Uitspraak
datum : 23 juli 2025
Rechtbank Oost-Brabant
In deze beschikking heeft de kantonrechter het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen. Betrokkene, die eerder dakloos was, heeft sinds november 2024 weer een eigen woonplek en verzoekt om opheffing van het bewind, omdat zij stelt schuldenvrij te zijn en haar financiële belangen zelf te willen behartigen. De bewindvoerder, A.M.L.T. van den Oetelaar, heeft echter betwist dat betrokkene in staat is om haar financiën zelfstandig te beheren. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juli 2025 is gebleken dat er onduidelijkheden waren over de communicatie tussen betrokkene en de bewindvoerder, en dat er afspraken zijn gemaakt over de frequentie van contactmomenten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de noodzaak tot het bewind nog steeds aanwezig is en dat opheffing op dit moment te vroeg zou zijn. De kantonrechter heeft betrokkene en de bewindvoerder aangespoord om duidelijke afspraken te maken over de communicatie en het stappenplan naar zelfredzaamheid. De beschikking is openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.