ECLI:NL:RBOBR:2025:4673

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
01/106155-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervaardigen, in bezit hebben en toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal en heimelijk fotograferen van nietsvermoedende vrouwen

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen, in bezit hebben van en toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft gedurende een lange periode, van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023, meermalen afbeeldingen van seksuele gedragingen vervaardigd en in bezit gehad, waarbij minderjarigen betrokken waren. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het heimelijk fotograferen en filmen van nietsvermoedende vrouwen, waarbij hij opzettelijk en wederrechtelijk afbeeldingen van seksuele aard heeft vervaardigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding door politieambtenaren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft afgezien van het opleggen van tbs, omdat er onvoldoende inzicht is verkregen in de belevingswereld van de verdachte en de aard van zijn gedragingen. De rechtbank heeft de vorderingen van de officier van justitie beoordeeld en een aantal vorderingen afgewezen, terwijl andere vorderingen zijn toegewezen. De zaak is behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de herhaling van soortgelijke delicten door de verdachte in aanmerking heeft genomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.106155.23
Parketnummers vorderingen: 01.210878.20 en 01.860035.17
Datum uitspraak: 23 juli 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1984] ,
wonende te [woonplaats] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 juli 2024, 30 september 2024, 18 december 2024, 12 maart 2025, 28 mei 2025 en
9 juli 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 juni 2024.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan - kort weergegeven:
het op/met zijn gegevensdragers in het bezit hebben van, zich toegang verschaffen tot en/of vervaardigen van kinderporno gedurende de periode van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023 in Eindhoven/Nederland;
het met zijn telefoon opzettelijk en wederrechtelijk van [slachtoffer 1] een afbeelding van seksuele aard vervaardigen op 23 juni 2022 in Eindhoven;
het met zijn telefoon opzettelijk en wederrechtelijk van nietsvermoedende vrouwen afbeeldingen van seksuele aard vervaardigen in de periode van 26 januari 2020 tot en met 9 januari 2023 in Eindhoven/Nederland;
het op zijn telefoon in het bezit hebben van, zich toegang verschaft hebben tot en/of vervaardigen van kinderporno gedurende de periode van 19 maart 2020 tot en met
2 maart 2023 in Eindhoven/Nederland;
het met zijn telefoon opzettelijk en wederrechtelijk van nietsvermoedende vrouwen afbeeldingen van seksuele aard vervaardigen van nietsvermoedende vrouwen in de periode van 16 oktober 2023 tot en met
21 maart 2024 in Eindhoven/Nederland;
wederspannigheid op 23 maart 2024 in Eindhoven.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in Bijlage I bij dit vonnis.

De vorderingen na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 01-210878-20 is aangebracht bij vordering van 22 januari 2024. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer te 's-Hertogenbosch van 16 maart 2022. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De zaak met parketnummer 01-860035-17 is aangebracht bij vordering van 22 januari 2024. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer te 's-Hertogenbosch van 25 juli 2019. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsvraag.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft op gronden als vermeld in de pleitnota betoogd dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van de feiten 1 en 6. Ten aanzien van feit 1 heeft hij daartoe
- kernachtig weergegeven - aangevoerd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat er strafbare handelingen zijn gepleegd met een Notebook Dell XPS, een Samsung A12 en een zwarte Apple.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het op de Samsung A12 aangetroffen materiaal van het bewijs moet worden uitgesloten en dat verdachte daarom partieel vrijgesproken moet worden. Volgens de raadsman heeft er op 2 maart 2023 een verhoorsituatie plaatsgevonden op het politiebureau waarbij de verdediging opzettelijk buiten de deur is gehouden. Hoewel aan verdachte op dat moment de cautie is medegedeeld, is hij niet gewezen op zijn recht op consultatie- en verhoorbijstand. Hierdoor is verdachte onherstelbaar in zijn verdedigingsrechten geschaad. De toegangscode van de Samsung A12 die verdachte tijdens het verhoor heeft verstrekt, alsook het op die telefoon aangetroffen materiaal, zijn daarmee onrechtmatig verkregen.
Ten aanzien van feit 6 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat op basis van het dossier niet alle ten laste gelegde geweldshandelingen kunnen worden bewezen. Bovendien moet verdachte vrijgesproken worden van het geweld tegen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .
