ECLI:NL:RBOBR:2025:4151

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
400797 HA ZA 24-74
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van kosten voor bodemsanering en schadevergoeding wegens huurderving in verband met het gebouw De Witte Dame te Eindhoven

In deze civiele zaak vordert De Witte Dame Monumenten B.V. (DWD) vergoeding van kosten voor juridische en bouwkundige bijstand in verband met de bodemsanering van het gebouw De Witte Dame in Eindhoven, dat eigendom is van DWD. De sanering wordt uitgevoerd door Signify Netherlands B.V., een divisie van Philips, die de verantwoordelijkheid voor de sanering heeft gekregen. DWD stelt dat er een overeenkomst is gesloten waarin Signify heeft toegezegd de kosten te vergoeden, wat door Signify wordt betwist. De rechtbank oordeelt dat Signify de kosten moet vergoeden, omdat DWD in redelijkheid heeft kunnen besluiten om deskundigen in te schakelen voor de monitoring van de saneringswerkzaamheden. DWD vordert ook schadevergoeding wegens huurderving, omdat een beoogde huurder, Tres Tapasbar Eindhoven B.V., pas per 1 oktober 2023 kon huren in plaats van per 1 maart 2023, wat DWD een gederfde huur van € 99.167,00 oplevert. De rechtbank wijst deze vordering af, omdat Signify niet heeft toegezegd dat de saneringsinstallatie op een bepaalde datum verwijderd zou worden. Daarnaast vordert DWD buitengerechtelijke incassokosten, maar ook deze vordering wordt afgewezen. De rechtbank compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/400797 / HA ZA 24-74
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
DE WITTE DAME MONUMENTEN B.V.,
te Eindhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: DWD,
advocaat: mr. G.D. Bosman,
tegen
SIGNIFY NETHERLANDS B.V.,
te Eindhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Signify,
advocaat: mr. W.J. Bosma.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties 1-58,
- de conclusie van antwoord met producties 1-10,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte overlegging producties tevens houdende vermeerdering van eis, met productie 59,
- de akte houdende overlegging producties van Signify, met producties 11-12,
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
DWD is eigenaar van het gebouw “De Witte Dame” te Eindhoven. Dat is een beschermd rijksmonument. DWD heeft als statutair doel het in stand houden van het gebouw.
2.2.
Signify is van oudsher een divisie van Koninklijke Philips Electronics B.V. en exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met de vervaardiging van elektrische lampen en verlichtingsapparaten.
2.3.
Het gebouw “De Witte Dame” was tot het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw in gebruik als fabriek van NV Philips Gloeilampenfabrieken. Als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van Philips in “De Witte Dame” is de bodem onder een deel van het gebouw en een deel van de Emmasingel verontreinigd.
2.4.
In de jaren ’80 kwam “De Witte Dame” leeg te staan en in de jaren ’90 werd het herontwikkeld. In het gebouw zijn diverse bedrijven en organisaties gehuisvest. Sinds 18 december 2008 is DWD de enige eigenaar van “De Witte Dame.”
2.5.
In het kader van de afsplitsing van – kort gezegd – Philips heeft Signify de verantwoordelijkheid voor de sanering van een groot aantal historische
bodemverontreinigingen meegekregen, inclusief de saneringsverplichting met betrekking tot
“De Witte Dame.”
2.6.
De gemeente Eindhoven had het plan uitgewerkt om in het jaar 2022 de kruising van de wegen Emmasingel en Keizersgracht opnieuw in te richten. Gelijktijdig daarmee wilde Signify de sanering uitvoeren. Daarmee is medio maart 2022 begonnen. De werkzaamheden zijn in de loop van 2023 afgerond.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
DWD heeft een akte vermeerdering van eis genomen, waartegen Signify bezwaar maakt omdat die gelet op artikel 87 lid 6 Rv en artikel 4.9 van het Landelijk procesreglement te laat is ingediend. De rechtbank verwerpt dit bezwaar. Op grond van artikel 130 Rv is de eisende partij bevoegd zijn eis te vermeerderen zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen. Dat was ten tijde van het indienen van de akte uiteraard nog niet het geval. Voor zover het bezwaar van Signify zo moet worden begrepen dat de indiening kort voor de mondelinge behandeling in strijd is met de goede procesorde, verwerpt de rechtbank dat bezwaar. De inhoud van de akte en bijbehorende producties is niet zodanig dat Signify door het toch toelaten daarvan in haar verdediging is geschaad. Signify heeft tijdens de mondelinge behandeling voldoende gelegenheid gehad om zich erover uit te laten en zij heeft dat ook gedaan.
3.2.
Het geschil in deze zaak draait om de financiële afwikkeling van de bodemsanering bij het gebouw “De Witte Dame. ”
3.3.
DWD vordert na haar eis te hebben gewijzigd – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Signify veroordeelt tot betaling van € 40.995,93 inclusief btw, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf de vervaldata van de facturen van DWD, subsidiair vanaf 22 maart
2023, dan wel vanaf de dag der dagvaarding
2. Signify veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 99.167,00 (exclusief
btw), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023, dan wel vanaf de dag
der dagvaarding,
3. Signify veroordeelt tot betaling van primair een bedrag van € 2.123,27 exclusief btw,
subsidiair € 1.111,96 exclusief btw, althans een door de rechtbank in goede justitie naar
redelijkheid en billijkheid te bepalen bedrag, wegens buitengerechtelijke incassokosten, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf de dag
van het ten te wijzen vonnis.
Een en ander met veroordeling van Signify in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
Vordering 1 – advies- en deskundigenkosten
3.4.
Deze vordering heeft betrekking op de kosten die DWD heeft gemaakt voor de inschakeling van deskundigen in verband met de bodemsanering bij het gebouw “De Witte Dame”. DWD stelt primair dat zij de inschakeling van die deskundigen met Signify is overeengekomen. Met Signify is afgesproken dat zij de kosten daarvan zal vergoeden. Signify heeft dat ook toegezegd. Subsidiair maakt DWD aanspraak op vergoeding van de kosten op grond van artikel 6:96 BW. Het gaat om kosten van juridische bijstand en kosten gemoeid met de nulmeting die DWD heeft laten uitvoeren. Dit laatste hield verband met het monitoren op verzakkingen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
3.5.
Signify betwist dat partijen overeenstemming hebben bereikt over vergoeding van de kosten.
3.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft DWD expliciet verklaard dat de primaire grondslag van de vordering is gebaseerd op wat is afgesproken/toegezegd in de gesprekken tussen DWD en Signify op 24 februari 2022, 11 januari 2023 en 20 september 2023.
3.7.
De rechtbank overweegt dat uit de uitgebreide correspondentie tussen partijen blijkt dat DWD vrijwel vanaf het begin aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van de kosten die zij zou maken voor deskundige bijstand. Signify wilde die kosten niet vergoeden. DWD heeft daarop bij brief van 21 december 2021 meegedeeld dat als Signify geen afspraken wilde maken over de sanering (waaronder over vergoeding van de door DWD te maken kosten), DWD geen toestemming zal geven voor het uitvoeren van de saneringswerkzaamheden.
3.8.
Partijen hebben vervolgens een afspraak gemaakt voor een gesprek op 24 februari 2022. Signify stuurt dan op 16 februari 2022 nog een brief aan DWD, waarin erop wordt gewezen dat op 1 maart 2022 moet worden gestart met de inrichting van het werkterrein om op 7 maart 2022 te kunnen beginnen met de saneringswerkzaamheden.
3.9.
DWD heeft een verslag opgesteld van het gesprek van 24 februari 2022. Daarin staat – voor zover voor de beoordeling van belang – het volgende:
“(…)
Afgesproken is dat ik namens cliënte een bericht aan u zou doen toekomen als voorzet voor
de vastlegging van besproken en gemaakte afspraken. In dit bericht neem ik die op. Graag
verneem ik van u of de weergave daarvan juist en volledig is en tot overeenstemming leidt.
