Op 3 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van Amela Ponjević, een 17-jarige die een eenmanszaak heeft gericht op de online verkoop van kleding via dropshipping. Amela verzocht de kantonrechter om handlichting te verlenen, zodat zij zelfstandig een zakelijke bankrekening kan openen. Haar ouders hebben schriftelijk ingestemd met dit verzoek. Tijdens de zitting op 20 augustus 2025 heeft Amela toegelicht dat zij een zakelijke rekening nodig heeft om haar zakelijke financiën gescheiden te houden van haar privévermogen en om professioneler over te komen naar klanten en leveranciers. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, maar benadrukt dat Amela door de handlichting niet bekwaam wordt om te beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen. De beschikking zal gepubliceerd worden in de digitale Staatscourant en op de website van de Rechtspraak, en de handlichting gaat in op de datum van publicatie. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.