Gelet op de bewijsmiddelen in het dossier en de bekennende proceshouding van verdachte, refereert de verdediging zich ten aanzien van de overige feiten aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Voor de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze is gevoegd als bewijsbijlage (Bijlage II) bij dit vonnis.
Ten aanzien van feit 1
Bewijsoverweging.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat er kinderpornografisch materiaal is aangetroffen op de Notebook Dell XPS (goednummer 760820) en de zwarte Apple (goednummer 760813). Anders dan door de verdediging betoogd, is de rechtbank van oordeel dat wel kan worden vastgesteld dat er strafbare handelingen zijn verricht met de Samsung A12 (goednummer 760831). Nu op basis van het dossier zonder twijfel kan worden vastgesteld om welke gegevensdrager het gaat, kan het verkeerde goednummer in de tenlastelegging (760813) worden aangemerkt als een kennelijke verschrijving van het Openbaar Ministerie.
De raadsman heeft subsidiair aangevoerd dat er ten aanzien van dit feit sprake is geweest van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Srafvordering en dat het aangetroffen materiaal op de Samsung A12 van het bewijs moet worden uitgesloten. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Door verdachte de cautie te verlenen, mee te nemen naar een aparte ruimte, de opnameapparatuur te starten en te vragen naar de toegangscodes van de inbeslaggenomen gegevensdragers, was sprake van een verhoorsituatie. Door verdachte hierbij niet te wijzen op zijn recht op consultatie- en verhoorbijstand, is er sprake geweest van een vormverzuim. Bij de beoordeling van de ernst van dit vormverzuim overweegt de rechtbank dat de Samsung A12 ook op een andere manier, zonder medewerking van verdachte, geopend had kunnen worden en geopend zou zijn als verdachte zijn toegangscode niet had gegeven. Onder deze omstandigheid volstaat de rechtbank met de constatering dat er sprake is geweest van een vormverzuim, maar verbindt zij daar geen gevolgen aan.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen voldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023 schuldig heeft gemaakt aan het in het bezit hebben van, het zich toegang verschaffen tot en het vervaardigen van kinderporno, zoals hierna bewezen is verklaard.
Ten aanzien van feiten 2, 3, 4 en 5
Bewijsmiddelen
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van deze feiten sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering en dat de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank zal daarom ten aanzien van deze feiten volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 2: [1]
  • Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] opgemaakt door verbalisant
  • Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] opgemaakt door verbalisant
  • Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 24 juni 2022 (p. 26-27);
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 24 juni 2022 (p. 28-29);
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 9 juli 2025.
Ten aanzien van feit 3: [2]
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 26 oktober 2022 (p. 31-41);
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] d.d. 24 april 2023 (p. 42-46);
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] d.d. 12 april 2023 (p. 141-183);
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] d.d. 24 april 2023 (p. 184);
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 9 juli 2025.
Ten aanzien van feit 4: [3]
  • Een proces-verbaal beschrijving (vervaardigd) kinderpornografisch materiaal en vervaardigen seksueel beeldmateriaal opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] d.d. 16 april 2024 (p. 56-73);
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 09 juli 2025.
Ten aanzien van feit 5: [4]
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] d.d. 29 maart 2024 (p. 54-55);
  • Een proces-verbaal beschrijving (vervaardigd) kinderpornografisch materiaal en vervaardigen seksueel beeldmateriaal opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] d.d. 16 april 2024 (p. 56-73);
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 09 juli 2025.
