Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de akte van [eiser] , met producties 39 tot en met 42,
- de akte van [gedaagde] B.V..
2.De verdere beoordeling
- [eiser] mag bij akte nadere stukken overleggen ter onderbouwing van zijn schade (verzekeringsclaim en herstelkosten) vangwege de ongevallen boom (r.o. 3.14 – 3.17 in het tussenvonnis),
- [gedaagde] mag bij akte reageren op het deskundigenrapport van de heer [A] (hierna: de deskundige) over de gestelde gevaarzetting door enkele bomen (vordering III B) en over de onrechtmatige hinder door de Hemelboom (vordering III C) (r.o. 3.54, 3.57 en 3.63 in het tussenvonnis),
- [gedaagde] mag daarnaast nog reageren op de door [eiser] in te brengen stukken over – kort gezegd – de schadeclaim (r.o. 4.2 van het tussenvonnis).
In de tuin staat op korte afstand van de kas een Acer pseudoplatanus die ook overal in de tuin zich uitgezaaid heeft. Middels VTA methode is deze boom gekeurd en blijkt deze meerdere gebreken te hebben. Deze boom bestaat uit 2 stammen die tegen elkaar gegroeid zijn middels een zogenaamde plakoksel. Omdat een plakoksel geen verbinding is tussen de 2 stammen schuren de stammen tegen elkaar waardoor reactieweefsel ontstaat, dat is de uitpuiling van de stam. Het kernhout van deze boom is rot waardoor er minder stabiliteit is. Tijdens een windvlaag, zware onweersbui kan een stam van deze boom uitscheuren en/of de hele boom omwaaien.”
Ook op korte afstand van de gevel staat een Picea abies en een aantal Picea omorika’s. Dit zijn groenblijvende coniferen die met sneeuwval last hebben van afscheurende takken. De Picea omorika’s groeien door lichtgebrek richting de kas en staan allemaal al meer of minder schuin richting de kasgevel.”
De conclusie is na de VTA controle dat meerder bomen eerder genoemd in dit rapport risicobomen zijn die bij een stevige, onweersbui, storm kunnen omwaaien en/of takbreuk zullen hebben. Een aantal bomen zijn attentiebomen die middels een goede snoeibeurt weer veilig zijn te maken. (…)
Inmiddels is het duidelijk dat de golfplaten wel aanzienlijk zijn aangetast en dat er in het verleden is geconstateerd dat er asbestverdachte platen aanwezig zijn. [gedaagde] voert dit alsnog aan om aan te tonen dat er weldegelijk schade ondervindt of op zeer korte termijn zal vinden van de eigendommen van [eiser] en wel omdat hij geen onderhoud pleegt aan de opstallen.”.
3.De beslissing
€ 2.250,00ter vergoeding van geleden schade (eigen risico schade omgevallen boom);
€ 1.058,75ter vergoeding van door [eiser] gemaakte kosten ter voorkoming of beperking van schade (verwijderen overhangende beplanting);
€ 907,50voor de deskundigenkosten;
binnen vier maanden na dit vonnisonderhoud aan haar tuin te plegen met dien verstande dat:
- zij
- zij
- zij
- zij
in ieder geval binnen zes maandenna dit vonnis:
de coniferen te snoeien en/of te toppenzodat de gevaarzettende situatie als besproken in 2.18 en 2.21 van dit vonnis wordt weggenomen;
binnen twee weken na dit vonnisde verplichtingen die voortvloeien uit de erfdienstbaarheid na te komen en [eiser] ten behoeve daarvan
toegang tot het betreffende deel van het perceel van [gedaagde] te verstrekken, ofwel door de desbetreffende poort niet meer af te sluiten, ofwel door [eiser] (opnieuw) een sleutel te geven;
€ 250,00 voor iedere dag, een deel van de dag daaronder begrepen, dat [gedaagde] niet aan één of meerdere veroordelingen onder 3.4, 3.5 en 3.6 van dit vonnis voldoet,
tot een maximum van € 25.000,00is bereikt,
€ 660,00, te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis,
€ 92,00plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen onder 3.1, 3.2, 3.3, 3.8 en 3.11 voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
16 juli 2025.