In deze zaak, die op 12 augustus 2025 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben de Medezeggenschapsraad van de Vrijeschool Weert en de Medezeggenschapsraad van de Basisschool Waldorf Wertha (hierna: MR c.s.) een kort geding aangespannen tegen de Stichting Pallas, die verantwoordelijk is voor de school. De MR c.s. vorderden in dit kort geding dat de sluiting van de Basisschool Waldorf Wertha, zoals aangekondigd door Pallas op 23 mei 2025, zou worden geschorst totdat de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS een uitspraak zou hebben gedaan over dit besluit. De zitting vond plaats op 12 augustus 2025, waarbij de gedaagde partij, Pallas, niet verschenen was.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen Pallas. De rechter was verbaasd over de afwezigheid van Pallas en merkte op dat de proceshouding van Pallas niet getuigde van respect voor de MR c.s. en de ouders van de leerlingen. De rechter heeft de vorderingen van de MR c.s. toegewezen, inclusief een dwangsom van € 5.000,00 per dag voor het niet naleven van de uitspraak, met een maximum van € 100.000,00. Daarnaast is Pallas veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.577,04. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.