ECLI:NL:RBOBR:2025:5396

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
27 augustus 2025
Zaaknummer
01.079122.23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grooming en bezit van kinderpornografisch materiaal

Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan grooming en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 2001, heeft in de periode van 1 april 2021 tot en met 30 april 2021 via WhatsApp ontuchtige handelingen voorgesteld aan een destijds tienjarig meisje, van wie hij wist dat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt. Hij heeft haar verleid om naaktfoto's en video's naar hem te sturen. Daarnaast heeft hij in de periode van 8 februari 2021 tot en met 22 september 2022 een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit gehad, waaronder 295 afbeeldingen en video's van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar met een proeftijd van drie jaren, onder oplegging van diverse bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met minderjarigen. De vordering van de benadeelde partij is volledig toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 2.000,-- aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen eerdere veroordelingen voor zedendelicten had, maar dat zijn gedragspatroon zorgwekkend is, wat heeft geleid tot de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 01.079122.23
Datum uitspraak: 28 augustus 2025
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [2001] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
14 augustus 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 8 juli 2025. Na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 14 augustus 2025 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 30 april 2021 te Boxtel, althans in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via WhatsApp, een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [2011] , van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, door haar de volgende berichten te sturen:
- “Gaan we dan seks hebben" en/of
- "Ik heb een plekje buiten ik mag niemand thuis hebben" en/of
- als antwoord op “Misschien maar dan wel met condoom”: "Kunnen ook zonder dan haal ik hem er op tijd uit" en/of
- "Als je op station boxtel kom ik daarheen en gaan we naar men plekje" en/of
- "Kan je naar mij komenn" en/of
- "Als je met de trein naar mij komt is het 2 uur en 40 min" en/of
- "Ergens in een stuk bos gebied waar je kan zitten op bankjes en een stuk verder komt niemand" en/of
- "Neem je schone kleren en een dekentje mee" en/of
- als antwoord op Wanneer: "Zeg maar" en/of
- "Wil je morgen al" en/of
- "Gaan we veel seks hebben" en/of
- als antwoord op "kan je pis naar mij komen want ik mag nooit alleen met de trein gaan": "Kan je niet qwn stiekem gaan";
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met30 april 2021 te Boxtel, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via WhatsApp, een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [2011] , van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] te plegen en daartoe enige handeling te ondernemen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, die [slachtoffer] de volgende berichten heeft gestuurd:
- “Gaan we dan seks hebben" en/of
- "Ik heb een plekje buiten ik mag niemand thuis hebben" en/of
- als antwoord op “Misschien maar dan wel met condoom”: "Kunnen ook zonder dan haal ik hem er optijd uit" en/of
- "Als je op station boxtel kom ik daarheen en gaan we naar men plekje" en/of
- "Kan je naar mij komenn" en/of
- "Als je met de trein naar mij komt is het 2 uur en 40 min" en/of
- "Ergens in een stuk bos gebied waar je kan zitten op bankjes en een stuk verder komt niemand" en/of
- "Neem je schone kleren en een dekentje mee" en/of
- als antwoord op Wanneer: "Zeg maar" en/of
- "Wil je morgen al" en/of
- "Gaan we veel seks hebben" en/of
- als antwoord op "kan je pis naar mij komen want ik mag nooit alleen met de trein gaan": "Kan je niet qwn stiekem gaan",

terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;

