelen, te hebben begaan.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Verdachte heeft duidelijk en ondubbelzinnig bekend de tijdens de actiedag op 15 oktober 2024 aangetroffen en in beslag genomen hoeveelheden harddrugs, geneesmiddelen en softdrugs opzettelijk aanwezig/in voorraad te hebben gehad. Gelet op de bekennende verklaring, volstaat de rechtbank ten aanzien van het onder feit 1, feit 4 en feit 5 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
  • De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 12 juni 2025;
  • Het relaas van verbalisant [verbalisant 1] , opgemaakt en ondertekend op 15 oktober 2024, p. 131-133;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , opgemaakt en ondertekend op 16 oktober 2024, p. 134-136 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 25 oktober 2024, p. 204-227 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 25 oktober 2024, p. 228-246 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 25 oktober 2024, p. 247-254 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 13 november 2024, p. 255-257 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , opgemaakt en ondertekend op 22 november 2024, p. 258-264 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 001), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen, p. 265 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 002), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 266 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 003), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 267 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 004), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 268 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 005), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 269 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 006), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 270 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 008), opgemaakt en ondertekend door ing. P.H. Walinga op 20 november 2024, p. 271 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 009), opgemaakt en ondertekend door ing. P.H. Walinga op 20 november 2024, p. 272 van het einddossier;
  • Het deskundigenrapport van NFiDent, zaaknummer 2024.11.18.096 (aanvraag 007), opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen op 18 november 2024, p. 273 van het einddossier;
  • Het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 26 november 2024, p. 276-287 van het einddossier;
  • De deskundigenrapportage productbeoordeling 25-040 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, opgemaakt en ondertekend door inspecteur I. Rakraky op 14 mei 2025 (los);
  • De deskundigenrapportage bevoegdheidsbeoordeling 25-040 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, opgemaakt en ondertekend door J. de Lange op 14 mei 2025 (los).
Partiele vrijspraak feit 4: opzettelijk in voorraad hebben Melanotan II.
In navolging van de officier van justitie acht de rechtbank het opzettelijk in voorraad hebben van Melanotan II niet wettig en overtuigend bewezen. Het middel is onderzocht door de IGJ, maar niet kan worden geconcludeerd dat de bij verdachte aangetroffen Melanotan II een geneesmiddel (als bedoeld in de Geneesmiddelenwet) is. Verdachte zal van het onder feit 4 ten laste gelegde dan ook partieel worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2: dealen harddrugs
Bewijsmiddelen.
1.
Een proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [woonadres verdachte] , inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , opgemaakt en ondertekend op 18 juni 2024, p. 26-32 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Van maandag 17 juni 2024, omstreeks 11.15 uur tot en met dinsdag 18 juni, omstreeks 10.30 uur werd in verband met onderzoek Willem een camera geplaatst op de openbare weg. De camera werd hierbij gericht op de voordeur van Hollandhof 86 te [geboorteplaats] en de parkeerplaatsen voor de woning. Het onderzoek was gericht op de verdenking van de handel in verdovende middelen door [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1978 te [geboorteplaats] . Zijn woonadres betrof Hollandhof 86 te [geboorteplaats] .
Op dinsdag 18 juni 2024 keek ik, [verbalisant 8] , de camerabeelden uit en zag het volgende:
Maandag 17 juni 2024
(...)
18.46
uur (19.46 uur)
Voordeur ging weer open en dicht. Vervolgens kwam NN12 op de fiets weer in beeld en fietste weg richting Weg door de Rijpel. Tijdens het fietsen stopte hij iets in zijn rechterbroekzak wat hij in zijn rechterhand hield (het was iets kleins want er stak niets uit zijn handen).
Dinsdag 18 juni 2024
8.38
uur (09.38 uur)
Er liep een jongen richting de voordeur.
8.39
uur (09.39 uur)
Dezelfde jongen liep weer weg en stopte iets in zijn zak.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen observatie donderdag 18 juli 2024, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] , [verbalisant 11] en [verbalisant 12] , opgemaakt en ondertekend op 9 oktober 2024, p. 36-37 van het einddossier, voor zover inhoudende:
15:30 uur:
Op donderdag 18 juli 2024, omstreeks 15:30 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 12] , dat [verdachte] in zijn T-Roc, kenteken [kentekennummer 1] , vanaf zijn woning reed in de richting van Zuidende te [geboorteplaats] . (...).
[verdachte] parkeerde zijn T-Roc vervolgens aan de rechterzijde van de weg, ter hoogte van de aldaar gelegen parkeergarage.
15:33 uur:
Zag ik, verbalisant [verbalisant 12] , dat een man, lang vies haar, dragend een PSV t-shirt, lange blauwe trainingsbroek, donkerkleurig petje op zijn hoofd in de richting van de T-Roc liep. Ik zag dat deze man op de bijrijdersstoel van de T-Roc, naast [verdachte] , ging zitten.
Ik, verbalisant [verbalisant 12] , zag dat deze man na ongeveer 1 minuut uit de auto van [verdachte] stapte.
Ik zag dat deze man weg liep in de richting van het centrum van [geboorteplaats] .
15:36 uur:
Ik, verbalisant [verbalisant 11] , zag vervolgens dat de zwarte T-Roc, [kentekennummer 1] , met daarin 1 man achter het stuur parkeerde op de Kegelbaan te Helmond . Ik, verbalisant [verbalisant 11] , zag dat een blanke man, dragend een groen T-shirt, naar de zwarte T-Roc liep en ik zag dat deze man als bijrijder in de zwarte T-Roc stapte. Ik zag dat de man met het groene shirt, kort daarop weer uit de zwarte T-Roc stappen. Ik zag dat de man, dragend groen T-shirt, naar een witte Fiat Doblo, kenteken [kentekennummer 2] liep. Deze man stapte in de Fiat Doblo als bestuurder. Ik zag dat de Fiat vervolgens wegreed.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen observatie 30 juli 2024, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 13] , [verbalisant 14] en [verbalisant 15] , opgemaakt en ondertekend op 8 augustus 2024, p. 44-45 van het einddossier, voor zover inhoudende:
(…)
30 juli 2024 om 09:45 uur
Ik, verbalisant [verbalisant 13] , zag dat er een man (hierna [alias 1] genoemd) met een Ford Focus naast eerdergenoemde T-Roc stopte. Ik zag dat [verdachte] als bijrijder in deze Ford stapte. Ik zag dat [verdachte] en [alias 1] ongeveer 1 minuut samen in de Ford Focus zaten. Ik zag dat beiden uitstapten en dat [verdachte] als bestuurder instapte in de Ford en dat [alias 1] als bestuurder instapte in de T-Roc. Ik zag dat beide voertuigen de parkeerplaats verlieten en globaal richting de N329 reden.
Ik zag vervolgens dat de Ford Focus voorzien was van Nederlands kenteken [kentekennummer 3] en dat
[verdachte] alleen in het voertuig zat.
30 juli 2024, 10:00 uur:
Ik, verbalisant [verbalisant 14] , stond bij de McDonalds aan de Deltaweg in [geboorteplaats] . Ik zag dat de Ford voorzien van Nederlands kenteken [kentekennummer 3] het parkeerterrein van de McDonalds gelegen aan de Deltaweg opreed. Ik zag dat de Ford kort stopte op het parkeerterrein. Ik herkende de bestuurder als zijnde [verdachte] en zag dat hij alleen in het voertuig zat. Ik zag dat [verdachte] naar een persoon wees of wenkte. Ik zag dat [verdachte] vervolgens contact maakte met een voor mij NN-persoon, (hierna [alias 2] genoemd). Ik zag dat de Ford ongeveer twintig meter verplaatste naar een ander parkeervak. Ik zag dat [alias 2] bij de Ford, aan de bijrijderszijde instapte en kort daarna weer uitstapte. Ik zag dat [alias 2] vervolgens naar een fiets liep. Ik zag dat de Ford hierna weer het parkeerterrein van de McDonalds verliet.
Ik, verbalisant [verbalisant 15] , herkende [alias 2] die kort in de Ford Focus, voorzien van Nederlands
kenteken [kentekennummer 3] , zat en contact had met de verdachte [verdachte] als de mij ambtshalve bekende [persoon 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1965 te [geboorteplaats] .
4.
Een proces-verbaal van bevindingen observatie 28 augustus 2024, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] , [verbalisant 16] en [verbalisant 17] , opgemaakt en ondertekend op 11 september 2024, p. 46-47 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Om 14:19 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 16] , dat er een kale man met een fors postuur en een grijs T-shirt richting de voordeur van [woonadres verdachte] liep. Ik zag dat de man naar binnen liep. Ik zag dat de man, enkele seconden later, weer uit de woning kwam.
Om 14.20 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 17] , dat bovengenoemd persoon wegreed in een Mercedes bus met kenteken [kentekennummer 4] (…).
Om 14.23 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 16] , dat er een witkleurig voertuig de oprit van [woonadres verdachte] op reed. Ik zag dat er een man uitstapte en richting de voordeur van de woning van [woonadres verdachte] liep. Ik zag dat de man de woning binnen liep.
Om 14.24 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 16] , dat er een man met een wit T-shirt en een donkere korte broek aan kwam lopen. Ik zag dat de man richting de voordeur van [woonadres verdachte] liep en dat hij vervolgens naar binnen ging. Ik zag dat de man enkele seconden later de woning verliet.
(...)
Om 14:48 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 16] , dat de Ford Focus met kenteken [kentekennummer 3] geparkeerd stond op de Doorneind in [geboorteplaats] . Ik zag dat het voertuig ter hoogte van [bedrijf] geparkeerd stond. Ik zag dat er een man met een korte blauwe broek, blauw T-shirt en een blauw petje achterstevoren op het voertuig instappen via de bijrijderszijde. Ik zag dat de man ongeveer vijf minuten in het voertuig zat en dat hij vervolgens weer uitstapte. Ik zag dat de man vervolgens zijn weg vervolgde, door het steegje heen, in de richting van de doorgaande weg de Molenstraat.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen observatie, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 9] , opgemaakt en ondertekend op 10 oktober 2024, p. 48-49 van het einddossier, voor zover inhoudende:
15:52 uur:
Zag ik, verbalisant [verbalisant 10] , [verdachte] , rijden in een zwarte Ford Focus, kenteken [kentekennummer 5] .
[verdachte] droeg een donkerkleurig petje, en zat alleen in het voertuig. [verdachte] reed in de richting van de gemeente Deurne.
15:57 uur:
Ik, verbalisant [verbalisant 10] , zag dat [verdachte] een parkeerplaats bij het Esso station opreed. Dit Esso tankstation is gelegen aan de [adres 1] te Deurne
15:59 uur:
Zagen wij, verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 9] , dat een man naar de auto van [verdachte] liep en vervolgens instapte in de Ford Focus van [verdachte] . Deze man had een licht getinte huid, donker grijzend haar, normaal postuur en lengte ongeveer 170 à 175 cm.
16.00 uur:
Zag ik, verbalisant [verbalisant 9] , dat de voornoemde man weer via het rechtervoorportier uit de Ford Focus uitstapte. Ik zag vervolgens dat deze man instapte in een donkerkleurige Volkswagen Polo, voorzien van het kenteken [kentekennummer 6] . Ik zag dat de Volkswagen naast de Ford Focus geparkeerd stond. Vervolgens reed eerst de Ford Focus de parkeerplaats af en daarna de Volkswagen Polo. Ik zag dat de Ford Focus over de N270 in de richting van Deurne reed.
(...)
Vervolgens zagen wij, verbalisanten, [verdachte] weer rijden in de richting van Deurne.
16:23 uur:
Vervolgens zag ik, verbalisant [verbalisant 10] , de Ford Focus met daarin [verdachte] geparkeerd staan op het parkeerterrein van de [kerk] te Helmond . Deze kerk is gelegen aan de [adres 2] te Helmond .
Dit parkeerterrein komt uit bij de Weg door de Rijpel. De woning van [verdachte] is gelegen op korte afstand, (minder dan 1 minuut met de auto) van zowel de voornoemde kerk als het voornoemd parkeerterrein.
Ik zag naast [verdachte] , op de bijrijdersstoel van de Ford Focus, een kale man zitten. Ik zag dat deze kale man, na ongeveer 1 minuut, weer uit de auto van [verdachte] stapte. Ik zag dat [verdachte] vervolgens wegreed in de richting van zijn woning. Ik zag dat de kale man een lichtbruinkleurige jas droeg met een wit klein bontkraagje.
Deze blanke kale man had een normaal postuur en was ongeveer 175 cm lang. Ik zag dat deze man vervolgens de Jumbo inliep. (...)
6.
Een proces-verbaal van bevindingen identiteit gebruiker #6069, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 2 januari 2025, p. 53-68 van het einddossier (inclusief bijlagen), voor zover inhoudende:
(...)
Resumé
Van de 104 nachten in de onderzoeksperiode van het bevel ex. artikel 126m maakt de
telefoon 102 keer gebruik van een zendmast. De woning van verdachte valt binnen het
dekkingsgebied van deze zendmast;
In een ontvangen sms word de gebruiker van [mobielnummer 1] [verdachte] genoemd;
In verstuurde sms door de gebruiker van [mobielnummer 1] noemt hij de Ford Focus, nabij het
adres [adres 3] als ontmoetingsplek. Verdachte woont zelf op [woonadres verdachte] .
Gebruiker van [mobielnummer 1] verstuurde op 30 juli 2024, om 08:19 uur, een sms dat hij op en
neer moet naar Oss. Op diezelfde ochtend werd hij herkend door opsporingsambtenaren op
een parkeerplaats in Oss. Zijn telefoon maakte rondom het tijdstip van herkenning
verbinding met een zendmast. De parkeerplaats viel binnen het dekkingsgebied van de
zendmast.
Op 15 oktober 2024 werd er een telefoon in beslag genomen in de woning van verdachte [verdachte]
[verdachte] . Na analyse bleek dat deze telefoon hetzelfde IMEI had als het getapte IMEI. In de
telefoon werd een whatsappaccount aangetroffen met het telefoonnummer [mobielnummer 1] .
Naar aanleiding van bovengenoemde bevindingen vermoed ik dat verdachte [verdachte] de
gebruiker is van het telefoonnummer [mobielnummer 2] .
7.
Een proces-verbaal van bevindingen bijzonderheden taps, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , opgemaakt en ondertekend op 2 januari 2025, p. 69-70 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Door het Team Criminele Inlichtingen van de Eenheid Brabant-Oost werden 2 telefoonnummers aan het onderzoeksteam ter beschikking gesteld, welke in gebruik zouden zijn bij de verdachte [verdachte] . Het betroffen de telefoonnummers [mobielnummer 2] en [mobielnummer 3] .
Van deze telefoonnummers werden de historische verkeersgegevens opgevraagd en het bleek dat het telefoonnummer [mobielnummer 2] gekoppeld was aan het I-meinummer [nummer 1] en het telefoonnummer [mobielnummer 3] aan het I-mei nummer [nummer 2] . Beide telefoonnummers leken actief te zijn.
Opmerking: de laatste cijfers 0 van de I-mei nummers is willekeurig en kan elk cijfer zijn.
Voor genoemde I-meinummers werden op 2-7-2024 bevelen 126m van het Wetboek van
Strafvordering afgegeven (opnemen telecommunicatie), voor het I-meinummer [nummer 1] tot en met 15-10-2024 en voor het I-meinummer [nummer 2] tot en met 24-8-2024.
Bijzonderheden [nummer 1] :
• Tijdens een doorzoeking op 15-10-2024 werd in de woning van de verdachte [verdachte] , op het aanrecht in de keuken een GSM aangetroffen en in beslag genomen onder
goednummer 2261735. Het betrof een Samsung Galaxy A15. Na onderzoek bleek het
I-meinummer van genoemde GSM het getapte I-meinummer [nummer 3] te zijn met aan het Whatsappaccount gekoppelde nummer [mobielnummer 2] (bron: PV bevindingen
0B3R024305-231, bijlage 1)
• Er bleken van meerdere personen inkomende sms-berichten te zijn, welke in verhulde
tekst/samenstelling vermoedelijk te maken hadden met de aankoop en levering op
verschillende afgesproken plaatsen van verdovende middelen. Een groot aantal van deze
sms'jes zijn reeds gevoegd bij de verlengingen van de tap op genoemd I-meinummer,
(Bron: uitdraai tap-contacten, bijlage 2).