(…)
6. Nulmeting
Signify, althans haar verzekeraar, zal op 3 maart 2022 een nulmeting uitvoeren aan het pand
De Witte Dame. Het rapport van die nulmeting zal Signify doen toekomen aan De Witte
Dame. Ook De Witte Dame zal een nulmeting laten uitvoeren. De kosten van de
inschakeling van de deskundige die de nulmeting voor De Witte Dame uitvoert zal Signify
vergoeden aan De Witte Dame.
(…)
9. Kosten juridische bijstand
De Witte Dame heeft kosten voor juridische bijstand gemaakt in het kader van het maken
van afspraken met Signify met betrekking tot de sanering. Die kosten worden vooralsnog
begroot op ongeveer € 10.000,00 inclusief btw. Signify zal deze kosten vergoeden aan De
Witte Dame.
(…)”
3.10.
Signify heeft daarop gereageerd bij e-mail van 3 maart 2022. In dat bericht staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)
Signify kan zich in hoofdlijnen verenigen met de inhoud van uw brief, maar heeft daarbij wel enkele belangrijke opmerkingen.
(…)
In de tweede plaats is tijdens het overleg van afgelopen donderdag aangegeven dat Signify een cap (van EUR 50.000,-) zou willen plaatsen op de kosten van de inzet van deskundigen- en rechtsbijstand van De Witte Dame Monumenten B.V., alsmede eventuele huurderving. Hoewel duidelijk aangegeven tijdens dit overleg, ontbreekt deze cap nog in de toegezonden brief. Signify wenst hier echter wel aan vast te houden, te meer nu zij meent dat deze cap zou moeten volstaan. In dit kader merk ik ook op dat het Signify enigszins heeft verbaasd dat de raming van de kosten voor rechtsbijstand - in slechts enkele dagen - van EUR 10.000,- (incl. BTW) zijn gestegen tot maar liefst EUR 20.000,- (incl. BTW). Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan Signify deze substantiële kostenstijging niet goed plaatsen. Ik verzoek u dan ook om dit nader toe te lichten aan de hand van specificaties. Aan de hand hiervan zal Signify beoordelen of de kosten redelijk zijn, zulks onder handhaving van de cap van EUR 50.000,-.
(…)”
3.11.
DWD reageert op 4 maart 2022 dat zij het niet eens is met de cap op de kosten. Verder schrijft DWD dat er nog geen sluitende afspraak ligt met betrekking tot aanspraken van huurders, maar dat wat DWD betreft wel kan worden gestart met de werkzaamheden omdat er over de overige onderwerpen wel afspraken zijn gemaakt en slechts enkele praktische zaken nog uitwerking behoeven. Vervolgens zijn de werkzaamheden ook gestart.
3.12.
Naast het vorenstaande is nog het volgende van belang. De bodemverontreiniging strekte zich uit onder “De Witte Dame” en een deel van de Emmasingel. Omdat de gemeente aan de slag wilde met de herinrichting van de Emmasingel wilde men de uitvoering van de bodemsanering daarmee laten samenvallen. Vanwege de gezamenlijke aanpak zat er tijdsdruk op het plan. Uit de stukken blijkt ook dat de gemeente Eindhoven een vergunning heeft gegeven voor het inrichten van een bouwplaats met ingang van 1 maart 2022 tot en met 8 juli 2022, gevolgd door een vergunning voor een kleinere bouwplaats tot en met 31 juli 2023. Sanering van de grond onder “De Witte Dame” was echter niet mogelijk zonder toestemming van DWD als eigenaar. DWD stelt dat Signify vanwege de onduidelijkheid over de medewerking van DWD al had geopperd om een kort geding te starten om die medewerking af te dwingen. Dat betwist Signify niet. Kortom, met de naderende deadline van 1 maart 2022 in zicht zijn partijen het gesprek van 22 februari 2022 ingegaan.
3.13.
