Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[gedaagde 1 hfdzk / eiser inc] ,
JUKAMA BEHEER B.V.,
3.[gedaagde 3 hfdzk / eiser inc] ,
STIJKO HILL B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in incident van [gedaagde 1 hfdzk / eiser inc] en Jukama van 9 april 2025
- de conclusie van antwoord tevens houdende een incidentele vordering tot afschrift bescheiden van [gedaagde 3 hfdzk / eiser inc] en Stijko van 9 april 2025
2.Het geschil
3.De beoordeling in het door [gedaagde 1 hfdzk / eiser inc] en Jukama opgeworpen incident
4.De beoordeling in het door [gedaagde 3 hfdzk / eiser inc] en Stijko opgeworpen incident
in haar administratie niet terug heeft kunnen vinden’. Daarmee heeft ProLease echter niet gesteld dat er over die jaren geen accountantsverklaringen zijn opgesteld. Hoewel ProLease in principe niet kan worden veroordeeld om bescheiden aan [gedaagde 3 hfdzk / eiser inc] en Stijko ter beschikking te stellen die zij niet heeft, mag van haar wel enige inspanning worden verwacht om die bescheiden alsnog in haar bezit te krijgen (bijvoorbeeld door de verklaringen bij de accountant op te vragen). Dat het voor ProLease onmogelijk is om de ontbrekende accountantsverklaringen alsnog te verkrijgen is niet gesteld of gebleken. De rechtbank zal de vordering van [gedaagde 3 hfdzk / eiser inc] en Stijko op dit punt daarom toewijzen voor de vier nog ontbrekende accountantsverklaringen, met inachtneming van de overwegingen hiervoor over bescheiden die ProLease niet heeft.
de correspondentie tussen [gedaagde 1 hfdzk / eiser inc] en accountant in dat kader” zal ook worden toegewezen. ProLease heeft hierover in haar verweer slechts in algemene zin opgemerkt dat de gevorderde bescheiden onvoldoende bepaald zijn. Daarin kan de rechtbank ProLease niet volgen. De vordering ziet op de correspondentie tussen [gedaagde 1 hfdzk / eiser inc] en de accountant van ProLease die verband houdt met (het opstellen van) de accountantsverklaringen over de afgelopen 11 jaar. Dat is naar het oordeel van de rechtbank voldoende ingekaderd en dus bepaald en een verder verweer heeft ProLease niet gevoerd.
5.De beslissing
9 juli 2025voor beraad rolrechter over het houden van een mondelinge behandeling.