ECLI:NL:RBOBR:2025:5744

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
01/196757-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling in Nuenen

Op 12 september 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling van een slachtoffer in Nuenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op of omstreeks 1 december 2022, door geweld en bedreiging, het slachtoffer heeft gedwongen tot seksueel binnendringen. Daarnaast heeft hij het slachtoffer gedurende een periode van twee dagen wederrechtelijk van haar vrijheid beroofd en haar mishandeld. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest. De uitspraak is gedaan na een grondige beoordeling van de bewijsvoering, waarbij de verklaring van het slachtoffer als geloofwaardig werd beschouwd en ondersteund door forensisch bewijs, waaronder DNA-bewijs. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar heeft geconcludeerd dat de ernst van de feiten een zware straf rechtvaardigt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, die de zaak op tegenspraak heeft behandeld, en is gebaseerd op de artikelen 55, 63, 242, 282 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.196757.23
Datum uitspraak: 12 september 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [2001] ,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 augustus 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 25 juli 2025.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 1 december 2022 te Nuenen, in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) onder meer uit
- het die [slachtoffer] in haar woning wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden en/of
- het meermalen, althans eenmaal, mishandelen van die [slachtoffer] en/of
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘die klappen heb je verdiend’ en/of 'heb je al van de klappen geleerd’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- het dwingen van die [slachtoffer] om alcohol te drinken en/of daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “als je seks kan hebben met een andere jongen, dan kun je ook als straf wel gaan drinken”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘we gaan naar boven’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- het uittrekken van zijn, verdachtes, kleding en/of
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘trek je kleding uit’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- het vastpakken en omhoog duwen van het/de be(e)n(en) van die [slachtoffer] en/of
- het vastpakken van de billen van die [slachtoffer] en/of
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘omdat je al met anderen hebt geneukt, zal je ook wel in je kont zijn geneukt’ en/of ‘ik ga je nu in de kont neuken, dan heb ik tenminste iets van je ontmaagd’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- het voorbijgaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet en/of weerstand van die [slachtoffer] inhoudende dat zij geen seksueel contact met hem, verdachte, wilde en/of
- (hierdoor) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] zich niet, althans onvoldoende aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
T.a.v. feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 2 december 2022 te Nuenen, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer]
(telkens) wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden in haar woning (gelegen aan [adres 2] te Nuenen) door
- de voordeur van voornoemde woning af te sluiten en/of afgesloten te houden en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] af te pakken en/of bij zich te houden en/of de toegangscode van de telefoon van die [slachtoffer] te wijzigen en/of
- de sleutel(s) van die [slachtoffer] af te pakken en/of bij zich te houden en/of
- die [slachtoffer] dwingen mee te gaan naar de [supermarkt] om alcohol te kopen en/of
- (dwingend en/of dreigend) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “jouw sleutel is weg van de deur, dus denk maar niet dat je eruit komt”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere keren te mishandelen, te weten door haar in het gezicht te slaan en/of
- (hierdoor) een bedreigende en/of beangstigende situatie voor die [slachtoffer] te creëren, waardoor zij belet/belemmerd werd om voornoemde woning te verlaten, althans waardoor zij die woning niet durfde te verlaten;
T.a.v. feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 2 december 2022 te Nuenen, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, te weten [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] (met kracht) bij de kin vast te pakken en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd te slaan.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd de ten laste gelegde feiten 1 tot met 3 wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit wegens een gebrek aan wettige en overtuigende bewijsmiddelen. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaring van aangeefster niet wordt ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Ook het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) kan niet als steunbewijs worden gebruikt. Weliswaar is er DNA van verdachte aangetroffen, echter zowel aangeefster als verdachte hebben verklaard dat zij de dag voor de ten laste gelegde feiten nog seks hebben gehad. Gelet op het voorgaande dient verdachte voor feit 1 te worden vrijgesproken.