De rechtbank overweegt dat DWD onder de hiervoor geschetste omstandigheden, bezien in samenhang met de onder 3.9-3.11 aangehaalde correspondentie, akkoord is gegaan met de uitvoering van de saneringswerkzaamheden in het vertrouwen dat partijen er wel uit zouden komen met betrekking tot de kosten van deskundige bijstand. Dat vertrouwen is gewekt door Signify. Zij schrijft immers op 3 maart 2022 niet dat zij de kosten in het geheel niet wil vergoeden, maar dat zij redelijke kosten zal vergoeden, met een cap van € 50.000,00. Dat partijen geen overeenstemming hebben over die cap, betekent dus niet dat DWD het standpunt van Signify zo moest begrijpen dat zij dan helemaal niets zou vergoeden. Dat DWD dat niet zo moest begrijpen, blijkt uit de e-mail van Signify van 4 maart 2022, waarin – voor zover hier van belang – het volgende staat:
“(…)
Fijn om in ieder geval alvast te vernemen dat De Witte Dame Monumenten B.V. ermee instemt dat de saneringswerkzaamheden worden gestart, in afwachting van de nadere reactie van cliënten.
Intussen ontvang ik inderdaad graag de declaraties/offertes zodat deze kunnen worden beoordeeld en de inhoud hiervan kan worden betrokken bij de nadere reactie van cliënten.
(…)”
DWD heeft vervolgens op 11 maart 2022 de bedoelde declaraties en offertes toegestuurd en schrijft in de begeleidende e-mail aan te nemen dat de uitvoering van de werkzaamheden is gestart. Signify heeft uiteindelijk aangeboden om een bedrag van € 15.000,00 – minder dan was destijds aan declaraties was ingediend – te vergoeden.
3.14.
De rechtbank volgt Signify niet in haar standpunt dat DWD heeft bevestigd dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de financiële afwikkeling. Signify verwijst daarvoor naar een e-mail van DWD van 30 maart 2022. In dat bericht bevestigt DWD echter alleen dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de financiële afwikkeling van eventuele aanspraken van
huurdersvan DWD. Met betrekking tot de kosten van deskundige bijstand herhaalt DWD juist – en terecht, zo vindt de rechtbank – dat daarover wel afspraken zijn gemaakt.
3.15.
De rechtbank volgt Signify ook niet in haar standpunt dat de toestemming van DWD om de sanering uit te voeren besloten ligt in de verplichting van DWD om daaraan mee te werken. Wat er van die verplichting ook zij, dan nog staat die er niet aan in de weg dat DWD probeert om de sanering op voor haar relevante voorwaarden te laten plaatsvinden. Signify is daar ook in meegegaan, getuige de onderhandelingen die partijen hebben gevoerd. DWD mag haar belangen behartigen en Signify heeft geen bepaling in de overeenkomst of andere uitlatingen/gedragingen van DWD naar voren gebracht waaruit zij iets anders redelijkerwijs heeft mogen afleiden.
3.16.
De conclusie uit het vorenstaande is dat Signify dus de kosten van DWD moet vergoeden. Daarbij moet het echter wel om kosten zijn die in redelijkheid zijn gemaakt. Van een carte blanche voor DWD kan geen sprake zijn en het moet voor DWD ook duidelijk zijn geweest dat dat nooit de bedoeling van Signify is geweest.
3.17.
DWD vordert aan hoofdsom een bedrag van € 40.995,93. Dat bedrag zit dus hoe dan ook onder de door Signify gewenste en DWD niet aanvaarde cap van € 50.000,00.
Kosten bouwkundige bijstand
3.18.