Ten aanzien van feit 6: [5]
Bewijsoverweging.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat bewijs ontbreekt dat het verzet zich richtte tegen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en dat het verzet verder ging dan het losrukken en wegrennen door verdachte. Dit betekent dat verdachte slechts zal worden veroordeeld voor dat verzet dat hij ook heeft erkend en waarvan geen vrijspraak is bepleit, zodat de rechtbank op de voet van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaat met een opgave van de bewijsmiddelen:
  • Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisanten
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 09 juli 2025.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de ten aanzien van feit 1 in de bijlage uitgewerkte en ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6 hiervoor opgegeven bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
T.a.v. feit 1:
op tijdstippen in de periode van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023 in Nederland,
afbeeldingen en/of
gegevensdragers - te weten een Apple IPhone 12 pro max (goednummer 1947215) en een notebook HP (goednummer 760818) en een Samsung A12 (goednummer 760831) –
bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis en/of tong vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een voorwerp, oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een tong oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft gemaakt;
T.a.v. feit 2:
op 23 juni 2022 te Eindhoven, opzettelijk en wederrechtelijk van [slachtoffer 1] , een afbeelding van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte, die nietsvermoedende [slachtoffer 1] , heimelijk gefilmd onder de rok;
T.a.v. feit 3:
op tijdstippen in de periode van 26 januari 2020 tot en met 9 januari 2023 in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk van vrouwen, afbeeldingen van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte, die nietsvermoedende vrouwen heimelijk gefotografeerd en/of gefilmd onder de rok en/of kleding en/of is daarbij ingezoomd op de schaamstreek en/of de billen en/of waarbij hij, verdachte, zijn (ontblote en/of stijve) penis bij die vrouwen in hun nabijheid heeft gehouden;
T.a.v. feit 4:
op tijdstippen in de periode van 19 mei 2023 tot en met 27 februari 2024 in Nederland,
afbeeldingen en/of
een gegevensdrager (te weten een Apple IPhone (goednummer 218317)), bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
T.a.v. feit 5:
in de periode van 16 oktober 2023 tot en met 21 maart 2024 in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk van vrouwen, afbeeldingen van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte, die nietsvermoedende vrouwen heimelijk gefotografeerd en/of gefilmd onder de rok en/of kleding en/of is daarbij ingezoomd op de schaamstreek en/of de billen en/of waarbij hij, verdachte, zijn (ontblote en/of stijve) penis bij die vrouwen in hun nabijheid heeft gehouden;
T.a.v. feit 6:
op 23 maart 2024 te Eindhoven, toen de aldaar dienstdoende ambtenaar, te weten[slachtoffer 2] (brigadier bij de politie Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, tijdens diens aanhouding, zich met geweld heeft verzet, door opzettelijk zich los te rukken uit de hand van voornoemde ambtenaar en weg te rennen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit en de verdachte.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten of de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen:
  • een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren met aftrek van het reeds ondergane voorarrest;
  • de (ongemaximeerde) maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwangverpleging).
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank, ondanks een ontbrekend advies daartoe, aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient op te leggen. Zij heeft daartoe, kort gezegd, het volgende aangevoerd. Door de weigering van verdachte om mee te werken aan het onderzoek in het Pieter Baan Centrum, hebben de rapporterend psycholoog en psychiater geen specifieke diagnose kunnen vaststellen, noch zich kunnen uitlaten over de doorwerking van die stoornis ten aanzien van de delicten. Desalniettemin stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de rechtbank zonder twijfel tot de vaststelling van een stoornis kan komen en dat het ontbreken van deskundig advies over de gelijktijdigheid tussen de stoornis en het delict geen beletsel vormt om aan verdachte tbs met dwangverpleging op te leggen. Gelet op de ten laste gelegde feiten, de lange pleegperiode, de eerdere veroordelingen van verdachte voor soortgelijke feiten, de hardleersheid van verdachte en het feit dat ook de deskundigen tot een hoog recidiverisico komen, is volgens de officier van justitie ook voldaan aan het gevaarscriterium.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht geen langere (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen dan de duur van het reeds ondergane voorarrest. Hij heeft zich verzet tegen oplegging van tbs met dwangverpleging. Volgens de verdediging is er te weinig informatie beschikbaar om over te gaan tot de zwaarste maatregel die het Wetboek van Strafrecht kent. Het is onvoldoende duidelijk of, en zo ja, in hoeverre, een stoornis heeft doorgewerkt in de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie gaat uit van een stoornis, terwijl deskundigen die niet kunnen vaststellen. De maatregel van terbeschikkingstelling behoort niet op basis van eigen invullingen en aannames te worden opgelegd.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van het feit
