Op 15 augustus 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een einduitspraak gedaan in de zaken met de nummers SHE 23/2346E en 23/2363. Deze uitspraak volgt op een eerdere tussenuitspraak van 27 november 2024, waarin gebreken in het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor een motorcrossterrein waren vastgesteld. De rechtbank heeft de beroepen van eisers tegen de verlening van deze vergunning beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de gebreken die in de tussenuitspraak waren genoemd, zijn hersteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wijzigingen van de jeugdbaan op gronden met de bestemming 'Natuur' mogelijk zijn, en dat de intensivering van het gebruik niet in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers tegen het oorspronkelijke besluit niet-ontvankelijk, omdat zij geen schade hadden geleden en het college hen een proceskostenvergoeding had toegekend. Het beroep tegen het herstelbesluit werd ongegrond verklaard, omdat het college voldoende had onderbouwd dat de aanpassing van de jeugdbaan niet leidt tot overtredingen van de wetgeving. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de voorschriften met betrekking tot het gebruik van het clubhuis adequaat zijn en dat de vrees van eiseres over alcoholverstrekking niet voldoende was om het herstelbesluit te vernietigen. De rechtbank heeft het college veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eisers.