Op basis van de specificaties die DWD in het geding heeft gebracht (prod. 54, 55, 59) bedragen de kosten voor bouwkundige bijstand € 11.743,05 (incl. BTW). Dit bedrag is als volgt gespecificeerd:
Nemex Factuurnr. [nummer 1]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 2]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 3]
665,50
Nemex Factuurnr. [nummer 4]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 5]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 6]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 7]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 8]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 9]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 10]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 11]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 12]
514,25
Nemex Factuurnr. [nummer 13]
514,25
[A] Factuurnr. [nummer 14]
1.149,50
[A] Factuurnr. [nummer 15]
1.724,25
Econsultancy Factuurnr. [nummer 16]
2.032,80
=======
Totaal
11.743,05
3.19. “
De Witte Dame” is een beschermd rijksmonument. De grond onder en in de buurt van het gebouw moest deels worden gesaneerd. De eigenaar, DWD, heeft daar niet om gevraagd maar is daar eenvoudigweg mee geconfronteerd. Voor de saneringswerkzaamheden moest in de grond worden geboord. Het getuigt dan van zorgvuldigheid dat je als eigenaar van een pand dat in het te saneren gebied ligt ervoor zorgt dat er monitoring plaatsvindt met betrekking tot bijvoorbeeld verzakkingen. Vanwege de status van “De Witte Dame” geldt dat eens te meer. Dat je daarbij niet op voorhand vertrouwt op monitoring door de opdrachtgever van de sanering, maar daarvoor ook een eigen deskundige wil inschakelen als check op de bevindingen van de deskundige van de opdrachtgever, is bij een pand als “De Witte Dame” niet meer dan redelijk. De rechtbank is daarom van oordeel dat DWD in alle redelijkheid heeft kunnen besluiten om eigen deskundigen in te schakelen om erop toe te zien dat de saneringswerkzaamheden geen schade zouden toebrengen aan “De Witte Dame”. Signify betwist de noodzaak om een eigen deskundige in te schakelen omdat Signify op grond van de akte van levering eventuele schade die ontstaat naar aanleiding van de saneringswerkzaamheden aan “De Witte Dame” vergoedt, maar dat volgt de rechtbank gelet op het vorenstaande dus niet. DWD heeft er een gerechtvaardigd belang bij dat zij als het gaat om de vraag óf er schade is opgetreden, wordt bijgestaan door haar eigen deskundige(n). De rechtbank acht de gemaakte kosten ook redelijk. Signify stelt niet dat de deskundigen van DWD geen goed werk hebben verricht, of dat de uitkomst van hun metingen niet zou kloppen. De rechtbank zal de kosten voor deskundige bijstand daarom toewijzen, maar wel exclusief BTW. Signify betwist gemotiveerd dat DWD BTW verschuldigd is. Volgens Signify is het aannemelijk dat DWD voor een deel belaste prestaties verricht die voor BTW teruggave in aanmerking komen. DWD heeft dit niet weersproken. De gevorderde BTW zal daarom worden afgewezen, maar mocht de BTW toch verschuldigd zijn (in nader overleg tussen partijen en de Belastingdienst), dan zal Signify uiteraard de BTW moeten vergoeden; de rechtbank gaat ervan uit dat het voor partijen niet moeilijk is om te achterhalen (bij de Belastingdienst of een belastingadviseur) of in een gangbare situatie zoals hier aan de orde wel of niet BTW is verschuldigd. Dat betekent dat een bedrag van € 9.705,00 zal worden toegewezen. Signify heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente vanaf de factuurdata van DWD. Deze zal daarom worden toegewezen.
Kosten juridische bijstand
3.20.
De kosten die DWD vordert voor juridische bijstand bedragen op basis van de specificaties die zij in het geding heeft gebracht (prod. 54, 55, 59) € 29.252,88 (incl. BTW). Signify betwist deze kosten. De rechtbank is van oordeel dat bij een project van deze omvang en gelet op de belangen die er spelen van niet alleen DWD maar ook haar huurders, het redelijk is dat DWD zich heeft voorzien van juridische bijstand om haar positie veilig te stellen. De rechtbank hoeft niet stil te staan bij de vraag of de daarvoor gemaakte kosten wel of niet kosten zijn die vallen onder de verplichting van Signify tot vergoeding van schade aan “De Witte Dame” die ontstaat naar aanleiding van de saneringswerkzaamheden (als er geen schade is aan “De Witte Dame”, is er geen aanspraak op schadevergoeding), omdat partijen afspraken hebben gemaakt, zoals de rechtbank hiervoor heeft geoordeeld. Met betrekking tot de hoogte van de kosten voert Signify aan dat zij vindt dat onnodig werkzaamheden zijn verricht, althans werkzaamheden die niet per se door advocaten behoeven te worden verricht (o.a. het schrijven van de zienswijze naar aanleiding van het ontwerp van het instemmingsbesluit met betrekking tot het saneringsplan, jurisprudentieonderzoek, het verrichten van onderzoek naar de monumentale status van “De Witte Dame”, het volgen van publicaties van de gemeente etc.) en er door maar liefst vier verschillende advocaten in het dossier is gewerkt, terwijl daarvoor geen goede reden is te bedenken.