• Een viertal telefoonnummers bleken veelvuldig sms-contact te hebben gehad met het
getapte I-meinummer, namelijk:
- het telefoonnummer [mobielnummer 4] : 225 sms-contacten. Het nummer staat op naam van
de ambtshalve bekende druggebruiker [persoon 1] , wonende [adres 4]
[adres 4] .
- het telefoonnummer [mobielnummer 5] : 20 sms-contacten. Het nummer betreft een prepaid,
maar is in gebruik bij genoemde [persoon 1] ,
- het telefoonnummer [mobielnummer 6] : 65 sms-contacten. Het nummer staat ten name van
de ambtshalve druggebruikster [persoon 2] , wonende [adres 5] en
- het telefoonnummer [mobielnummer 7] : 19 sms-contacten. Het nummer is in gebruik bij de
ambtshalve bekende druggebruiker [persoon 3] , geboren op [geboortedatum 3] 1979, verblijvende [adres 6] .
De sms-jes verstuurd door genoemden [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] zijn als bijlagen bij het
einddossier gevoegd.
8.
Een proces-verbaal van bevindingen ontvangen sms, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 3 februari 2025, p. 76-82 van het einddossier, voor zover inhoudende:
[mobielnummer 4] [persoon 1]In onderstaande tabellen zijn de gegevens uit het tap systeem bewerkt en verwerkt tot een
leesbaarder bestand.
Het telefoonnummer [mobielnummer 4] wordt in onderstaande tabellen aangeduid als #8821
Het telefoonnummer [mobielnummer 2] wordt in onderstaande tabellen aangeduid als #6069.
27 juli 2024
(afbeelding)
3 augustus 2024
(afbeelding)
20 augustus 2024
(afbeelding)
Duiding berichtgeving
Om 09:23 uur stuurt #6069 het volgende bericht:
Kijk goed rond of er geen petten ergens staan bij mij in de buurt.
Het is mij ambtshalve bekend dat met
Pettende politie bedoeld wordt, verwijzend naar de oude platte pet welke door vele politiediensten werd/wordt gedragen.
[mobielnummer 5] [persoon 1]In onderstaande tabellen zijn de gegevens uit het tap systeem bewerkt en verwerkt tot een
leesbaarder bestand.
Het telefoonnummer [mobielnummer 5] wordt in onderstaande tabellen aangeduid als #3138
Het telefoonnummer [mobielnummer 2] wordt in onderstaande tabellen aangeduid als #6069.
12 oktober 2024
(afbeelding)
Duiding van de berichtgeving
(…) Hij zegt tegen gebruiker #8821 dat hij kompleet moet zijn. Ik vermoed dat hiermee bedoeld werd dat gebruiker #8821 voldoende geld mee moet nemen.
Gedurende de gevorderde periode van het bevel ex. artikel 126m van het Wetboek van
Strafvordering stuurt verdachte [verdachte] berichten naar [persoon 1] met de vraag of hij
Kompleetis.
(afbeelding)
Duiding berichtgeving
Gelet op de verdenking richting verdachte [verdachte] vermoed ik dat er met kompleet het bij hebben van geld voor de aankoop van verdovende middelen bedoeld werd.
9.
Een proces-verbaal van bevindingen [rekeningnummer 1] , inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 9 juli 2024, p. 93-107 van het einddossier (inclusief bijlagen), voor zover inhoudende:
Door mij werden de bij mij bekend geworden bankgegevens van verdachte [verdachte] geanalyseerd over de onderzoeksperiode 1 juni 2023 tot en met 1 juni 2024.
Transacties in relatie tot de vermoedelijke handel in verdovende middelenIk bekeek de transactiegegevens van de SNS-bankrekening [rekeningnummer 1] op alle
bijschrijvingen door particulieren. (…)
Ik zag dat er in de gevorderde periode 135 bijschrijvingen waren gedaan door particulieren.
Ik zag dat er veel kleine ronde bedragen werden bij geschreven door derden. Ik zag dat bij deze bijschrijvingen een omschrijving stond die deed vermoeden dat zij een terugbetaling deden voor bijvoorbeeld:
Boodschappen/tickets/uiteten etc..
Hieronder volgt een opsomming van bijschrijvingen door particulieren die mogelijk te maken hebben met de handel/afname van verdovende middelen. Per rekeningnummer volgt een bijlage met daarin de volledige transactie van het rekeningnummer:
[persoon 4] met rekening [rekeningnummer 2]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 1
• [persoon 4] maakt in de gevorderde periode € 1455 over naar de rekening van verdachte
[verdachte] ;
• Tussen woensdag 23 augustus 2023 en zondag 3 september 2023 maakt [persoon 4] acht
keer opeenvolgend een bedrag van € 20 of € 40 over naar verdachte [verdachte] met als omschrijving:
Uit etentje.• Tussen donderdag 21 september 2023 en donderdag 26 oktober 2023 maakt [persoon 4]
negen keer opeenvolgend een bedrag van € 20 of € 40 over naar verdachte [verdachte] met als
omschrijving:
Bowlen + eten.• Tussen zaterdag 28 oktober 2023 en 23 januari 2024 maakt [persoon 4] negen keer opeenvolgend een bedrag van € 20 of € 40 over naar verdachte [verdachte] met als omschrijving:
GranTurismo 7.Ik weet dat Gran Turismo 7 een videogame is wat gespeeld wordt op de gameconsole Playstation. Ik bekeek de prijzen via de zoeksite Google en zag dat het spel tussen de € 37
en € 50 kostte. Het is niet aannemelijk dat iemand negen keer eenzelfde videogame verkoopt aan dezelfde persoon;
• Tussen donderdag 25 januari 2024 en vrijdag 31 mei 2024 maakt [persoon 4] dertien keer opeenvolgend bedragen over variërend van € 10, € 40 en € 50 over met als
omschrijving:
Tanken.
