Uitspraak
datum : 18 juni 2025
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft betrokkene, die onder bewind staat, verzocht om opheffing van het bewind. Hij is van mening dat hij in staat is zijn financiën zelfstandig te beheren. De bewindvoerder heeft echter twijfels over de capaciteiten van betrokkene om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Betrokkene voelt zich beperkt in zijn vrijheid omdat hij geen toestemming krijgt om grond in Ghana te kopen van de erfenis die hij heeft ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2025 heeft betrokkene bevestigd dat hij zich aangetast voelt in zijn vrijheid, maar ook dat hij twijfelt over zijn verzoek tot opheffing van het bewind. Hij heeft plannen om zijn vriendin naar Nederland te laten komen, maar ondervindt problemen met de IND en de gemeente heeft aangegeven dat hij te veel inteert op zijn vermogen.
De kantonrechter heeft de situatie van betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat deze complex is. Gezien de onderliggende stukken en de besproken zaken tijdens de zitting, is het niet verstandig om het bewind op te heffen. Betrokkene heeft momenteel genoeg aan zijn hoofd met zijn gezondheid en de problemen met de IND. De kantonrechter heeft daarom besloten het verzoek tot opheffing van het bewind af te wijzen, met de mogelijkheid dat betrokkene in de toekomst, wanneer zijn situatie stabieler is, kan toewerken naar zelfstandigheid. De beschikking is gegeven door mr. F.H.E. Boerma en is openbaar uitgesproken op 18 juni 2025.