3.21.
DWD heeft haar juridische kosten door middel van facturen en de daaraan ten grondslag liggende specificaties van verrichte werkzaamheden en de daaraan bestede uren onderbouwd. Gelet daarop had het op de weg van Signify gelegen om haar standpunt dat de kosten niet (geheel) voor vergoeding in aanmerking komen nader te concretiseren, in plaats van het in algemene bewoordingen uiten van bezwaren. Het is niet de taak van de rechtbank om zelf in de facturen en specificaties op zoek te gaan naar welke werkzaamheden wel in redelijkheid zijn verricht, door wie en tegen welk tarief, en welke niet. Het verweer wordt daarom verworpen. De gevorderde kosten voor juridische bijstand zullen worden toegewezen, maar zonder de daarover berekende BTW. De rechtbank verwijst met betrekking tot de BTW naar wat daarover bij de kosten van bouwkundige bijstand is beslist. Dat betekent dat een bedrag van € 24.175,93 zal worden toegewezen. Signify heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente vanaf de factuurdata van DWD. Deze zal daarom worden toegewezen.
Vordering 2 - huurderving
3.22.
DWD vordert een vergoeding voor gederfde huur. Zij stelt dat Signify heeft toegezegd dat de installatie voor de saneringswerkzaamheden in oktober-november 2022 verwijderd zou worden. DWD is een huurovereenkomst gegaan met een horecaonderneming die een terras wilde exploiteren, Tres Tapasbar Eindhoven B.V. (hierna: Tres Tapas). Tres Tapas wilde de huurovereenkomst laten ingaan per 1 maart 2023. De installatie was toen nog niet verwijderd. Uiteindelijk is de huur pas ingegaan per 1 oktober 2023. DWD heeft dat deel van het gebouw dus 7 maanden lang niet kunnen verhuren aan Tres Tapas. De gederfde huur bedraagt € 99.167,00 exclusief BTW.
3.23.
Signify betwist onder meer dat een toezegging is gedaan met betrekking tot de termijn waarbinnen alle benodigde werkzaamheden zouden worden uitgevoerd en binnen welke termijn de diverse saneringsinstallaties zouden worden opgebroken.
3.24.
DWD verwijst naar de volgende stukken ter onderbouwing van de gestelde toezegging:
  • de presentatie van de plannen voor de sanering (prod. 7 dagv.)
  • het saneringsplan (prod. 11 dagv.)
  • de uitwerking van het saneringsplan (prod. 15 dagv.)
  • e-mail van Signify van 3 december 2021 (prod. 10 dagv.)
In de presentatie van de plannen voor de sanering staat onder ‘Planning’: Q2-Q3 2022 (7 maart tot 4 juli 2022). Dat ziet op de
aanlegfase. Dat heeft met oplevering niets te maken. Daarna moet de sanering nog doorgaan. Onder het kopje ‘Hinder’ staat daarom dat vanaf 4 juli 2022 de procescontainers op het Lichtplein aanwezig zullen zijn. De
beoogdestandtijd van de opstelling van de procesinstallatie Lichtplein/Witte Dame is 4 maanden, van juli tot en met oktober 2022. De rechtbank is het met Signify eens dat hierin geen harde datum voor oplevering van het terrein (waar Tres Tapas haar terras wilde exploiteren) is te lezen. Ook het saneringsplan biedt geen steun voor de stelling van DWD. Zij verwijst naar paragraaf 5.6. Daarin staat echter ook niet meer dan dat de aanlegfase van de sanering in de periode maart tot en met juli 2022 zal plaatsvinden. Verder staat er alleen een
globaleplanning in. Niet valt in te zien waarom daar rechten aan zouden kunnen worden ontleend. Ook het document dat DWD betitelt als het uitwerkingsplan (de Notitie Beoordeling effecten saneringsmaatregelen op gebouw Witte Dame Eindhoven) bevat geen harde einddatum met betrekking tot de oplevering. Gelet op het vorenstaande slaagt het verweer van Signify dat zij nooit een (expliciete) toezegging heeft gedaan met betrekking tot de termijn waarbinnen de saneringswerkzaamheden zouden zijn afgerond en wanneer de installaties zouden worden verwijderd. Dat Signify in haar e-mail van 3 december 2021 schrijft dat zij de sanering