Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Datum uitspraak: 4 augustus 2025
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van betrokkene van 4 april 2025, bij de rechtbank eveneens binnengekomen op 4 april 2025;
- het aanvullende verweerschrift van de zorgverantwoordelijke.
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat;
- [Regiebehandelaar] , gemachtigd namens het GGZ bestuur;
- [Beleidsadviseur juridische zaken] , gemachtigd namens het GGZ bestuur.
2.Wat vaststaat
3.Het geschil
- de klachten ontvankelijk en gegrond te verklaren nu sprake was van verplichte zorg zonder geldige juridische titel;
- een schadevergoeding toe te kennen naar billijkheid.
4.De beoordeling
Heeft verzoeker het verzoek tijdig ingediend?
“Ingevolge art. 3:1 Wvggz mag verplichte zorg alleen worden verleend op grond van een machtiging, maatregel of beslissing als in die bepaling onder a-e genoemd (gezamenlijk ook: titel). De Wvggz biedt daarvoor waarborgen in onder meer artikel 8:7 leden 2 en 3 Wvggz.
Artikel 10:3 lid 1, aanhef en onder e, Wvggz bepaalt dat onder meer de betrokkene een schriftelijke en gemotiveerde klacht kan indienen bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van art. 8:7 Wvggz.
Artikel 10:11 lid 1 Wvggz bepaalt dat bij een verzoek als bedoeld in art. 10:3 Wvggz verzoeker bij de klachtencommissie tevens om schadevergoeding door de zorgaanbieder kan verzoeken.
Uit het hiervoor in 5.2 weergegeven stelsel van de Wvggz volgt dat ook sprake is van handelen in strijd met art. 8:7 lid 2 Wvggz in het geval dat zonder titel verplichte zorg wordt verleend. In dat geval kan op de voet van art. 10:3 lid 1, aanhef en onder e, Wvggz een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie en kan op de voet van art. 10:11 lid 1 Wvggz tevens worden verzocht om schadevergoeding door de zorgaanbieder.”
Inhoudelijk
“
10 juni 2024:Met pt besproken dat de bijwerkingen normaalgesproken alleen aan het begin optreden en binnen 2 weken na laatste verhoging bijtrekken. Pt wil het nog wel verder blijven proberen.I.v.m. moeheid overdag vraagt pt om verdere afbouw van de sederende medicatie.
13 september 2024Pt meermaals bevraagd op instemming mbt opname en bijhorende afspraken (zoals rondom telefoon, verlof, beperkingen van verlof). Pt zegt heel goede afspraken te kunnen maken met zijn zaakwaarnemer en bevestigd meermaals dat hij het heel goed met haar kan vinden en akkoord is met wat zij afspreken.27 september 2024Pt is akkoord met zijn huidige telefoonafspraken.
Beperken bewegingsvrijheid
5 september 2024Dhr. komt even later boos naar kantoor melden dat hij het weekend weg gaat en
niet-ontvankelijk is in zijn verzoek voor zover dat betrekking heeft op dit onderdeel.
5.De beslissing
mr. L. Jongen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.P.A.J.H. van den Hoogen, griffier.