Verdachte heeft in de periode van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023 en van
19 mei 2023 tot en met 27 februari 2024 kinderpornografisch materiaal vervaardigd, in zijn bezit gehad, zich daartoe de toegang verschaft en hier een gewoonte van gemaakt. Op de gegevensdragers van verdachte is een groot aantal seksueel getinte afbeeldingen van minderjarige meisjes aangetroffen, waarvan een gedeelte door verdachte zelf is bewerkt. Hiermee heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van een verwerpelijke industrie waarbij - in algemene zin - vaak (zeer jonge) kinderen door volwassenen aan (soms verregaande) seksuele handelingen worden onderworpen. Dergelijk seksueel misbruik kan
- zoals algemeen bekend - leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade bij de minderjarige slachtoffers. Mede om die reden moet het seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie daarvan worden tegengegaan. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van deze vorm van misbruik van kinderen en is daardoor mede verantwoordelijk voor het leed dat en de schade die aan de betreffende kinderen is toegebracht.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het jarenlang heimelijk fotograferen en filmen van nietsvermoedende minderjarige meisjes en meerderjarige vrouwen. Pas op
23 juni 2022 is verdachte voor het eerst betrapt bij het onder de rok filmen van een winkelende vrouw, maar gebleken is dat hij al lange tijd ongestoord zijn gang heeft kunnen gaan. Op de gegevensdragers van verdachte zijn immers ruim 12.000 afbeeldingen van seksuele aard aangetroffen, waaronder foto’s waarbij is gefotografeerd onder de rok, waarbij is ingezoomd op de billen of waarbij verdachte zijn ontblote erectie in de nabijheid van de vrouwen heeft gehouden. Een gedeelte van de afbeeldingen is bovendien door verdachte bewerkt. Ter zitting heeft verdachte verklaard “met enige regelmaat” vrouwen heimelijk gefotografeerd te hebben. Dit is, gelet op de hoeveelheid aangetroffen afbeeldingen, een understatement. Verdachte heeft door het seksueel fotograferen en filmen van vrouwen die zich onbespied waanden een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van die vrouwen. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk. Bovendien is verdachte, nadat hij op 23 juni 2022 betrapt was, daarna ook nog verder gegaan met het heimelijk foto’s maken van vrouwen, gelet op het onder feit 5 bewezenverklaarde feit.
Tot slot heeft verdachte zich verzet tegen zijn aanhouding en heeft daarbij geweld gebruikt tegen een politieambtenaar. Dergelijk gedrag getuigt van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag en bemoeilijkt het werk van de politie.
De persoon van de verdachte.
Wat opvalt bij het bekijken van het strafblad van verdachte is dat hij tweemaal eerder is veroordeeld voor het in het bezit hebben van en het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal en heimelijk gemaakte afbeeldingen van vrouwen. Deze veroordelingen, met als straffen tweemaal grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraffen van aanzienlijke duur, hebben hem er echter totaal niet van weerhouden opnieuw kinderpornografisch materiaal en heimelijke afbeeldingen te vervaardigen, in het bezit te hebben en zich daartoe de toegang te verschaffen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het door het Pieter Baan Centrum opgemaakte rapport van 10 maart 2025. Daaruit komt - zakelijk weergegeven - als conclusie naar voren dat nadere diagnostiek niet mogelijk is door de weigering van verdachte om mee te werken aan het onderzoek. Op basis van eerdere vonnissen kan worden vastgesteld dat er sprake is van een ongespecificeerde parafiele stoornis, maar er is niets bekend over de aard en de duur van de specifieke parafilie. Dit maakt dat een specifieke parafiele stoornis diagnostisch niet kan worden vastgesteld, maar ook niet kan worden uitgesloten. Nu geen zicht is op de onderliggende dynamische factoren van het seksueel overschrijdende gedrag, kunnen er geen uitspraken worden gedaan over een eventuele doorwerking van een psychische stoornis in de ten laste gelegde feiten. De statische onveranderbare historische factoren van verdachte wijzen weliswaar op een hoog statistisch risico op recidive van seksuele delicten, maar de onderzoekers kunnen geen gefundeerde uitspraak doen over een mogelijk (pathologisch bepaald) recidiverisico toegespitst op de tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank heeft eveneens kennisgenomen van het door Reclassering Nederland uitgebrachte advies van 25 juni 2025. De reclassering schrijft onder andere dat verdachte aangeeft eerder een behandeling positief te hebben afgerond en nu het nut er niet van in te zien om dit verder op te pakken. Verdachte stelt te zijn veranderd en het licht te hebben gezien. De reclassering schat het risico op recidive, letsel en het onttrekken aan de voorwaarden in als hoog en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. Zij zien immers geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen.
Ter zitting bekent verdachte weliswaar alle hem tenlastegelegde feiten en betuigt hij spijt, maar desalniettemin geeft hij - kennelijk uit schaamte - weinig openheid van zaken. Hij verklaart de afbeeldingen in een zoektocht naar spanning te hebben vervaardigd en bewerkt, maar ontkent dat lust hierbij een rol heeft gespeeld. Verdachte geeft weinig blijk van enig ziektebesef of -inzicht en lijkt niet gemotiveerd voor behandeling. Verdachte verklaart dat hij, om te stoppen met het maken van (kinderpornografische) foto’s en filmpjes, genoeg heeft aan de steun van zijn broer en heeft geleerd van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Geen tbs
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank, anders dan gevorderd door de officier van justitie, geen tbs met dwangverpleging opleggen. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende inzicht is verkregen in de belevingswereld van verdachte en dat daardoor niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld of aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van tbs is voldaan. Gelet op het hiervoor genoemde rapport van het Pieter Baan Centrum is er, door de weigering van verdachte om mee te werken aan het onderzoek, niets bekend over de aard en de duur van een specifieke parafilie. Het is voor de rechtbank dan ook onduidelijk of het gedrag van verdachte is voortgekomen vanuit een seksuele stoornis met beperkte impulsregulatie en/of bijvoorbeeld een opportunistisch motief en/of context mede van invloed is geweest. De gedragsdeskundigen kunnen een specifieke parafiele stoornis diagnostisch niet vaststellen, maar ook niet uitsluiten. Aangezien er geen zicht is op de onderliggende dynamische factoren van het seksueel grensoverschrijdende gedrag, kunnen de deskundigen evenmin uitspraken doen over een eventuele doorwerking van een stoornis in de tenlastegelegde, tevens bewezenverklaarde, feiten en het (pathologische bepaald) recidiverisico.
Er zijn er geen oude rapporten uit eerdere strafzaken aan het dossier gevoegd, die de hiervoor genoemde vragen mogelijk zouden kunnen beantwoorden.
Gelet op het verstrekkende karakter van de maatregel en de hoge mate van onduidelijkheid over de aard en de doorwerking van een eventuele stoornis, alsook het pathologisch bepaald recidiverisico, de aard, noodzaak en verwachte nut van een behandeling, stelt de rechtbank zich terughoudend op met het ambtshalve vaststellen van deze criteria. De rechtbank zal daarom niet afwijken van het deskundigenadvies en geen tbs opleggen.
De op te leggen straf.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Het oriëntatiepunt voor het maken van een gewoonte van het bezit van kinderporno is een jaar gevangenisstraf, voor het vervaardigen van kinderporno is dat twee jaar gevangenisstraf. Voor het ongewenst maken van afbeeldingen van seksuele aard bestaan geen oriëntatiepunten. Bij de bepaling van de op te leggen straf wil de rechtbank enerzijds de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds de verdachte ervan weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en de kans op recidive terug te dringen.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten en omdat verdachte al tweemaal eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten is de rechtbank van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf van forse duur.
De rechtbank zal een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf. Dat hangt samen met het feit dat de rechtbank, anders dan de officier van justitie, niet tot oplegging van de tbs-maatregel overgaat en de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde gevangenisstraf, zonder oplegging van de tbs-maatregel, onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden passend en geboden is. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal daarop in mindering worden gebracht.
De voorlopige hechtenis
De rechtbank heeft het bevel voorlopige hechtenis tegen verdachte bij beslissing van
9 april 2025 geschorst tot aan het moment dat uitspraak wordt gedaan in deze strafzaak. Aan het schorsingsverzoek had de verdediging ten grondslag gelegd dat verdachte weliswaar hoogstwaarschijnlijk weer vast zou komen te zitten na de behandeling van zijn strafzaak, maar dat hij de kans wilde krijgen om tijd met zijn familie door te brengen in de drie maanden tussen het verzoek en de zitting. Bovendien wilde hij ‘de pot’ spekken ten behoeve van het betalen van de huur van zijn woning.
Ter terechtzitting van 9 juli 2025 heeft de rechtbank een door de officier van justitie gedaan verzoek tot opheffing van de schorsing afgewezen.
Het voorgaande betekent dat de voorlopige hechtenis herleeft op het moment dat deze uitspraak wordt gedaan.
De verdediging heeft verzocht om bij vonnis de voorlopige hechtenis op te heffen. De rechtbank stelt vast dat er nog immer ernstige bezwaren bestaan, wettig en overtuigend bewijs zelfs, voor de feiten waarvoor de voorlopige hechtenis geldt. Ook zijn de gronden, te weten het vluchtgevaar en de recidivegrond nog steeds aanwezig. Gelet op de op te leggen straf is een situatie als bedoeld in artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering niet aan de orde. Er is dus geen reden om het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis in te willigen. Dat zal dan ook worden afgewezen.