• Het is opvallend dat het nagenoeg allemaal ronde bedragen zijn.
[persoon 5] met rekeningnummer [rekeningnummer 3]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 2
• [persoon 5] maakt in de gevorderde periode € 1062,50 over naar de rekening van verdachte [verdachte] ;
• Ik bekeek de naam in de politiesystemen en zag dat onder andere de naam [persoon 5] geboren [geboortedatum 4] 1989 in [geboortedatum 7] in de resultaten voor kwam. Ik zag dat [persoon 5] op 09-04-2024
was veroordeeld voor bezit harddrugs in ons district. [persoon 5] is een bekende harddrugsgebruiker.
• Ik zag dat [persoon 5] zeven keer een bijschrijving deed op de rekening van verdachte [verdachte] . Ik zag dat zes van deze bijschrijvingen ronde bedragen waren.
[persoon 6] met rekeningnummer [rekeningnummer 4]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 3
• [persoon 6] maakt in de gevorderde periode € 575 over naar de rekening van
verdachte [verdachte] ;
• Op donderdag 14 september 2023, donderdag 6 oktober en vrijdag 7 oktober 2023 maakt
[persoon 6] opeenvolgend een bedrag van € 25, € 40 en € 25 over naar de rekening van
verdachte [verdachte] met als omschrijving:
Uit eten.• Het is opvallend dat het allemaal ronde bedragen zijn.
[persoon 7] met rekeningnummer [rekeningnummer 5]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 4
• [persoon 7] maakt in de gevorderde periode € 395 euro over naar de rekening van
verdachte [verdachte] ;
• De eerste transactie is op 20 december 2023 en de laatste op 31 maart 2024;
• De bijschrijvingen zijn ronde bedragen en bestaan vooral uit bijschrijvingen van € 20 en
€ 40 met een uitzondering van € 75 euro.
[persoon 8] met rekeningnummer [rekeningnummer 6]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 5
• [persoon 8] maakt in de gevorderde periode € 303 over naar de rekening van
verdachte [verdachte] ;
• Ik zag dat [persoon 8] in totaal negen bijschrijvingen deed met diverse omschrijvingen
zoals
Ns-treinkaart, lidl stofzuiger.
• Het is opvallend dat het nagenoeg allemaal ronde bedragen zijn.
[persoon 9] met rekeningnummer [rekeningnummer 7]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 6
• [persoon 9] maakt in de gevorderde periode € 240 over naar de rekening van verdachte [verdachte] ;
• Op 22 december 2023, op 21 februari 2024 en 22 maart 2024 maakt [persoon 9] € 100, € 70 en € 70 euro over naar verdachte [verdachte] . Ik zag in de omschrijvingen dat er werd verwezen
naar:
Boodschappen kerst diner, Boodschappen BBQ en Vakantie.• Het is opvallend dat het allemaal ronde bedragen waren.
[persoon 10] met rekeningnummer [rekeningnummer 8]Zie voor de volledige transactiegegevens bijlage 7
• [persoon 10] maakt in de gevorderde periode € 175 over naar de rekening van
verdachte [verdachte] ;
• Ik zag dat [persoon 10] drie overboekingen deed van € 50 met als omschrijving:
Boodschappen.• Ik zag dat er 1 overboeking werd gedaan van € 25 zonder omschrijving;
• Ik zag dat het allemaal ronde bedragen waren. Het is niet aannemelijk dat alle
boodschappen betaling exact ronde bedragen zijn.
Overige enkele transactiesIn bijlage 8 zijn alle overige eenmalige transacties opgenoemd van particulieren aan verdachte [verdachte] .
10.
Een proces-verbaal van bevindingen bijzondere transactis, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 15] , opgemaakt en ondertekend op 3 juli 2024, p. 108-114 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Ik verbalisant [verbalisant 15] , zag dat er op naam van [verdachte] met het volgende rekeningnummer van de Rabobank [rekeningnummer 9] diverse bijzondere transacties hadden plaatsgevonden.
In deze gegevens kwamen meerdere personen naar voren die betalingen deden op bovenstaande rekening van [verdachte] . Het viel mij op dat [persoon 11] en de overige tenaamstellingen, elke maand minimaal 1 betaling had gedaan, maar vaak meerdere.
Ik zag dat de eerste transactie op 1 juni 2023 begon en de laatste op 5 juni 2024. Tot 5 juni 2024 zijn de gegevens opgevraagd.
Opvallend zijn de omschrijvingen en de bedragen van eenieder naar de rekening van [verdachte] .
Uit de analyse kun je zien dat er ook andere opmerkelijke transacties hebben plaatsgevonden.
