Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
Zij op of omstreeks 19 mei 2023 te Heerlen, gemeente Heerlen, althans inNederland, als werkgever, al dan niet opzettelijk handelingen heeft verricht en/ofnagelaten in strijd met de arbeidsomstandighedenwet en/of op de daaroprustende bepalingen, immers heeft zij in strijd met- artikel 5, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van hetarbeidsomstandighedenbeleid niet in een inventarisatie en evaluatie schriftelijkvastgelegd welke risico-beperkende maatregelen bij het beschreven aspect'aanrijdgevaar’ zijn genomen en/of dienen te worden genomen bij dewerkzaamheden op het (buitenterrein van het) Op- en Overslagterrein bij hetgelijktijdig op het terrein bewegen/bevinden van mobiele arbeidsmiddelen enpersonen;en/of- artikel 8, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd datde werknemers doeltreffend werden ingelicht over de werkzaamheden op het(buitenterrein van het) Op- en Overslagterrein en de daaraan verbonden risico’s(aanrijdgevaar), alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's tevoorkomen of te beperken;en/of- artikel 8, vierde lid van de Arbeidsomstandighedenwet niet, althansonvoldoende, toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gerichtop het voorkomen of beperken van de risico's bij het werken met mobielearbeidsmiddelen in aanwezigheid van personen;en/of- artikel 7.17c lid 4 en/of lid 5 en/of lid 6 Arbeidsomstandighedenbesluit geen,althans geen doeltreffende verkeersregels vastgesteld teneinde het aanrijdgevaar tevoorkomen in het geval werknemers zich binnen de werkzone van mobielearbeidsmiddelen bevinden (lid 4) en/of geen doeltreffende organisatorischemaatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers zich bevinden in dewerkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving (lid 5) en/of geendoeltreffende maatregelen genomen om — indien dit voor de goede uitvoeringvan de werkzaamheden op het Op- en Overslagterrein is vereist — te voorkomendat deze werknemers door een mobiele arbeidsmiddel gewond kunnen raken:
zij op of omstreeks 19 mei 2023 te Heerlen, gemeente Heerlen, althans inNederland, zeer/grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettenden/of onachtzaam en/of onzorgvuldig en/of nalatig heeft gehandelddoor een werknemer, de heer [slachtoffer] , arbeid te laten verrichten op het Open Overslagterrein aldaar waarbij mobiele arbeidsmiddelen en voetgangers(werknemers) zonder afdoende instructies en/of voorlichting zich door elkaarvoortbewogen,terwijl zij, verdachte,-bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid had nagelaten de risico’svan aanrijdgevaar op het (buiten)terrein van Op- en Overslag te inventariseren enin een evaluatie schriftelijk vast te leggen welk specifieke risico aanrijdgevaar hetmet zich meebrengt als mobiele arbeidsmiddelen zich binnen de werkzone waarwerknemer(s) zich kunnen bevinden, beweegt en/ofen/of-er niet voor heeft gezorgd dat risico-beperkende maatregelen waren ontschrevenen/of getroffen teneinde het aanrijdgevaar door mobiele arbeidsmiddelen envoetgangers (werknemers) aldaar te beperken zoals het opstellen van eendeugdelijk verkeersplan en het vaststellen van doeltreffende verkeersregels;en/of-er niet voor heeft gezorgd dat de werknemer(s) die aldaar werkzaamhedenverrichtte(n), doeltreffend werd(en) ingelicht over de te verrichtenwerkzaamheden en het daaraan verbonden risico van aanrijdgevaar, alsmede overde maatregelen die erop gericht waren dit risico te voorkomen of te beperken;en/of-niet heeft toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht ophet voorkomen of beperken van de risico’s bij voormelde werkzaamheden;en/of-niet, althans onvoldoende werknemers heeft aangesproken om de shovel metlaadbak (laadschop) op de juiste manier te gebruiken,
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
de rechtbankverzocht om tot een partiële vrijspraak te komen, omdat er in de risico-inventarisatie en evaluatie (hierna: RI&E) wel degelijk aandacht is besteed aan aanrijdgevaar. Ten aanzien van het overige heeft de verdediging geen verweren gevoerd.