Ambtshalve heeft de rechtbank beoordeeld of er sprake moet zijn van een herhaalde schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank is van oordeel dat het strafvorderlijke belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt dan het persoonlijke belang van verdachte bij een schorsing van de voorlopige hechtenis. Daarbij heeft de rechtbank gelet op de gronden die aan de orde zijn en de op te leggen gevangenisstraf. De kortdurende schorsing in afwachting van de berechting achtte de rechtbank verantwoord omdat met de te stellen voorwaarden en gelet op de relatief korte periode van de schorsing het recidive- en vluchtgevaar te ondervangen waren. Dat is niet langer het geval nu er een veroordelend vonnis ligt en niet bekend is wanneer een eventueel hoger beroep behandeld zal worden.
De rechtbank zal daarom niet overgaan tot het schorsen van de voorlopige hechtenis.

De vordering tenuitvoerlegging 01-860035-17.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de vordering, aangezien de vordering te laat is ingediend.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft eveneens verzocht de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat de veroordeling van verdachte op 9 augustus 2019 onherroepelijk is geworden en dat de bij vonnis bepaalde proeftijd, na verlenging daarvan bij vonnis van
16 maart 2022, op 8 augustus 2023 is afgelopen. De vordering is ingediend op
22 januari 2024. Anders dan de officier van justitie en de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om de officier van justitie in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank constateert dat voorheen in de wet (artikel 14g van het Wetboek van Strafvordering
(oud)) stond vermeld dat een vordering tot tenuitvoerlegging moet worden ingediend binnen drie maanden na het verstrijken van de proeftijd. Sinds de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (
hierna: de Wet USB) vermeldt artikel 6:6:21 van het Wetboek van Strafvordering geen termijn waarbinnen de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden ingediend. De rechtbank ziet geen aanleiding om uit te gaan van een omissie van de wetgever. Tussentijdse reparaties van de Wet USB hebben immers niet geleid tot het alsnog invoeren van een termijn voor het indienen van de vordering tenuitvoerlegging na het verstrijken van de proeftijd, terwijl daarvoor in de parlementaire beraadslagingen wel aandacht is geweest.
Van bijzondere omstandigheden die, ondanks het ontbreken van een wettelijke bepaling hierover, tot niet-ontvankelijkheid zouden moeten leiden is de rechtbank niet gebleken. Derhalve acht de rechtbank de officier van justitie ontvankelijk in haar vordering.
Nu is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een - soortgelijk - strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat in beginsel de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke straf op zijn plaats is. Toch zal de rechtbank de vordering afwijzen, nu het een veroordeling van bijna zes jaar geleden betreft. Onder deze omstandigheid acht de rechtbank de tenuitvoerlegging niet langer opportuun.

De vordering tenuitvoerlegging 01-210878-20.

De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een (soortgelijk) strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig.
De rechtbank ziet geen enkele reden om over te gaan tot de door de verdediging bepleitte verlening van de proeftijd of omzetting in een taakstraf. Daarvoor vindt de rechtbank de aard van de feiten en de herhaling ervan te ernstig.
De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
57, 63, 139h (
oud), 180 en 240b
(oud)van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
T.a.v. feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een afbeelding van seksuele aard vervaardigen
T.a.v. feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een afbeelding van seksuele aard vervaardigen, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 4:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 5:
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een afbeelding van
seksuele aard vervaardigen, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 6:
wederspannigheid
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf:
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing na voorwaardelijke veroordelingen:
 Wijst af de vordering met parketnummer 01-860035-17 van de officier van justitie d.d. 22 januari 2024.
 Beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer te ’s-Hertogenbosch van 16 maart 2022, gewezen onder parketnummer 01-210878-20, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 320 dagen.
Beslissing over de voorlopige hechtenis:
De rechtbank wijst het verzoek tot opheffen van de voorlopige hechtenis af.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W. Heijninck, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. C.W.H. Houg, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C.A.M. Wentholt en mr. S. van der Zeeuw, griffiers,
en is uitgesproken op 23 juli 2025.