2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 3 mei 2021 te Boxtel, althans in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] en/of het daarbij aanwezige sociaal en/of emotionele verschil in ontwikkeling tussen beiden, [slachtoffer] , geboren op [2011] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, door
- die [slachtoffer] seksueel getinte foto's (van haar geslachtsdeel en/of borst(en)) en/of video's (waarop zij masturbeert) naar hem, verdachte, te laten versturen via Whatsapp en/of
- seksueel getinte foto's (van zijn ontblote geslachtsdeel) en/of video's (waarop verdachte masturbeert) via Whatsapp naar die [slachtoffer] te versturen;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 februari 2021 tot en met 22 september 2022 te Boxtel en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens 295 afbeeldingen waarvan 228 unieke afbeeldingen, te weten 197 foto's en/of 31 video's - en/of 4, althans een of meer gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten 3, althans een of meer telefoons (Samsung A12 en/of Samsung A13 en/of Huawei) en/of een tablet van het merk Samsung van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de/een penis en/of een oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (IMG-20210725-WA0001 en/of VID-20210527-WA0012.mp4, dossierpagina 122) en/of
  • het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam 6058827073372894964.JPG, dossierpagina 122 en 123) en/of
  • het door een dier anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam bestplat13_137.jpg, dossierpagina 124) en/of
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, te weten een buttplug en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnaam 5352306040359264883.JPG, dossierpagina 123 en/of 502708689754144438.JPG, dossierpagina 123 en 124) en/of
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is) (bestandsnaam 2484421970935103683.JPG, dossierpagina 123),

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van het tenlastegelegde.

Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in de schriftelijke aantekeningen van het requisitoir genoemde gronden heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 primair [de voltooide grooming], 2 en 3 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
Het standpunt van de verdediging.
Op de in de pleitnota genoemde gronden heeft de verdediging geconcludeerd dat de onder 1 subsidiair [poging tot grooming], 2 en 3 (met uitzondering van het verspreiden) tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden en dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde feit, het voltooide delict van grooming, dient te worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank.

de bewijsmiddelen
De door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor bewezenverklaring worden opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis als tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld. Deze aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.
Voor zover de rechtbank hierna niet op gevoerde verweren zal responderen, heeft de rechtbank die verweren als bewijsverweren aangemerkt. Die verweren vinden hun weerlegging in de inhoud van de bewijsmiddelen. Er zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd die de rechtbank doen twijfelen aan de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bewijsmiddelen.

nadere overwegingen
ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte concrete, gedetailleerde voorstellen aan de minderjarige [slachtoffer] heeft gedaan om tot een fysieke ontmoeting te komen. Uit de tussen hen gevoerde whatsappgesprekken blijkt dat verdachte een expliciet voorstel heeft gedaan van dag, tijdstip en locatie waarop zij elkaar zouden ontmoeten. Verdachte heeft daarbij ook uitgesproken dat er tussen hen seksuele handelingen zouden worden verricht en op welke wijze de minderjarige daarop moest voorbereiden.
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm daarvan, moeten worden aangemerkt als het ondernemen van handelingen gericht op het verwezenlijken van een ontmoeting tussen de minderjarige en verdachte, tijdens welke ontmoeting verdachte en de minderjarige ontuchtige handelingen bij en/of met elkaar zouden verrichten. Dat verdachte de afspraak naar eigen zeggen uiteindelijk niet zou hebben laten plaatsvinden, althans dat hij te onzeker is om daadwerkelijk te verschijnen en dat het bij hem vooral ging om een soort fantasie, doet daar niet aan af. Bij de beoordeling of sprake is van een voltooid delict van grooming gaat het er uitsluitend om of er voldoende concrete handelingen zijn verricht om te komen tot een seksafspraak en hiervan is naar het oordeel van de rechtbank sprake.
ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit.
Ten aanzien van feit 2 moet – onder meer – worden beoordeeld of tussen verdachte en het slachtoffer ten tijde van het ten laste gelegde feite sprake was van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil en het daarbij aanwezige sociaal en/of emotionele verschil in ontwikkeling tussen beiden.
De rechtbank komt tot het oordeel dat ten tijde van het ten laste gelegde feit sprake was van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend sociaal overwicht. De rechtbank acht hiervoor doorslaggevend dat verdachte als (destijds) 20-jarige in ieder geval ook tien jaar langere praktische levenservaring had dan een 10 jarig schoolgaand meisje. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht.

de conclusie
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien met wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen, een en ander zoals hierna onder “De bewezenverklaring” zal worden weergegeven.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
[primair] op tijdstippen in de periode van 1 april 2021 tot en met 30 april 2021 te Boxtel door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via WhatsApp, een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [2011] , van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, door haar de volgende berichten te sturen:
- “Gaan we dan seks hebben" en
- "Ik heb een plekje buiten ik mag niemand thuis hebben" en
- als antwoord op “Misschien maar dan wel met condoom”: "Kunnen ook zonder dan haal ik hem er op tijd uit" en
- "Als je op station boxtel kom ik daarheen en gaan we naar men plekje" en
- "Kan je naar mij komenn" en
- "Als je met de trein naar mij komt is het 2 uur en 40 min" en
- "Ergens in een stuk bosgebied waar je kan zitten op bankjes en een stuk verder komt niemand" en
- "Neem je schone kleren en een dekentje mee" en
- als antwoord op Wanneer: "Zeg maar" en
- "Wil je morgen al" en
- "Gaan we veel seks hebben" en
- als antwoord op "kan je pis naar mij komen want ik mag nooit alleen met de trein gaan": "Kan je niet qwn stiekem gaan"
2.
op tijdstippen in de periode van 1 april 2021 tot en met 3 mei 2021 te Boxtel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] en het daarbij aanwezige sociaal en/of emotionele verschil in ontwikkeling tussen beiden, [slachtoffer] , geboren op [2011] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en van hem, verdachte, te dulden, door
- die [slachtoffer] seksueel getinte foto's van haar geslachtsdeel en borsten en video's waarop zij masturbeert naar hem, verdachte, te laten versturen via Whatsapp en
- seksueel getinte foto's van zijn ontblote geslachtsdeel en video's waarop verdachte masturbeert via Whatsapp naar die [slachtoffer] te versturen;
3.
op tijdstippen in de periode van 8 februari 2021 tot en met 22 september 2022 te Boxtel 295 afbeeldingen waarvan 228 unieke afbeeldingen, te weten 197 foto's en 31 video's en 4 gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten 3 telefoons (Samsung A12 en Samsung A13 en Huawei) en een tablet van het merk Samsung van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (IMG-20210725-WA0001 en VID-20210527-WA0012.mp4 en
  • het met de handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam 6058827073372894964.JPG) en
  • het door een dier anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam bestplat13_137.jpg) en
  • het naakt laten poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en met een voorwerp, te weten een buttplug en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnaam 5352306040359264883.JPG en 502708689754144438.JPG) en
  • het masturberen boven/bij en ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het houden van een stijve penis bij/naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (bestandsnaam 2484421970935103683.JPG)

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaren onder de bijzonder voorwaarden geformuleerd door de reclassering in het over verdachte uitgebrachte rapport van 17 juli 2025. Naast deze voorwaarden heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat als bijzondere voorwaarden aan deze voorwaardelijke gevangenisstraf moeten worden verbonden dat verdachte zal meewerken aan “forensisch” begeleid wonen en aan een ambulante behandeling ook als die op de seksuele problematiek van verdachte is geënt en dat verdachte zal meewerken aan nadere diagnostiek als de reclassering dat nodig acht. Het toevoegen van de eis van “forensische” begeleiding aan de voorwaarden is in lijn met het mondelinge advies van de reclasseringsmedewerker die ter terechtzitting telefonisch is gehoord.
De officier van justitie heeft deze op schrift gestelde vordering aan de rechtbank overgelegd.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich op standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie redelijk is.
Het oordeel van de rechtbank.

algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank over de strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.

