Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak feit 1.
Bewijs feit 2
OBRCC21004-164).
De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank van 28 augustus 2025, voor zover inhoudende:
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 551 en 560;
Het proces-verbaal van bevindingen OBRCC19009-149, p. 432 - 433;
Het afzonderlijk in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen OBRCC21004-163, gesloten en ondertekend op 23 september 2021, p. 1.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
35 dagenmet
aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;
taakstrafvoor de duur van
120 uren subsidiair 60 dagen hechtenismet
aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht