Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
ad informandumgevoegde strafbare feiten
5
Plaats: Eindhoven, gemeente EindhovenDatum en tijd: 10 juni 2024Omschrijving feit: Als bestuurder motorrijtuig rijden zonder rijbewijs van juiste categorie;
hij op of omstreeks 14 juni 2024 te Eindhoven,een personenauto (Ford Fiësta), althans een goed heeft verworven, voorhandenheeft gehad, en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregengoed betrof;T.a.v. 01-049922-25 feit 2:
hij op of omstreeks 14 juni 2024 te Eindhoven,een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeftdoen besturen,na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs engeneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerstelid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine en/of cocaïne en/of GHB,terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, hetgehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 52microgram amfetamine per liter bloed en/of 110 microgram cocaïne per liter bloeden/of 45 milligram GHB per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hogerdan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermeldegrenswaarde;
ad informandumgevoegde strafbare feiten
3
Plaats: Eindhoven, gemeente EindhovenDatum en tijd: 14 juni 2024Omschrijving feit: Als bestuurder motorrijtuig rijden zonder rijbewijs van juiste categorie.
De formele voorvragen.
Bewijs.
De bewezenverklaring.
op 14 juni 2024 te Eindhoven, een personenauto (Ford Fiësta), voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;T.a.v. 01-049922-25 feit 2:
op 14 juni 2024 te Eindhoven, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine en cocaïne en GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof vermelde meetbare stoffen 52 microgram amfetamine per liter bloed en 110 microgram cocaïne per liter bloed en 45 milligram GHB per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden met aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.