ECLI:NL:RBOBR:2025:5181

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 augustus 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
C/01/417623 / KG ZA 25-379
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • H.J.T.F. Verhappen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over sluiting Basisschool Waldorf Wertha door Stichting Pallas

In deze zaak, die op 12 augustus 2025 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben de Medezeggenschapsraad van de Vrijeschool Weert en de Medezeggenschapsraad van de Basisschool Waldorf Wertha (hierna: MR c.s.) een kort geding aangespannen tegen de Stichting Pallas, die verantwoordelijk is voor de school. De MR c.s. vorderden in dit kort geding dat de sluiting van de Basisschool Waldorf Wertha, zoals aangekondigd door Pallas op 23 mei 2025, zou worden geschorst totdat de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS een uitspraak zou hebben gedaan over dit besluit. De zitting vond plaats op 12 augustus 2025, waarbij de gedaagde partij, Pallas, niet verschenen was.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen Pallas. De rechter was verbaasd over de afwezigheid van Pallas en merkte op dat de proceshouding van Pallas niet getuigde van respect voor de MR c.s. en de ouders van de leerlingen. De rechter heeft de vorderingen van de MR c.s. toegewezen, inclusief een dwangsom van € 5.000,00 per dag voor het niet naleven van de uitspraak, met een maximum van € 100.000,00. Daarnaast is Pallas veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.577,04. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/417623 / KG ZA 25-379
Vonnis in kort geding van 12 augustus 2025
in de zaak van
1.
DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD VRIJESCHOOL WEERT, plaatselijk bekend als
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD BASISSCHOOL WALDORF WERTHA
gevestigd te Weert,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats] ,
eiseressen,
advocaat mr. W.D. Berkhout te Utrecht,
tegen
de stichting
STICHTING PALLAS,
gevestigd te Uden,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna “de MR c.s.” en Pallas genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 augustus 2025 met producties, genummerd 1 tot en met 21;
  • een productie van mr. Berkhout, genummerd 22, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 11 augustus 2025;
  • een productie van mr. Berkhout, genummerd 23, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 11 augustus 2025;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 12 augustus 2025;
  • de pleitnota van mr. Berkhout.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
De vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zullen worden toegewezen als na te melden.
2.3.
De voorzieningenrechter hecht eraan om op te merken dat het hem heeft verbaasd dat Pallas niet ter zitting is verschenen. Pallas heeft bovendien nagelaten om de voorzieningenrechter daarover voorafgaand aan de zitting te berichten. De proceshouding van Pallas getuigt niet van enig respect voor de MR en de ouders van de leerlingen van de school.
2.4.
Ook de ter versterking van de onder II gevraagde veroordeling gevorderde dwangsom zal worden toegewezen. Deze zal, gelet op de proceshouding van Pallas, op de onder de beslissing weergegeven hoogte worden vastgesteld.
2.5.
Pallas zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de MR c.s. worden begroot op:
dagvaarding € 148,04
- griffierecht 714,00
- salaris advocaat
715,00
Totaal € 1.577,04.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen Pallas;
3.2.
schorst de werking van het besluit van Pallas zoals bekend gemaakt op 23 mei 2025 tot sluiting van Basisschool Waldorf Wertha per augustus 2025 totdat de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS uitspraak heeft gedaan over dit besluit;
3.3.
veroordeelt Pallas om alle maatregelen en handelingen die zijn gericht op het geven van uitvoering aan het besluit zoals bekend gemaakt op 23 mei 2025, inhoudende de sluiting van Basisschool Waldorf Wertha in augustus 2025, stop te zetten en voor zover nodig terug te draaien, teneinde de school niet eerder te sluiten dan dat de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS daarover uitspraak heeft gedaan, en daartoe voldoende personeel en middelen beschikbaar te stellen;
3.4.
veroordeelt Pallas om de MR c.s. een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag dat Pallas niet aan de onder 3.3 uitgesproken veroordeling voldoet, totdat een maximum van € 100.000,00 is bereikt;
3.5.
veroordeelt Pallas in de proceskosten, aan de zijde van de MR c.s. tot op heden begroot op € 1.577,04;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J.T.F. Verhappen en in het openbaar uitgesproken op
12 augustus 2025.