De jongste rechter en de oudste griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I – de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 maart 2020 tot en met 2 maart 2023 te Eindhoven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten < een Apple Iphone 12 pro max (goednummer 1947215) en/of een notebook HP (goednummer 760818) en/of een Notebook Dell XPS (goednummer 760820) en/of een Samsung A12 (goednummer 760931) en/of een Apple zwart (goednummer 760813),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis en/of tong vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een voorwerp, oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen lichaam en/of van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een tong oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer(s) foto 2 en/of foto 4 en/of foto 5 van de toonmap pv nr 9 en/of foto 1 van de toonmap pv nr 45)
en/of
het met de/vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer(s) foto 3 en/of foto 7 van de toonmap pv nr 9 en/of foto 2 van de toonmap pv nr 45)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer(s) foto 6 van de toonmap, pv nr 9 en/of foto 3 van de toonmap pv nr 45)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer(s) foto 1 en/of foto 8 en/of foto 9 en/of foto 10 en/of foto 11 en/of 12 van de toonmap pv nr 9
en/of foto 4 en/of foto 5 en/of foto 6 en/of foto 7 en/of foto 8 en/of foto 9 en/of foto 10 van de toonmap pv nr 45)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft gemaakt;
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 23 juni 2022 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk van B. Doudakh, althans een (nietsvermoedende) vrouw, meerdere, althans één afbeelding(en) van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk die (nietsvermoedende) Doudakh, althans een vrouw (heimelijk) gefotografeerd en/of gefilmd onder de rok en/of kleding
T.a.v. feit 3:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 januari 2020 tot en met 9 januari 2023 in het arrondissement Oost-Brabant, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van meerdere, althans één (nietsvermoedende) vrouw(en), althans perso(o)n(en), meerdere, althans één afbeelding(en) van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk die (nietsvermoedende) vrouw(en) (heimelijk) gefotografeerd en/of gefilmd onder de rok en/of kleding en/of is ingezoomd op de schaamstreek en/of de billen en/of waarbij hij, verdachte, zijn (ontblote en/of stijve) penis bij die vrouw(en) in hun nabijheid heeft gehouden;
T.a.v. feit 4:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2023 tot en met 27 februari 2024 te Eindhoven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten een Apple Iphone (goednummer 2185317),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer foto 5 van de toonmap pv p. 56-64 (aanvullend eindpv)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in
een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel,
de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer(s) foto 1 en/of 2 en/of 3 van de toonmap, p. 56-64 aanvullend eindpv)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer foto 4 van de toonmap, p. 56-64 aanvullend eindpv)
T.a.v. feit 5:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 oktober 2023 tot en met 21 maart 2024 in het arrondissement Oost-Brabant, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van meerdere, althans één (nietsvermoedende) vrouw(en), althans perso(o)n(en), meerdere, althans één afbeelding(en) van seksuele aard heeft vervaardigd, immers
heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk die (nietsvermoedende) vrouw(en) (heimelijk) gefotografeerd en/of gefilmd onder de rok en/of kleding en/of is ingezoomd op de schaamstreek en/of de billen en/of waarbij hij, verdachte, zijn (ontblote en/of stijve) penis bij die
vrouw(en) in hun nabijheid heeft gehouden;
(zie toonmap foto’s 8 en 9 en/of IMG_1709 van het aanvullend eindpv)
T.a.v. feit 6:
hij op of omstreeks 23 maart 2024 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, toen de aldaar dienstdoende ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] (agent bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [verbalisant 2] (aspirant bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [verbalisant 7] (brigadier bij de politie Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, tijdens diens aanhouding, zich met geweld heeft verzet, door opzettelijk,
- rukkende, trekkende en/of duwende bewegingen te maken met zijn lichaam en/of zijn arm(en) in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden/brengen en/of
- de arm(en) van voornoemde ambtena(a)r(en) vast te pakken en/of vast te houden en/of
- de voornoemde ambtena(a)r(en) weg te duwen en/of
- zich los te rukken uit de hand(en) en/of arm(en) van voornoemde ambtena(a)r(en en/of weg te rennen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met dossiernummer OBRBD22035, onderzoek Turais, afgesloten op 11 januari 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 230.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met dossiernummer OBRBD22035, onderzoek Turais, afgesloten op 11 januari 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 230.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het aanvullend dossier bij einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met dossiernummer 2024066991, onderzoek Turais, afgesloten op 18 april 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 73.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het aanvullend dossier bij einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met dossiernummer 2024066991, onderzoek Turais, afgesloten op 18 april 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 73.
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het aanvullend dossier bij einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met dossiernummer 2024066991, onderzoek Turais, afgesloten op 18 april 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 73.