In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen met een 13-jarig meisje op 29 oktober 2022 en met een ander 13-jarig meisje op 5 november 2022. De verdachte heeft erkend dat hij seksuele handelingen heeft verricht met het eerste meisje, maar stelde dat hij niet op de hoogte was van haar werkelijke leeftijd, omdat zij zich voordeed als 16-jarige. De verdediging betoogde dat de handelingen vrijwillig en met instemming van het meisje hebben plaatsgevonden en dat er geen sprake was van een ontuchtig karakter, omdat de handelingen niet in strijd waren met de sociaal-ethische norm. De rechtbank oordeelde dat de seksuele handelingen niet als ontuchtig konden worden aangemerkt, omdat er geen ongelijkwaardigheid was tussen de betrokkenen en de handelingen binnen de context van hun relatie als normaal konden worden beschouwd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het eerste feit en ook van het tweede feit wegens gebrek aan bewijs. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard.