Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
waardoor althans mede waardoor, het door hem bestuurde motorrijtuig over de kop is geslagen waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten amputatie van een arm, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
waardoor althans mede waardoor, het door hem bestuurde motorrijtuig over de kop is geslagen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd
De formele voorvragen.
De beoordeling van het tenlastegelegde.
het beoordelingskader
de bewijsmiddelen
nadere overwegingen
de conclusie
De bewezenverklaring.
waardoor het door hem bestuurde motorrijtuig over de kop is geslagen waardoor een ander, genaamd [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel, te weten amputatie van een arm, werd toegebracht
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis en
- een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering in het rapport van Novadic-Kentron van 11 juli 2025 zijn geadviseerd en
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaren.
algemeen
de ernst van het bewezenverklaarde feit
de persoon van verdachte
redelijke termijn
de conclusie
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
taakstrafvoor de duur
van 240 uren[tweehonderdveertig uren] te vervangen door 120 dagen hechtenis indien veroordeelde deze taakstraf niet of niet naar behoren verricht.
een gedeelte groot 80 uren[tachtig uren] te vervangen door 40 dagen hechtenis indien veroordeelde dit deel van de taakstraf niet of niet naar behoren verricht,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van twee jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
twee jaren.