conform het saneringsplan zal uitvoeren leidt, in het licht van wat de rechtbank hiervoor over onder meer dat saneringsplan heeft overwogen, niet tot een ander oordeel. Alleen al daarom zal de vordering wegens huurderving worden afgewezen. Voor een andere conclusie zou een tekortkoming van Signify nodig zijn in haar algemene (impliciete) verplichting om binnen redelijke grenzen voortvarend te handelen als professionele saneerder; over een dergelijke tekortkoming is niets gesteld. De rechtbank meldt tot slot dat enkele stellingen van DWD over het gestelde causaal verband vragen oproepen: was het bij in de ogen van DWD onberispelijk handelen gelukt om te verhuren vanaf het gestelde tijdstip voor de gestelde huurprijs? Maar het is niet nodig om hier verder op in te gaan, omdat het verweer van Signify zoals hiervoor gemeld slaagt.
3.25.
De conclusie is dat de vordering wegens huurderving zal worden afgewezen.
Vordering 3 – buitengerechtelijke incassokosten
3.26.
DWD vordert een bedrag van primair € 2.123,27 exclusief BTW en subsidiair € 1.111,96 exclusief BTW als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Signify betwist deze kosten. Volgens haar biedt artikel 6:96 lid 2 geen grondslag voor vergoeding omdat in dit geval geen sprake is van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding. Dat verweer slaagt niet. Artikel 6:96 BW ziet op de vergoeding van vermogensschade. In lid 2 sub c worden redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte als vermogensschade aangemerkt. Artikel 6:96 lid 2 kan dus wel een grond bieden voor vergoeding van de door DWD gemaakte kosten. DWD stelt dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Signify voert daar tegen aan dat DWD ook al de daadwerkelijke advocaatkosten vordert, zodat de buitengerechtelijke kosten dubbel worden gevorderd. Verder zijn het volgens Signify kosten die vallen onder de proceskostenvergoeding van artikel 241 Rv. De rechtbank is het met Signify eens dat de kosten vallen onder de proceskostenvergoeding of al in de toe te wijzen hoofdsom zijn verwerkt; in elk geval is niet voldoende onderbouwd dat dit anders is en welke kosten nog voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen in de context van artikel 6:96 lid 2 BW. De buitengerechtelijke incassokosten worden daarom afgewezen.
Proceskosten
3.27.
Iedere partij is voor een deel in het ongelijk gesteld en de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Uitvoerbaar bij voorraadverklaring
3.28.
Signify stelt dat het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad moet worden verklaard. Zij voert daartoe aan dat DWD niet heeft onderbouwd wat haar belang is bij uitvoerbaar bij voorraadverklaring. Verder heeft Signify niet de zekerheid dat als zij bij een veroordelend vonnis tot betaling overgaat en dat vonnis in hoger beroep wordt vernietigd, DWD het betaalde kan terugbetalen. Het verweer slaagt al niet, omdat Signify het restitutierisico op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Het vonnis zal daarom uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, omdat het belang van DWD bij onverwijlde nakoming, alles in aanmerking genomen, zwaarder weegt dan het belang van Signify om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten. Hierbij is ook van belang dat het toegewezen bedrag een beperkt deel van het geheel en in de verhouding tussen partijen niet zeer aanzienlijk is en dat de standpunten van DWD wat betreft het toegewezen bedrag naar het oordeel van de rechtbank sterk zijn, om de hiervoor vermelde redenen.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
veroordeelt Signify met inachtneming van wat hiervoor onder 3.19. en 3.21. is overwogen met betrekking tot de BTW om aan DWD te betalen een bedrag van € 33.880,93, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.