Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
- terwijl de lading in het door hem, verdachte bestuurde voertuig, niet zodanig was gezekerd, dat deze onder normale omstandigheden, waaronder volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, de stabiliteit van het voertuig niet in gevaar kon brengen, en/of
- terwijl hij, verdachte, op korte afstand een stilstaande, althans langzaam rijdende file was genaderd te rijden, zonder voortdurend zijn aandacht bij het verkeer te houden, en/of
- de snelheid van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig niet zodanig te regelen en/of aan te passen dat hij in staat was om het voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was en/of
- met het door hem, verdachte, bestuurde voertuig tegen een zich voor hem rijdende, althans zich bevindende bakwagen is gereden en/of gebotst,
waardoor, althans mede waardoor, de in het door hem, verdachte, bestuurde voertuig vervoerde lading is gaan schuiven en/of in beweging is gekomen en/of waardoor deze lading de linker schuifdeur van het door hem bestuurde voertuig van binnenuit naar buiten heeft vervormd en/of waardoor, althans mede waardoor een botsing en/of aanrijding is ontstaan met/tussen/door het door hem, verdachte, bestuurde voertuig en een tegemoetkomend voertuig, waardoor, althans mede waardoor, een ander (de bestuurder van dat tegemoetkomend voertuig, genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten tien, althans een of meer gebroken ribben, waarvoor operatie noodzakelijk was, en/of een gebroken sleutelbeen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
- terwijl de lading in het door hem, verdachte bestuurde voertuig, niet zodanig was gezekerd, dat deze onder normale omstandigheden, waaronder volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, de stabiliteit van het voertuig niet in gevaar kon brengen, en/of
- terwijl hij, verdachte, op korte afstand een stilstaande, althans langzaam rijdende file was genaderd,
- heeft gereden, zonder voortdurend zijn aandacht bij het verkeer te houden, en/of
- de snelheid van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld en/of aangepast dat hij in staat was om het voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was en/of
- met het door hem, verdachte, bestuurde voertuig tegen een zich voor hem rijdende, althans zich bevindende bakwagen is gereden en/of gebotst,
waardoor, althans mede waardoor, de in het door hem, verdachte, bestuurde voertuig vervoerde lading is gaan schuiven en/of in beweging is gekomen en/of waardoor deze lading de linker schuifdeur van het door hem bestuurde voertuig van binnenuit naar buiten heeft vervormd en/of waardoor, althans mede waardoor een botsing en/of aanrijding is ontstaan met/tussen/door het door hem, verdachte, bestuurde voertuig en een tegemoetkomend voertuig, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
De formele voorvragen.
De beoordeling van het tenlastegelegde.
het beoordelingskader
de bewijsmiddelen.
feiten en omstandigheden
de conclusie
De bewezenverklaring.
- terwijl de lading in het door hem, verdachte, bestuurde voertuig niet zodanig was gezekerd dat deze onder normale omstandigheden – waaronder volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek – de stabiliteit van het voertuig niet in gevaar kon brengen, en
- terwijl hij, verdachte, op korte afstand een stilstaande, althans langzaam rijdende, file was genaderd, zonder voortdurend zijn aandacht bij het verkeer te houden, en
- de snelheid van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig niet zodanig te regelen of aan te passen dat hij in staat was om het voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was en
- met het door hem, verdachte, bestuurde voertuig tegen een voor hem rijdende, althans zich bevindende, bakwagen is gereden,
mede waardoor de in het door hem, verdachte, bestuurde voertuig vervoerde lading is gaan schuiven en waardoor deze lading de linker schuifdeur van het door hem bestuurde voertuig van binnenuit naar buiten heeft vervormd en mede waardoor een aanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde voertuig en een tegemoetkomend voertuig, waardoor een ander (de bestuurder van dat tegemoetkomende voertuig, genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten tien gebroken ribben, waarvoor operatie noodzakelijk was en een gebroken sleutelbeen werd toegebracht.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
taakstrafvoor de duur
van 80 uren[tachtig uren] te vervangen door 40 dagen hechtenis indien veroordeelde deze taakstraf niet of niet naar behoren verricht.
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur
van zes maanden.
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van twee jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.