ECLI:NL:RBOBR:2025:5189
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet met betrekking tot verantwoordingsplicht en mestverwerkingsplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 19 augustus 2025, wordt een beroep behandeld van eiseres, een varkenshouderij, tegen een bestuurlijke boete van € 111.900,- die door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is opgelegd wegens overtredingen van de Meststoffenwet (Msw). Eiseres betwist de boete en voert verschillende beroepsgronden aan. De rechtbank oordeelt dat de minister de boete terecht heeft opgelegd, en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank legt uit dat eiseres niet heeft aangetoond dat de beginvoorraad drijfmest op 1 januari 2018 lager was dan door de minister vastgesteld. Ook de beroepsgrond dat de minister de eindvoorraad drijfmest tegen hogere fosfaat- en stikstofgehalten had moeten waarderen, wordt verworpen. De rechtbank concludeert dat de minister de best beschikbare gegevens heeft gebruikt en dat de boete voor het niet voldoen aan de mestverantwoordingsplicht terecht is opgelegd. Daarnaast wordt de mestverwerkingsplicht besproken, waarbij eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zij aan deze verplichting heeft voldaan. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, maar dat de minister al een matiging van de boete heeft toegepast. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, en krijgt eiseres geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.