Het voorgaande geldt ook voor feit 2 en feit 3. De verklaring van aangeefster wordt niet ondersteund door enig steunbewijs. Dat er lichte markeringen op het lichaam van aangeefster zijn vastgesteld, duidt nog geenszins op mishandeling maar kan op velerlei manieren zijn opgelopen.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3.
1.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 4 december 2022, dossierpagina’s 53-63, voor zover inhoudende:
Kun je nu vertellen wat er op 1 en 2 december 2022 is gebeurd?
We waren bij mij thuis. We hebben gegeten. Hij vond iets in mijn telefoon van een
andere jongen. Toen heeft hij mij een klap verkocht. Daarna heeft hij mijn sleutels
en mijn telefoon afgepakt en mijn voordeur op slot gedaan. Ik heb geen achterdeur.
Toen heeft hij mij weer een paar klappen verkocht. Hij zei dat hij wilde drinken en
toen heeft hij mij gedwongen om met hem naar de [supermarkt] te gaan om daar een fles Wodka
te halen. Hij had namelijk geen ID. Ik heb dat uit angst toen gedaan. Toen zijn we
terug gelopen naar mijn huis en daar heeft hij twee glazen op tafel gezet met die Wodka.
Toen zei hij tegen mij: “je gaat ook drinken”. Ik wilde dat niet, maar ik moest dat van hem.
Ik heb toen uit angst ook Wodka gedronken. In die tussentijd was hij tegen mij aan het schreeuwen over die jongen en toen heeft hij mee een paar klappen verkocht tegen mij gezicht. In de tussentijd dat we ruzie hadden, heeft hij me ook de kleren van het lijf gescheurd. Hij dreigde hierbij ook om mij naakt buiten te zetten, maar dat heeft hij niet gedaan. Ik was aan het huilen, omdat ik heel erg bang was. Hij heeft toen toegelaten dat ik andere kleren aan mocht gaan doen. Daarna heeft hij mij weer geslagen. En dan was het weer schreeuwen en dan weer slaan. Dit ging eigenlijk de hele tijd door. Ik hoopte dat hij op een gegeven moment van dronkenheid in slaap zou vallen, want ik weet dat als hij veel drinkt hij op enig moment in slaap valt. Toen ben ik met hem naar boven gegaan en daar heeft hij zijn kleren uitgetrokken. Ik moest mijn kleren ook uittrekken. Hij is toen in mijn bed gaan liggen en ik moest daar langs gaan liggen. Hij viel toen in slaap. Toen ben ik via het keukenraam mijn woning uitgegaan en heb vervolgens buiten op het balkon mijn schoenen aangedaan. Ik ben naar mijn zus gegaan.
Eerder zei je dat hij boos werd. Waarom werd hij dan boos?
(...) Toen is hij voor me komen staan en toen pakte hij mij hard vast bij mijn kin. Hij zei toen: “Met wie heb je seks gehad!”. Ik zag toen dat hij ging doordraaien en ik heb toen de naam van die jongen gezegd. Toen gaf hij mij tegen de linkerzijde van mijn gezicht, met platte hand, een klap. Dit was ter hoogte van mijn slaap. Ik denk dat hij met zijn rechterhand sloeg.
(…)
Ik heb 's avonds gezien dat hij foto’s maakte met zijn telefoon van de inhoud op mijn telefoon.
(…)
Toen we thuis waren heeft hij 2 glazen op tafel gezet. Ik zei dat ik niet wilde drinken. Hij zei toen dat als ik seks kon hebben met een andere jongen, dan kon ik als straf ook wel gaan drinken. Ik zat op de bank. Ik heb toen uit angst een slok genomen.
(…)
En toen?
Hij had nog steeds mijn telefoon. Hij heeft ook gezegd: “Jouw sleutel is weg van je
deur. Dus denk maar niet dat je er uit komt”.
(…)
Hoe was jouw deur op dat moment?
Hij zei dat mijn deur op slot was met de sleutel en dat de twee klinken omhoog
waren. Ik heb dat ook gezien en gevoeld.
