Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 22 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [gedaagde] is niet verschenen;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
4.De beslissing
22 juli 2025.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 juli 2025 een vonnis gewezen in kort geding, waarin de eisende partij, Stichting Woonpartners, vorderingen heeft ingediend tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De vorderingen omvatten ontruiming van een huurwoning en betaling van huurachterstand. De gedaagde huurde sinds 6 juni 2013 een woning van Woonpartners, maar heeft structurele overlast veroorzaakt en een huurachterstand laten ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op juiste wijze is opgeroepen voor de mondelinge behandeling en heeft verstek verleend. Woonpartners heeft een spoedeisend belang aangetoond, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat het aannemelijk is dat de bodemrechter in een bodemprocedure de vordering tot ontruiming zal toewijzen. De vorderingen tot ontruiming en betaling van de huurachterstand zijn toegewezen, met een ontruimingstermijn van drie dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.