Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk
[naam]uit [woonplaats] (vergunninghouder).
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
- Eiser is eigenaar van het perceel naast de uitrit en woont daar ook.
- Het college heeft in februari 2024 geconstateerd dat een uitrit is aangelegd op perceel [nummer] waarbij een haag van de gemeente is doorbroken en gemeentegrond is bestraat.
- Op kadastraal perceel [nummer] staat een mantelzorgwoning.
- Op een ander kadastraal perceel, [nummer] , ligt een hoofdgebouw (een woning) met een bestaande uitrit naar de openbare weg.
- Ter plaatse van de locatie geldt het Omgevingsplan gemeente Cuijk. Het bestemmingplan “ [naam] ” is van rechtswege onderdeel geworden van het Omgevingsplan. Op grond van dit bestemmingsplan hebben de kadastrale percelen [nummer] de bestemming ‘wonen’. Hierbij zijn geen percelen ingetekend op de planologische verbeelding. Wel zijn vijf bouwvlakken ingetekend op 5 afzonderlijke kadastrale percelen. Op perceel [nummer] is geen bouwvlak ingetekend.
- Op 14 maart 2024 heeft vergunninghouder een aanvraag ingediend voor de aanleg van de uitrit..
bijbehorend bouwwerk.Overigens is ook de planologische situatie alleen niet doorslaggevend, want dan zouden de gezamenlijke kadastrale percelen als één perceel moeten worden aangemerkt met meerdere uitwegen. Dat strookt dan weer niet met de feitelijke actuele situatie. De derde-partij heeft aangegeven dat sprake is van mantelzorg en de rechtbank is op grond daarvan van oordeel dat ook in feitelijk opzicht sprake is van een afhankelijke relatie tussen de mantelzorgwoning en de hoofdwoning. De rechtbank is, gelet op de planologische en de feitelijke actuele situatie van oordeel dat perceel [nummer] en perceel [nummer] als één perceel in de zin van de Apv moeten worden aangemerkt en merkt de uitweg dus aan als een tweede uitweg op hetzelfde perceel. Het college had moeten toetsen aan artikel 2:12, tweede lid, onder d, van de Apv. Omdat een stuk van de gemeentelijke haag is verwijderd om de uitweg mogelijk te maken, gaat de tweede uitweg ten koste van het openbaar groen en moest de vergunning worden geweigerd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
.