(…)
Ik zag dat op enig moment een beetje een grijns op zijn gezicht had. Na een tijdje deed hij
de telefoon uit en stopte die in zijn zak. Ik hoorde dat hij toen zei dat hij mijn code veranderd had en dat ik mijn telefoon niet terug zou krijgen.
(…)
Toen scheurde hij de kleren van mijn lijf. Ik stribbelde tegen. Ik riep:
“Nee, nee niet doen”. Toen heeft hij eerst geprobeerd een topje met lange mouwen,
kleur wit, van mijn lijf te scheuren. Dit lukte niet helemaal. Volgens mij is het wel
een beetje gescheurd. Toen heeft hij mijn spijkerbroek open gescheurd met zijn nagels
of met kracht, dat weet ik niet precies. Dit was ter hoogte van mijn rechter bovenbeen. op
dat moment zat ik op de bank. Hij heeft toen mijn topje over mijn hoofd heen
uit getrokken en ergens neergegooid. Daarna deed hij mijn BH uit. Die heeft hij
losgetrokken, maar ik weet niet of hij daarbij kapot is gegaan.
Ik heb geschreeuwd en gehuild en nee gezegd. Naast me op de bank lag een
fleecedeken en die heb ik om me heen gewikkeld, omdat ik naakt was. Hij pakte me van
de bank af en zei tegen mij dat hij me naakt buiten zou gaan zetten. Toen ben ik zo
hard gaan huilen, dat ik bijna schreeuwde van het huilen.
(..)
Hij zei ook dat ik die klappen toch had verdiend. (..) Hij vroeg toen of ik al van deze klappen had geleerd.
Op een gegeven moment zei hij toen dat we naar boven zouden gaan.
(..)
Wij liep toen naar de slaapkamer. Hij heeft zijn kleren toen uitgedaan. Hij hield
zijn onderbroek aan. Ik moest toen ook mijn kleren uitdoen. Hij lag op dat moment al
in bed met zijn rechterarm gespreid. Ik moest toen langs hem gaan liggen, met mijn
hoofd op die arm. Ik lag op mijn rug. Hij pakte toen mijn benen en die duwde hij
omhoog. Ik zei toen dat ik dat niet wilde. Ik zei nee, nee. Maar toen stopte hij zijn
penis toch in mijn vagina. Ik heb toen niet tegengestribbeld, omdat ik niet durfde.
Hij is niet lang met zijn penis in mijn vagina geweest. Hij is niet klaargekomen.
Terwijl hij boven op me zat en mijn benen in de lucht, pakte hij mij bij mijn billen
vast. Hij zei omdat je al met iemand anders hebt geneukt, zal je ook wel in je kont
zijn geneukt. Hij zei: “Ik ga je nu in je kont neuken, want dan heb ik tenminste iets
van je ontmaagd”. Ik was heel bang en ik kon me ook niet echt verweren. Ik heb hem uit angst met mijn benen van me afgetrapt. Hij heeft nog geprobeerd om boven op me te klimmen. Ik was al zwak van angst en zo. Ik was me al aan het voorbereiden dat hij het zou doen. Hij heeft dat ook geprobeerd, ik voelde ook een pijnscheut in mijn anus. Toen is hij mij zuigzoenen in mijn nek en op mijn voorhoofd gaan geven. Hij zei hierbij dat zo iedereen kon zien dat ik iemand had. Daarna is hij gaan liggen.
2.
Een proces-verbaal forensisch onderzoek persoon, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 7 december 2022, dossierpagina’s 30-34, voor zover inhoudende:
Tijdens het onderzoek aan het lichaam van [slachtoffer] zagen wij twee parallel aan elkaar verlopende rode huidverkleuringen op de binnenzijde van de rechterbovenarm. Daarnaast zagen wij een rood/ paarse huidverkleuring aan de rechterzijde in de hals en op de rechterschouder. Nabij de anus zagen wij een rood/ bruine huidverkleuring. Rondom en in anus werden diverse bemonsteringen veiliggesteld met een wattenstaafje. De bemonsteringen werden verzameld in een bemonsterset die werd voorzien van spoor identificatie nummer (SIN) ZAAE0788NL.
