ECLI:NL:RBOBR:2025:4995

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
11546937 \ CV EXPL 25-871
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur door gedaagde aan eisende partij na verweer over zorgverzekering

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is de eisende partij Infomedics B.V. die een vordering heeft ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De zaak betreft de betaling van een factuur van € 37,75 voor een handspalk die door de zorgverlener Xpert Handtherapie aan de gedaagde is geleverd. De gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat zijn zorgverzekeraar, VGZ, de factuur al heeft betaald. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het verweer niet slaagt, omdat de vergoeding van de zorgverzekeraar betrekking heeft op een andere factuur. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de factuur niet heeft betaald en dat er geen bewijs is dat de betaling heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 78,60, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn ook aan de gedaagde opgelegd, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 7 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: 11546937 \ CV EXPL 25-871
Vonnis van 7 augustus 2025
in de zaak van
INFOMEDICS B.V.,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 februari 2025 met producties 1 en 2,
- het mondelinge antwoord gegeven op de rolzitting van 13 maart 2025,
- de e-mail van 13 maart 2025 van [gedaagde] voor het overleggen van een productie,
- de brief waarbij is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte comparitieaantekeningen van Infomedics met producties 3 en 4,
- de mondelinge behandeling van 7 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de akte van Infomedics.
1.2.
Ten slotte is een datum voor uitspraak van het vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Infomedics vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om een bedrag van € 78,60 aan Infomedics te betalen, te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
Infomedics legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
Tussen Infomedics en zorgverlener Xpert Handtherapie Nederland B.V. (hierna: Xpert Handtherapie) is een medische behandelingsovereenkomst tot stand gekomen, waarbij Xpert Handtherapie onder meer een handspalk aan [gedaagde] heeft geleverd. Xpert Handtherapie heeft de vordering tot betaling van de handspalk bij akte van cessie aan Infomedics Finance B.V. overgedragen, waarbij Infomedics de opdracht krijgt tot inning van de vordering. Infomedics heeft voor de geleverde handspalk een factuur van een bedrag van € 37,75 naar [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft de factuur niet betaald. Infomedics wil dat [gedaagde] dit alsnog doet. Omdat [gedaagde] niet heeft betaald, is [gedaagde] wettelijke rente (€ 0,85, berekend tot 4 februari 2025) verschuldigd. Ook is [gedaagde] vanwege zijn verzuim een bedrag van € 40,00 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
2.3.
[gedaagde] voert, zakelijk weergegeven, het volgende verweer. De rekening waarvan Infomedics betaling vordert, is al betaald via zijn zorgverzekering. VGZ heeft deze handeling al betaald. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft [gedaagde] een gedeelte van een zorgkostenfactuur van VGZ in het geding gebracht. Eerder heeft [gedaagde] ook zorgkosten gehad bij dezelfde therapeut, dit is ook gewoon via dezelfde zorgverzekeraar gegaan. Net zoals de behandeling waar deze procedure om gaat van 9 juli 2024. (
De kantonrechter gaat ervan uit dat waar in het antwoord van [gedaagde] 2020 staat genoteerd het gaat om een kennelijke verschrijving en dat [gedaagde] als datum 9 juli 2024 heeft genoemd.)
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
In deze zaak gaat het om de vraag of [gedaagde] de factuur van een bedrag van € 37,75 aan Infomedics moet betalen. [gedaagde] heeft het bevrijdende verweer gevoerd dat zijn zorgverzekeraar de factuur al heeft betaald. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft hij een gedeelte van een zorgkostenfactuur van VGZ in het geding gebracht. Hierop is te zien dat ten behoeve van [gedaagde] voor een behandeling op 9 juli 2024 met declaratienummer [nummer] door zorgverlener Xpert Handtherapie een declaratie van zorgkosten van een bedrag van € 38,54 is ingediend. Daarbij staat vermeld dat hiervan een bedrag van € 23,79 valt onder het eigen risico en dat moet [gedaagde] zelf betalen. Op de mondelinge behandeling is gebleken dat [gedaagde] de door hem overgelegde zorgkostenfactuur niet aan Infomedics heeft toegestuurd. Daardoor kan Infomedics hierop tijdens de mondelinge behandeling niet inhoudelijk reageren. Daarnaast heeft de kantonrechter Infomedics op de mondelinge behandeling bevraagd over het betalingsoverzicht dat als productie 3 door Infomedics bij de akte comparitieaantekeningen in het geding is gebracht. In dit betalingsoverzicht staan namelijk meerdere nota’s vermeld, waaronder nota’s met bedragen van € 37,75 en € 38,54 gedateerd in de periode na 9 juli 2024. De kantonrechter heeft Infomedics in de gelegenheid gesteld om bij akte zich over de door [gedaagde] overgelegde zorgkostenfactuur uit te laten. Vervolgens is [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om te reageren op de akte van Infomedics. Infomedics heeft zich bij akte uitgelaten. [gedaagde] heeft geen gebruik van de gelegenheid gemaakt om te reageren op de akte van Infomedics.
3.2.
Bij akte heeft Infomedics aangevoerd dat de door de zorgverzekeraar vergoede behandeling, met notanummer [nummer] , een ergonomische behandeling betreft. Dit ging om twee behandelingen op 9 juli 2024 van € 38,54 met een totale nota van € 77,08. De zorgverlener heeft hierover verklaard dat [gedaagde] op 9 juli 2024 een intake en een behandeling bij de ergotherapeut heeft gehad. Dit is gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. De factuur waarvan in deze procedure betaling wordt gevorderd, heeft als notanummer [nummer] en ziet op een handspalk die is gekocht tijdens de intake en de behandeling, wat ook door de zorgverlener wordt verklaard. De handspalk komt niet voor vergoeding door de zorgverzekeraar in aanmerking. Er is een aparte nota voor de handspalk toegestuurd, omdat het bedrag afwijkt en deze behandeling niet voor vergoeding in aanmerking kwam. Uit niets blijkt dat [gedaagde] de factuur van € 37,75 heeft betaald, aldus Infomedics. [gedaagde] heeft op deze gemotiveerde reactie op zijn verweer niet meer gereageerd. [gedaagde] moet de factuur van de handspalk van een bedrag van € 37,75 betalen. De kantonrechter zal [gedaagde] daartoe veroordelen.
3.3.
Infomedics vordert wettelijke rente (€ 0,85, berekend tot 4 februari 2025). Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De wettelijke rente zal worden toegewezen zoals is gevorderd.
3.4.
Infomedics vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics heeft aan [gedaagde] een of meer aanmaningen gestuurd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Daarom zal een bedrag van € 40,00 worden toegewezen.
3.5.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
37,75
- wettelijke rente, berekend tot 4 februari 2025
0,85
- buitengerechtelijke incassokosten
40,00
+
totaal
78,60
3.6.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
120,78
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
355,78
3.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 78,60, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 37,75, met ingang van 4 februari 2025, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 355,78, te vermeerderen met de eventuele kosten van betekening van het vonnis,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. van den Berk en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.