De bewezenverklaring.
op 19 mei 2023 te Heerlen, gemeente Heerlen, als werkgever, opzettelijk handelingen heeft nagelaten in strijd met de arbeidsomstandighedenwet en op de daarop rustende bepalingen, immers heeft zij in strijd met- artikel 5, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van hetarbeidsomstandighedenbeleid niet in een inventarisatie en evaluatie schriftelijkvastgelegd welke risico-beperkende maatregelen bij het beschreven aspect'aanrijdgevaar’ zijn genomen en dienen te worden genomen bij dewerkzaamheden op het (buitenterrein van het) Op- en Overslagterrein bij hetgelijktijdig op het terrein bewegen/bevinden van mobiele arbeidsmiddelen enpersonen;en- artikel 8, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd datde werknemers doeltreffend werden ingelicht over de werkzaamheden op het(buitenterrein van het) Op- en Overslagterrein en de daaraan verbonden risico’s(aanrijdgevaar), alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's tevoorkomen of te beperken;en- artikel 8, vierde lid van de Arbeidsomstandighedenwet niet, althansonvoldoende, toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gerichtop het voorkomen of beperken van de risico's bij het werken met mobielearbeidsmiddelen in aanwezigheid van personen;en- artikel 7.17c lid 4 en/of lid 5 en/of lid 6 Arbeidsomstandighedenbesluit geen,althans geen doeltreffende verkeersregels vastgesteld teneinde het aanrijdgevaar tevoorkomen in het geval werknemers zich binnen de werkzone van mobielearbeidsmiddelen bevinden (lid 4) en/of geen doeltreffende organisatorischemaatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers zich bevinden in dewerkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving (lid 5) en/of geendoeltreffende maatregelen genomen om — indien dit voor de goede uitvoeringvan de werkzaamheden op het Op- en Overslagterrein is vereist — te voorkomendat deze werknemers door een mobiele arbeidsmiddel gewond kunnen raken:
op of omstreeks 19 mei 2023 te Heerlen, gemeente Heerlen, aanmerkelijk onvoorzichtig en nalatig heeft gehandeld door een werknemer, de heer [slachtoffer] , arbeid te laten verrichten op het Op en Overslagterrein aldaar waarbij mobiele arbeidsmiddelen en voetgangers (werknemers) zonder afdoende instructies en voorlichting zich door elkaarvoortbewogen, terwijl zij, verdachte,-bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid had nagelaten de risico’svan aanrijdgevaar op het (buiten)terrein van Op- en Overslag te inventariseren enin een evaluatie schriftelijk vast te leggen welk specifieke risico aanrijdgevaar hetmet zich meebrengt als mobiele arbeidsmiddelen zich binnen de werkzone waarwerknemer(s) zich kunnen bevinden, beweegt en-er niet voor heeft gezorgd dat risico-beperkende maatregelen waren omschrevenen getroffen teneinde het aanrijdgevaar door mobiele arbeidsmiddelen envoetgangers (werknemers) aldaar te beperken zoals het opstellen van eendeugdelijk verkeersplan en het vaststellen van doeltreffende verkeersregels;en-er niet voor heeft gezorgd dat de werknemer(s) die aldaar werkzaamhedenverrichtte(n), doeltreffend werd(en) ingelicht over de te verrichtenwerkzaamheden en het daaraan verbonden risico van aanrijdgevaar, alsmede overde maatregelen die erop gericht waren dit risico te voorkomen of te beperken;en-niet heeft toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht ophet voorkomen of beperken van de risico’s bij voormelde werkzaamheden;en-niet, althans onvoldoende werknemers heeft aangesproken om de shovel metlaadbak (laadschop) op de juiste manier te gebruiken,waardoor het aan haar schuld te wijten is dat de werknemer [slachtoffer] door eenaanrijding met een shovel met laadbak, zodanig zwaar lichamelijk letsel heeftbekomen dat hij daardoor, op 19 mei 2023, is overleden.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
straf:
geldboeteter hoogte van
150.000,00 euro;
50.000 euro, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten, op de grond dat verdachte voor het einde van een proeftijd van
twee jaarde hierna te noemen voorwaarde niet heeft nageleefd;