Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.
De overige formele voorvragen.
Onderzoek Simeon.
Bewijs.
inde woning is geweest. Bovendien vonden de observaties 5 dagen voor de doorzoeking plaats. Ten aanzien van het DNA geldt dat er geen berekening is gemaakt van de bewijskracht daarvan; de rechtbank kan ten aanzien daarvan dan ook geen conclusies trekken. Dit betekent dat, hoewel er in het dossier aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van verdachte, er ten aanzien van de locatie [adres 6] onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Verdachte zal op dit punt dan ook worden vrijgesproken.
[adres 1]
[adres 5]
[adres 2]
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Feit 1:
Feit 2:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 3:
Medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, daartoe voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
T.a.v. feit 1 tot en met feit 3:
gevangenisstrafvoor de duur van
20 maanden.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1 STK Gasdrukwapen (G2334590);
- 1 STK telefoon Samsung S23 (G2331292);
- 1 STK telefoon Apple iPhone (G2331295).