Uitspraak
datum : 6 augustus 2025
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van bewind. Betrokkene, die sinds 3 mei 2024 onder bewind staat vanwege problematische schulden, heeft verzocht om het bewind op te heffen. Hij stelt dat hij in staat is zijn financiën zelfstandig te beheren, nu hij werk heeft. De bewindvoerder heeft echter bezwaar gemaakt tegen dit verzoek, omdat betrokkene nog steeds buitensporige uitgaven aanvraagt en op de wachtlijst staat voor een schuldregeling bij de gemeente Helmond. De kantonrechter heeft het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen, omdat betrokkene niet voldoende financieel inzicht heeft aangetoond en er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een heroverweging rechtvaardigen. De kantonrechter heeft benadrukt dat betrokkene meer stappen moet ondernemen om zijn zelfredzaamheid te bewijzen en dat een nieuw verzoek tot opheffing alleen in behandeling wordt genomen indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.