de ernst van de bewezenverklaarde feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grooming. Hij heeft met het destijds tienjarige slachtoffer op meerdere momenten gesprekken met een seksuele lading gevoerd. Verdachte heeft het vertrouwen van de minderjarige gewonnen en een ontmoeting voorgesteld met het doel ontuchtige handelingen met die minderjarige te verrichten. In de gesprekken tussen de minderjarige en verdachte heeft verdachte de minderjarige ertoe weten te bewegen naaktfoto’s of -filmpjes van zichzelf naar hem te sturen en heeft verdachte ook naaktfoto’s en/of -filmpjes van zichzelf naar deze minderjarige gestuurd.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij door te handelen zoals hiervoor is omschreven, een forse inbreuk heeft gemaakt op de psychische integriteit van een zeer jong meisje. Dit soort feiten brengen, juist aan minderjarigen zoals het slachtoffer in deze zaak, die nog aan het begin van hun seksuele ontwikkeling staan, grote schade toe. De ouders van het slachtoffer hebben ter terechtzitting toegelicht dat het slachtoffer nog altijd last heeft van wat haar mede door toedoen van verdachte is overkomen. Verdachte heeft bij dit alles onvoldoende stilgestaan en heeft zijn eigen behoefte vooropgesteld.
Daarnaast had verdachte een uitgebreide verzameling kinderporno in zijn bezit, waaronder zeer vergaande foto's en filmpjes. Door het verzamelen van dit materiaal heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie en verspreiding van kinderporno en het zeer ernstige leed dat daarbij wordt toegebracht aan minderjarigen. Hierdoor heeft verdachte aan het misbruik en de exploitatie van de betrokken minderjarigen meegewerkt.

de persoon van verdachte
Kijkend naar de persoon van verdachte houdt de rechtbank er enerzijds rekening mee dat verdachte voor hij de hiervoor bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd niet eerder is veroordeeld voor zedendelicten maar anderzijds dat hij daarna wel is veroordeeld voor (opnieuw) overtreding van artikel 240b, van het Wetboek van Strafrecht. Weliswaar houdt de rechtbank rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, maar de rechtbank constateert ook dat het bezit van kinderpornografisch materiaal door verdachte geen eenmalig iets is en dat dit kennelijk deel uitmaakt van het gedragspatroon van verdachte. Ook zijn in het verleden al eerder meldingen gemaakt van onwenselijk contact tussen verdachte en minderjarigen, hetgeen verdachte ter terechtzitting heeft erkend. Via de aan verdachte op te leggen straf wil de rechtbank proberen dit gedragspatroon te doorbreken. Hierbij houdt de rechtbank eveneens rekening met door de psycholoog (in het rapport van 24 april 2024) vastgestelde ontwikkelachterstand en borderline persoonlijkheidsstoornis.

de redelijke termijn
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het recht van verdachte op een eerlijke en openbare behandeling van deze zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM, is geschonden. De rechtbank heeft daarbij tot uitgangspunt genomen dat de redelijke termijn is aangevangen met het verhoor van verdachte op 27 juni 2022. Er is geen sprake van feiten en omstandigheden die maken dat het tijdsverloop geheel of gedeeltelijk is toe te rekenen aan de verdediging. Ook is geen sprake van feiten en omstandigheden die ertoe dienen te leiden dat afgeweken wordt van het uitgangspunt dat de redelijke termijn voor berechting in eerste aanleg twee jaren bedraagt. Een en ander maakt dat bij het doen van uitspraak door de rechtbank de redelijke termijn met ruim een jaar is overschreden. De rechtbank zal deze termijnoverschrijding verdisconteren in de op te leggen straf.

de strafmodaliteit
De rechtbank zal een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking brengt.
De bewezenverklaarde feiten zijn zo ernstig van aard dat uit oogpunt van een juiste normhandhaving in beginsel slechts kan worden volstaan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet echter op de persoon van verdachte zoals daarvan is gebleken uit de over hem uitgebrachte rapporten, het verhandelde ter terechtzitting van 14 augustus 2025 en het belang van voortzetting van de reeds ingezette behandeling van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat kan worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf waaraan een aantal bijzondere voorwaarden zullen worden verbonden. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan. Hierbij merkt de rechtbank op dat verdachte op de terechtzitting doet voorkomen alsof de incidenten die zich tot voor kort hebben voorgedaan niet exemplarisch zijn voor wie hij is en hoe hij zich gedraagt, maar dat ziet de rechtbank anders. De besproken incidenten laten een patroon zien. Met de hierna op te leggen voorwaardelijke straf krijgt verdachte de kans en middelen om dit patroon te doorbreken, hetgeen de rechtbank als noodzakelijk ziet om herhaling te voorkomen. Als verdachte die kans laat liggen acht de rechtbank het passend om de samenleving dan – ten minste enige tijd – tegen verdere incidenten te beschermen.
Verdachte heeft nog opgemerkt dat hij graag bij TOF wil blijven wonen omdat het daar nu goed gaat. De rechtbank is gelet op het reclasseringsrapport en de telefonische toelichting van de reclasseringswerker van oordeel dat een forensische 24-uurs setting nodig is om het recidiverisico voldoende te beperken en te komen tot een (structurele) gedragsverandering. Dit belang weegt zwaarder dan de wens van verdachte om bij TOF te blijven wonen. Daarom zal de rechtbank dit dan ook expliciet als voorwaarde opnemen.

de conclusie
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat passend en geboden is verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar met een proeftijd van drie jaren onder de bijzondere voorwaarden zoals die in het dictum van dit vonnis nader zullen worden omschreven.

De motivering van de beslissing op het beslag.

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen telefoon vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat de strafbare feiten met behulp van deze telefoon zijn begaan.

De motivering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij.

De rechtbank acht de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag ook de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. De toe te wijzen bedragen zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2021 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 63, 240bis, 248a en 248e van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:

ten aanzien van het onder 1 primair bewezenverklaarde feit

door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt tot het verwezenlijken van die ontmoeting.


ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde feit

door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd.


ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde feit

een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen en van het plegen van daarvan een gewoonte maken.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
 een
gevangenisstrafvoor de duur
van één jaar.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van drie jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:

meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan West 275 te Tilburg, tel. nr. 088-8041505. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Huisbezoeken zijn onderdeel van de meldplicht.

ambulante behandeling(met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waaronder (ook) een behandeling gericht op het verhelpen van, of de omgang met de seksuele problematiek van veroordeelde. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, ook als dit een nadere diagnostiek zou inhouden, indien dit naar het oordeel van de reclassering noodzakelijk is. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt.
Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt.

begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft bij TOF wonen of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Indien de reclassering zulks noodzakelijk oordeelt zal veroordeelde meewerken aan een vorm van forensisch 24-uurs begeleid wonen. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

contactverbod
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [2011] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

vermijden contact met minderjarigen
Veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat een begeleider hierbij aanwezig is. Veroordeelde bespreekt dit tevens met zijn toezichthouder.

vermijden kinderporno
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt en of hij seksueel getint communiceert met of over minderjarigen. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.

ambulante begeleiding
Indien de reclassering het nodig acht zal veroordeelde medewerking verlenen aan ambulante begeleiding van Humanitas Homerun of een soortgelijke instelling, gericht op het behoud van structuur in het dagelijks leven en ondersteuning.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de hiervoor genoemde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Hierbij gelden als voorwaarden dat de veroordeelde:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Beslissing op het beslag
Onttrekt aan het verkeereen gsm, merk Samsung, omschrijving PL2100-OBRBC22087_736982.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer][t.a.v. feiten 1 en 2]
Wijstde vordering van de benadeelde partij
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
€ 2.000,--, bestaande uit immateriële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] van een bedrag van
€ 2.000,--, bestaande uit immateriële schadevergoeding. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 30 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.H.J.J. van de Wetering, voorzitter,
mr. M. Langstraat en mr. C.F.N. van Schaijk, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 28 augustus 2025.