De omschrijving die werd gegeven komt veelvuldig voor. Gezien de bedragen die worden
overgemaakt, daarvan is het mij ambtshalve bekend dat dit ook overeenkomt met de aankoop van een kwart tot meerdere grammen harddrugs.
11.
Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] , opgemaakt en ondertekend op 15 oktober 2024, p. 131-133 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Op dinsdag 15 oktober 2024, omstreeks 09:27 uur, werd door de Ondersteuningsgroep (OG) van de politie Eenheid Oost-Brabant voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de woning, [adres 3] .
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
(afbeelding)
12.
Een proces-verbaal van bevindingen goederen ten behoeve van de handel verdovende middelen verdachte [verdachte] , inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend op 26 november 2024 2024, p. 312 van het einddossier, voor zover inhoudende:
1.1.
Albert Heijn tas
In de keuken op de grond stond een Albert Heijn tas. De Albert Heijn tas werd in beslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-140 en voorzien van goednummer 2263988.
In deze tas trof het onderzoek diverse verdovende middelen, MDMA-kristallen, cocaïnebrokken en poeders, (…), methamfetamine en medicijnen.
Tussen deze goederen trof het onderzoeksteam goederen aan die nodig zijn bij de handel van verdovende middelen.
De goederen uit de Albert Heijn tas worden hieronder opgesomd.
1.1.1.
Weegschaal
In de bovengenoemde Albert Heijn tas werd een weegschaal aangetroffen. De weegschaal werd in beslag genomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname
PL2100-2024114952-195 en voorzien van goednummer 2264939. De weegschaal wordt gebruikt om de juiste hoeveelheid verdovend middel te selecteren en te verkopen aan de afnemer.
1.1.2.
Gripzakjes
In bovengenoemde Albert Heijn tas werden 102 doorzichtige gripzakjes aangetroffen. De gripzakjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-167 en voorzien van goednummer 2264179.
Gripzakjes worden gebruikt om de geselecteerde hoeveelheid verdovende middelen in te verpakken en zo te verkopen aan de afnemer.
1.1.3.
Verschillende gripzakjes
In bovengenoemde Albert Heijn tas werden 13 doorzichtige verschillende gripzakjes van
verschillend formaat aangetroffen. De gripzakjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-169 en voorzien van goednummer 2264536.
Gripzakjes worden gebruikt om de geselecteerde hoeveelheid verdovende middelen in te verpakken en zo te verkopen aan de afnemer.
Door het onderzoeksteam werden er 13 verschillende gripzakjes geteld.
1.1.4.
Geheel witte envelopjes
In bovengenoemde Albert Heijn tas werden 125 stuks seals/envelopjes aangetroffen. Ik zag dat op de envelopjes geen afbeeldingen en/-of merknamen werden weergegeven. De envelopjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-170 en voorzien van goednummer 2264558.
De envelopjes zijn kenmerkend voor de verkoop van verdovende middelen zoals cocaïne/amfetamine en andere verdovende middelen in poedervorm. De gebruiker/afnemer krijgt zijn gebruikershoeveelheid aangeboden in dichtgevouwen envelopje. Gemiddeld zit er in een envelopje 0,5 tot 1 gram verdovend middel.
1.1.5.
Pablo envelopjes
In bovengenoemde Albert Heijn tas werden 172 stuks seals/envelopjes aangetroffen. Op de
envelopjes stond de naam Pablo met daarnaast een afbeelding van vermoedelijk Pablo Escobar, beroemde cocaïnedealer uit Colombia.
De envelopjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname
PL2100-2024114952-172 en voorzien van goed nummer 2264562.
De envelopjes zijn kenmerkend voor de verkoop van verdovende middelen zoals cocaïne/amfetamine en andere verdovende middelen in poedervorm. De gebruiker/afnemer krijgt zijn gebruikershoeveelheid aangeboden in dichtgevouwen envelopje. Gemiddeld zit er in een envelopje 0,5 tot 1 gram verdovend middel.
1.1.6.
White gold envelop
In bovengenoemde Albert Heijn tas werden 200 White gold envelopjes aangetroffen. De whitegold envelopjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-173 en voorzien van goednummer 2264564.
De envelopjes zijn kenmerkend voor de verkoop van verdovende middelen zoals
cocaïne/amfetamine en andere verdovende middelen in poedervorm. De gebruiker/afnemer krijgt zijn gebruikershoeveelheid aangeboden in dichtgevouwen envelopje. Gemiddeld zit er in een envelopje 0,5 tot 1 gram verdovend middel. (zie foto 5)
1.2.
White gold envelop
In de kelderkast werd een bruine tas aangetroffen. In de tas werden 2550 White Gold envelopjes aangetroffen. De whitegold enveloppen werden in beslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-20241149-58 en voorzien van goednummer 2261880.
De envelopjes zijn kenmerkend voor de verkoop van verdovende middelen zoals cocaïne/amfetamine en andere verdovende middelen in poedervorm. De gebruiker/afnemer krijgt zijn gebruikershoeveelheid aangeboden in dichtgevouwen envelopje. Gemiddeld zit er in een envelopje 0,5 tot 1 gram verdovend middel.
1.3.
White gold envelop
Op het aanrechtblad, aan de rechterzijde, van de woning werden 16 whitegold envelopjes
aangetroffen. De White gold envelopjes werden inbeslaggenomen en verwerkt onder kennisgeving van inbeslagname PL2100-2024114952-142 en voorzien van goednummer 2263992.
