ECLI:NL:RBOBR:2025:3936

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 juni 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
NL:TZ:0000379523:M001
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om beloning voor extra uren door mentor in het kader van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren

Op 30 juni 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven op een verzoek van een mentor om extra beloning voor 41 gewerkte uren in de periode van januari tot en met mei 2025. Het verzoek werd ingediend op 30 mei 2025, maar de kantonrechter heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling. De mentor vroeg om een machtiging voor extra gewerkte uren, verwijzend naar artikel 4 lid 5 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 1:460 lid 2 BW de mentor recht heeft op beloning volgens de regels van de Minister van Veiligheid en Justitie. De Regeling beloning, die per 1 januari 2015 van kracht is, heeft een forfaitair karakter en is gebaseerd op solidariteit, waarbij eenvoudige mentorschappen de lasten van ingewikkelder mentorschappen dragen. Extra beloning is alleen mogelijk in uitzonderlijke situaties, wat niet snel mag worden toegepast. De kantonrechter concludeerde dat de werkzaamheden die door de verzoeker zijn gespecificeerd, niet onder uitzonderlijke omstandigheden vallen, en dat de extra uren niet buitenproportioneel waren. Daarom werd het verzoek om extra beloning afgewezen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. F.H. Schormans.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Toezicht
Locatie 's-Hertogenbosch
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000379523:M001
CBM-nummer
:
[dossiernummer]
beschikkingsnummer
:
[beschikkingsnummer]
datum
:
30 juni 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:

[naam mentor]

handelend onder de naam [bedrijfsnaam mentor]
Postbus [postbusnummer] , [postcode] [vestigingsplaats] ,
Kamer van Koophandel-nummer [kvk] ,
hierna te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] [geboorteland] [geboortedatum] ,wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats]hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 30 mei 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Verzoeker vraagt om 41 extra uren over de periode januari 2025 tot en met mei 2025 in rekening te mogen brengen conform artikel 4 lid 5 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Verzoeker licht het verzoek als volgt toe:
“Hierbij het verzoek om een machtiging extra gewerkte uren.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 1:460 lid 2 BW kan de mentor aanspraak maken op een beloning overeenkomstig de regels die daaromtrent bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie zijn vastgesteld. Per 1 januari 2015 geldt de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: Regeling beloning).
Het uitgangspunt van de Regeling beloning is, dat de regeling een forfaitair karakter heeft. Bij professionals en stichtingen met vrijwilligers geldt de beloning als een gemiddelde en het systeem gaat uit van de solidariteitsgedachte dat de eenvoudige mentorschappen mede de lasten van ingewikkelder mentorschappen dragen. Inherent hieraan is dat niet voor alle extra werkzaamheden een extra beloning kan worden gevraagd. In de toelichting op de regeling is expliciet aangegeven dat extra beloning alleen mogelijk is in uitzonderlijke situaties en dat niet te snel mag worden overgegaan tot afwijking van de regeling. Verzoeken om extra beloning zullen worden getoetst aan dit criterium.
Wat onder uitzonderlijke omstandigheden wordt verstaan, kan niet in een limitatieve opsomming in de Regeling worden vastgesteld. Deze omstandigheden zijn immers toegesneden op de omstandigheden die zich in een specifiek geval kunnen voordoen en zijn naar hun aard niet alle voorzienbaar. Wat in geen geval onder uitzonderlijke omstandigheden kan worden verstaan zijn de werkzaamheden die blijkens de toelichting vallen onder de verschillende voor professionele vertegenwoordigers onderscheiden categorieën werkzaamheden.
De door verzoeker gespecificeerde werkzaamheden die tot de extra uren hebben geleid zien op werkzaamheden die door een mentor worden geacht te worden verricht, zoals vermeld in de toelichting op de Regeling onder artikel 4, tweede lid. Dat de werkzaamheden en extra uren, zoals door verzoeker toegelicht buitenproportioneel zijn geweest over de periode januari 2025 tot en met mei 2025 maakt niet dat sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.
De kantonrechter heeft geen twijfel dat het hier een betrokkene betreft die in 2025 extra zorg en aandacht nodig heeft gehad, maar het is nu juist de eerder genoemde solidariteitsgedachte en het forfaitaire karakter van de beloning die maken dat voor deze extra uren geen extra beloning wordt toegekend. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek dient te worden afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2025.
De griffier De kantonrechter