Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties 1-19,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“final personal conversation”) heeft gehad met [A] , waarin is gereflecteerd op de jaren waarin zij hebben samengewerkt. Op dezelfde dag heeft [eiseres] een factuur opgemaakt voor
training and coaching servicesvoor één week in januari. Dit terwijl normaal gesproken per maand werd gefactureerd. Dit kan niet anders worden begrepen dan dat partijen in onderling overleg tot beëindiging van de samenwerking hadden besloten, althans dat [eiseres] daarmee had ingestemd. Dat [eiseres] daar later ineens op terugkomt, de factuur van 12 januari 2023 crediteert en een nieuwe factuur stuurt voor heel januari, leidt niet tot een ander oordeel.