De envelopjes zijn kenmerkend voor de verkoop van verdovende middelen zoals cocaïne/amfetamine en andere verdovende middelen in poedervorm. De gebruiker/afnemer krijgt zijn gebruikershoeveelheid aangeboden in dichtgevouwen envelopje. Gemiddeld zit er in een envelopje 0,5 tot 1 gram verdovend middel.
Resumé1 x weegschaal aangetroffen
3063 papieren envelopjes
115 doorzichtige gripzakjes
13.
Een proces-verbaal van bevindingen analyse Samsung A15 [verdachte] , inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 18] , opgemaakt en ondertekend op 19 december 2024 2024, p. 320-322 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Op dinsdag 15-10-2024 werd onder de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1978 een GSM in beslag genomen. Deze werd aangetroffen tijdens de doorzoeking in de woning, op het keukenblad in de keuken van het adres [adres 3] . Het betrof een Samsung Galaxy A15, goednummer 2261735. Van de betreffende GSM werd een zogenaamde “Image” gemaakt met het forensische data analyseprogramma Cellebrite Reader en geanalyseerd.
Uit de analyse bleek het volgende:
Het toestel was gekoppeld aan het Imei-nummer [nummer 3] en het Imsi-nummer
[nummer 4]
ICCID: [nummer 5]
De toewijzingsdatum was 06-05-2024
Whatsapp account: User ID: [mobielnummer 2] @s_whatsappnet met de naam [whatsapp naam] (owner)
De (gewiste) Whatsapp berichten worden vanaf het toestel verzonden en ontvangen met het
telefoonnummer [mobielnummer 2] . Dit nummer bevond zich in het onderzoek onder de tap.
Er werd voornamelijk gebruik gemaakt van internet, geen relevante telefoongesprekken.
In de contacten komen onder andere de namen en telefoonnummers voor van
vermoedelijke afnemers:
- [persoon 12] [mobielnummer 8] (Whatsapp en SMS-berichten), uit onderzoek is gebleken dat dit
vermoedelijk [persoon 12] , [geboortedatum 5] 1981 betreft.
- [alias persoon 1] [mobielnummer 4] (Whatsapp en SMS-berichten), uit onderzoek is gebleken dat dit
vermoedelijk [persoon 1] , [geboortedatum 2] 1965 betreft.
- [alias persoon 1] [mobielnummer 5] (Whatsapp en SMS-berichten), uit onderzoek is gebleken dat dit
vermoedelijk [persoon 1] , [geboortedatum 2] 1965 betreft.
- [alias persoon 13] [mobielnummer 9] (Whatsapp en SMS-berichten), uit onderzoek is gebleken dat dit
vermoedelijk [persoon 13] , [geboortedatum 6] , 1974 betreft.
In de foto’s staan afbeeldingen van vermoedelijk verdovende middelen, de herkomst is niet
te achterhalen en of dit zelfgemaakte foto’s zijn of van internet.
Bovengenoemde foto’s lijken op kristallen vermoedelijk verdovende middelen. Ten tijde van de doorzoeking in de woning, werden soort gelijke kristallen aangetroffen.
Ten tijde van de doorzoeking in de woning werd ook een zak met henneptoppen aangetroffen en in beslag genomen, lijkend op bovengenoemde foto’s.
Op deze foto zijn seals te zien. Ten tijde van de doorzoeking werden diverse seals aangetroffen, waaronder “White Gold”, deze werden in beslaggenomen.
Nadere bewijsoverweging.
Verdachte ontkent in MDMA, amfetamine, cocaïne en metamfetamine te hebben gedeald. Hij stelt dat hij zijn woning enkel ter beschikking heeft gesteld als stashplek, dat hij afsprak met ambtshalve bekende afnemers van drugs om samen te gebruiken en dat hij enkel (kortstondige) vriendschappelijke contacten onderhield vanuit zijn woning en voertuig. Deze verklaring van verdachte is volstrekt onaannemelijk gelet op de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen, in het bijzonder de combinatie van de inhoud van de sms’jes, de korte contactmomenten, de ‘Tikkies’ en de in de woning van verdachte aangetroffen hoeveelheden drugs, geld en verpakkingsmateriaal De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte en opgesomde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1:
op 15 oktober 2024 te Helmond ,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- in totaal ongeveer 1380 gram van een materiaal bevattende MDMA,
- in totaal ongeveer 500 gram (kristallen) en 29,1 gram (brokjes) van een materiaal bevattende MDMA,
- in totaal ongeveer 716,20 gram van een materiaal bevattende amfetamine,
- in totaal ongeveer 124,87 gram van een materiaal bevattende cocaïne,
- in totaal ongeveer 86,66 gram van een materiaal bevattende metamfetamine en
- 40 tabletten van een materiaal bevattende Oxycodonhydrochloride (Oxycodon),

zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

Ten aanzien van feit 2:
in de periode van 1 juni 2023 tot en met 14 oktober 2024 in Nederland,
meermalen, telkens opzettelijk
heeft verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, amfetamine, cocaïne en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine,
zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Ten aanzien van feit 4:
op 15 oktober 2024 te Helmond ,
opzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten
- 642 pillen Sildenafil Citrate (CeAforce)

in voorraad heeft gehad;

Ten aanzien van feit 5:
op 15 oktober 2024 te Helmond ,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 167,30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en
ongeveer 1515,2 gram hennep, zijnde hasjiesj en hennep, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden onvoorwaardelijk.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft verzocht aan verdachte een deels voorwaardelijke (gevangenis)straf op te leggen als forse stok achter de deur om ervoor te zorgen dat verdachte zijn woning niet opnieuw beschikbaar stelt als stashplek.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich lange tijd schuldig gemaakt aan het dealen van MDMA, amfetamine, cocaïne en metamfetamine. Verdachte had grote hoeveelheden harddrugs in zijn woning liggen, waaronder Oxycodon. Een zeer verslavende pijnstiller met veel bijwerkingen. Ook beschikte verdachte over hennep, hasj en een grote hoeveelheid erectiepillen die bij onjuist gebruik voor hartfalen kunnen zorgen. Tijdens de geplande actiedag bleek dat verdachte daarnaast grote hoeveelheden contant geld, gripzakjes en snow seals in zijn woning had liggen. Het aantreffen van een weegschaaltje waarop de juiste hoeveelheid van een verdovend middel kon worden geselecteerd, duidt op grootschalige handel. Verdachte heeft hiermee bijgedragen aan de instandhouding van het gebruik van verdovende middelen door zijn afnemers, terwijl algemeen bekend is dat (hard)drugs zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Verdachte handelde uit puur winstbejag. Hij wilde op een snelle manier extra geld verdienen.
