ECLI:NL:RBOBR:2025:4953

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
11646428
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderbewindstelling van betrokkene met levenstestament

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 21 juli 2025 een beschikking gegeven op een verzoek tot onderbewindstelling van betrokkene. Het verzoek is ingediend door verzoekster, de dochter van betrokkene, die twijfels heeft over de belangenbehartiging door haar zus, [dochter 2]. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2025 zijn verzoekster, de voorgestelde bewindvoerder en [dochter 2] verschenen, waarbij betrokkene via een beeldbelverbinding is gehoord. Verzoekster heeft aangegeven dat de woning van betrokkene in slechte staat verkeert en dat zij geen inzage heeft in de financiën van haar moeder. De gemachtigde van [dochter 2] heeft echter betoogd dat verzoekster niet ontvankelijk is, omdat zij zelf onder bewind staat, en dat er geen reden is om af te wijken van het levenstestament van betrokkene, waarin zij [dochter 2] als gevolmachtigde heeft aangewezen.

De kantonrechter heeft overwogen dat verzoekster, ondanks haar eigen onderbewindstelling, ontvankelijk is in haar verzoek, omdat zij tot de kring van belanghebbenden behoort. De rechter heeft echter ook vastgesteld dat betrokkene niet in staat was om de vragen van de kantonrechter te begrijpen en te beantwoorden. Na afweging van de belangen en de wensen van betrokkene, zoals vastgelegd in het levenstestament, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er geen redenen zijn om een beschermingsmaatregel uit te spreken. Het verzoek tot onderbewindstelling is dan ook afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en kan door belanghebbenden binnen drie maanden worden aangevochten bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
zaaknummer: 11646428 TE VERZ 25-548
datum : 21 juli 2025
[initialen van de griffier]

beschikking op een verzoek tot onderbewindstelling

op verzoek van:
[naam verzoeker] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
met betrekking tot:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 11 april 2025;
  • een kopie van het levenstestament, ontvangen op 11 juni 2025;
  • medische stukken, ontvangen op 17 juni 2025.
Het verzoek is mondeling behandeld op 15 juli 2025. Ter zitting zijn verzoekster, de voorgestelde bewindvoerder en dochter [naam dochter] verschenen (bijgestaan door haar gemachtigde mr. J.W. Weehuizen en haar echtgenoot). Betrokkene is tijdens deze zitting via een beeldbelverbinding gehoord.

beoordeling

Betrokkene heeft twee dochters, te weten verzoekster (hierna te noemen: [dochter 1] ) en dochter [naam dochter] (hierna te noemen: [dochter 2] ). Betrokkene heeft een levenstestament, opgesteld op 2 juli 2021 door mr. S. Bong, notaris, als waarnemer van mr. J.M. van Eeten, notaris te
’s-Hertogenbosch. In dit levenstestament heeft betrokkene een algemene volmacht gegeven aan [dochter 2] – en bij haar afwezigheid aan de echtgenoot van [dochter 2] - om haar vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen te behartigen. In het levenstestament is expliciet opgenomen dat dit is opgesteld om te voorkomen dat beschermingsbewind of mentorschap wordt uitgesproken. Verder zijn in het levenstestament aanwijzingen over de uitoefening van de volmacht geformuleerd.
[dochter 1] vraagt om het instellen van een bewind ten behoeve van betrokkene. Aan het verzoek ligt – kort samengevat – ten grondslag dat zij twijfels heeft over een juiste belangenbehartiging van betrokkene door [dochter 2] . De woning van betrokkene staat al geruime tijd leeg en zou niet meer in goede staat verkeren. [dochter 1] heeft geen inzage in de financiën en zij wil meer betrokken worden.
De gemachtigde van [dochter 2] stelt primair dat [dochter 1] niet ontvankelijk is in haar verzoek aangezien zij zelf onder bewind staat. Subsidiair is er geen reden om af te wijken van het levenstestament. [dochter 2] is erg betrokken en behartigt zorgvuldig de vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen van betrokkene. De zorgen rondom de woning zijn onterecht. Als de woning in de verkoop gaat, zal [dochter 2] [dochter 1] daarbij betrekken. Op dit moment is [dochter 2] bezig om een financieel adviseur voor de verkoop in te schakelen.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Vaststaat dat [dochter 1] onder bewind staat. Deze beschermingsmaatregel heeft slechts tot gevolg dat [dochter 1] beschikkingsonbevoegd is geworden. [dochter 1] is wel handelingsbekwaam gebleven. [dochter 1] behoort tot de kring van personen die in artikel 1:432 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek worden genoemd en is daarom ontvankelijk in haar verzoek.
De kantonrechter treedt terughoudend op bij het uitspreken van bewind als de betrokkene in een levenstestament of volmacht regelingen heeft getroffen op dit vlak. Een beschermingsmaatregel moet passend zijn en, waar mogelijk, de zelfredzaamheid van de betrokkene in stand houden. De kantonrechter moet dan ook afwegen of een bewind nodig is of dat de regeling in het levenstestament volstaat. In het levenstestament staat expliciet opgenomen dat betrokkene het levenstestament heeft opgesteld om te voorkomen dat over haar goederen beschermingsbewind wordt uitgesproken.
Tijdens de mondelinge behandeling bleek betrokkene niet te weten waarom zij middels een beeldbelverbinding aanwezig was en bleek zij niet in staat om de vragen van de kantonrechter te begrijpen en te beantwoorden.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de kantonrechter gebleken dat [dochter 2] zorgvuldig en in het belang van betrokkene uitvoering geeft aan haar taak als algemeen gevolmachtigde. Dat de verhoudingen tussen [dochter 1] en [dochter 2] verstoord zijn en dat bij [dochter 1] wantrouwen bestaat jegens de taakuitoefening door [dochter 2] , acht de kantonrechter onvoldoende om af te wijken van de in het levenstestament vastgelegde wens van betrokkene. Gelet op het voorgaande zijn er geen redenen gebleken om ondanks het levenstestament toch bewind uit te spreken. De kantonrechter zal dan ook het verzoek tot instelling van bewind afwijzen.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.