Strafblad
Uit het uittreksel justitiële documentatie van 6 mei 2025 blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaren niet is veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten. Zijn laatste veroordeling op dat gebied stamt uit 2019.
Persoon van verdachte
Er is, gezien de proceshouding van verdachte, geen reclasseringsrapport uitgebracht. Verdachte heeft tot de inhoudelijke behandeling een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting van 12 juni 2025 heeft hij naar voren gebracht dat hij lijdt aan migraine en om die reden experimenteerde met de in zijn woning aanwezige drugs en geneesmiddelen. Verdachte heeft geen (verdere) openheid gegeven over de feiten en vindt alles verklaarbaar.
LOVS-oriëntatiepunten
Om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten door rechtbanken ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) oriëntatiepunten voor strafoplegging ontwikkeld. Voor het dealen van harddrugs vanuit een pand en/of op straat, met enige regelmaat, gedurende een periode van zes tot twaalf maanden, geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. In dit geval acht de rechtbank bewezen dat verdachte gedurende een periode van 15,5 maand harddrugs heeft gedeald. Voor het bezit van harddrugs gaat de rechtbank uit van trede 10: 2000-3000 gram. Daarvoor geldt een uitgangspunt van 9 maanden gevangenisstraf. Voor het aanwezig hebben van softdrugs gaat de rechtbank uit van trede 4: 500-2500 gram. Daarvoor geldt een uitgangspunt van 100 uur taakstraf. Voor het in voorraad hebben van geneesmiddelen, zijn geen oriëntatiepunten ontwikkeld.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de
duur van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden is. Deze straf dient ter normbevestiging, vergelding en preventie, zowel naar verdachte toe als richting de samenleving. Met het voorwaardelijke gedeelte van de straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is sinds 18 maart 2025 geschorst. Verdachte is inmiddels ruim drie maanden op vrije voeten. De rechtbank acht het niet passend om verdachte, in afwachting van het onherroepelijk worden van het vonnis of een eventueel hoger beroep, opnieuw in voorlopige hechtenis te nemen en zal het bevel tot voorlopige hechtenis schorsen voor onbepaalde tijd. De beslissing tot wijziging van de schorsingsvoorwaarden zal in een apart beslissing worden opgenomen.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst onder 13 genoemde en in beslag genomen (nep)horloge vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het op de beslaglijst onder 12 genoemde en in beslag genomen horloge aan verdachte, omdat het belang van strafvordering zich naar het oordeel van de rechtbank niet meer verzet tegen de teruggave van dit in beslag genomen goed. Immers, op basis van het dossier heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat dit horloge nep is.
Van de overige op de beslaglijst genoemde goederen heeft verdachte ter terechtzitting van 12 juni 2025 afstand gedaan, zodat de rechtbank daarop geen beslissing meer behoeft te nemen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen: 14a, 14b, 14c, 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, 40 van de Geneesmiddelenwet, 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende misdrijven oplevert:
Ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 4:
opzettelijk begaan van de overtreding van artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet.
Ten aanzien van feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
- verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot:
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 4, feit 5:
 Een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 maanden met aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
6 maanden voorwaardelijken een
proeftijd van 2 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Beslag
- gelast de teruggave van het in beslag genomen goed, vermeld op de lijst van in beslag genomen voorwerpen:
12. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL2100-2024114952-G2262245, Zilverkleurig, merk: Rolex), aan verdachte die is aan te merken als de redelijkerwijs rechthebbende persoon.
- onttrekt aan het verkeer het in beslag genomen goed, te weten:
13. 1 STK Horloge ((Omschrijving: PL2100-2024114952-G2265508 / Audemars Piguet rubens barrichello Limited Edition, zilverkleurig, merk: Audemars Piguet)
Voorlopige hechtenis
- wijzigt de bij beslissing van 18 maart 2025 en 12 juni 2025 opgelegde schorsingsvoorwaarden in die zin dat het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte wordt geschorst voor onbepaalde tijd. Deze beslissing is tevens apart geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.M.T. Keukens, voorzitter,
mr. M.L.W.M. Viering en mr. R. Grimbergen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. N.J.S. Doornbosch, griffier,
en is uitgesproken op 26 juni 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, Districtsrecherche Helmond , onderzoek Willem, onderzoeksnummer OB3R024305.