3.
Een geschrift betreffende een aanvullend herzien rapport van het NFI d.d. 3 november 2023, voor zover inhoudende:
ZAAE0788NL#01, #02, #03 en #04 (perineum en rondom anus nat en droog).
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonsteringen elk DNA bevatten van twee personen. Tevens is aangenomen dat slachtoffer [slachtoffer] één van de donoren is.
DNA-mengprofielen ZAAE0788NL#01, #02, #03 en #04 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] en [verdachte] , dan wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] en een willekeurige onbekende persoon.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] d.d. 2 december 2022, dossierpagina’s 12-13, voor zover inhoudende:
Op vrijdag 2 december 2022 omstreeks 08.17 uur, kregen wij de melding van het
Operationeel Centrum te gaan naar [adres 2] te Nuenen. Op de eerste verdieping op de grote slaapkamer troffen de collega’s verdachte aan in het bed. Omstreeks 09.10 uur bracht ik verdachte over naar het politiehoofdbureau Eindhoven. Ik rook een alcoholhoudende lucht, komende uit de mond van de verdachte, toen de verdachte tegen mij sprak. Ik deelde de verdachte mede dat ik een onderzoek wilde verrichten naar uitgeademde lucht om vast te stellen of de verdachte onder invloed verkeerde. Ik hoorde dat de verdachte zei dat hij weigerde medewerking te verlenen. [verbalisant 7] zei dat verdachte [verdachte] het bevel tot medewerking aan een bloedproef weigerde.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] d.d. 2 december 2022, dossierpagina’s 14-15 voor zover inhoudende:
Ik zag dat het keukenraam open stond.
6.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 2 december 2022, dossierpagina 16 voor zover inhoudende:
Ik merkte dat de voordeur van binnenuit op slot was gedaan en merkte tevens dat er twee deurgrendels waren gebruikt om de voordeur af te sluiten.
7.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] d.d. 2 december 2022, dossierpagina’s 20-21, voor zover inhoudende:
Op vrijdag 2 december 2022 omstreeks 12.15 uur betraden wij de woning [adres 2] in Nuenen met toestemming van de bewoner, tevens genoemde betrokkene [slachtoffer] . Wij liepen de hal van de woning in en zagen daar de volgende kledingstukken liggen in de hal op de begane grond:
- kapot gescheurde spijkerbroek, blauw van kleur;
- een gebreide trui, roze van kleur (verstrengeld met de spijkerbroek);
- een BH, grijs van kleur met zwarte bandjes.
8.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] d.d. 2 december 2022, dossierpagina’s 78-79, voor zover inhoudende:
Ik zag dat de verdachte in zijn onderbroek op het bed lag. Ik zag dat er naast de verdachte twee mobiele telefoons bevonden. Ik hoorde de verdachte zeggen dat deze mobiele telefoons niet van hem waren.
9.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] d.d. 16 december 2022, dossierpagina’s 66-67, voor zover inhoudende:
Op 2 december 2022 ontving ik van collega [verbalisant 1] de telefoon van aangeefster. Ik zag dat deze telefoon beveiligd was met een zescijferige code. Ik probeerde een toegangscode op basis van de geboortedatum van de verdachte: [toegangscode] . Ik zag dat deze code juist was en dat de telefoon ontgrendelde. Ik zag dat het bestand dat deze versleutelde codes bevatte het laatst was gewijzigd op 2 december 2022 om 04:59:56 UTC, wat overeenkomt met 05:59:56 UTC+1 wintertijd in Nederland.
10.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 2 december 2022, dossierpagina’s 94-116, voor zover inhoudende:
Over genoemde inbeslaggenomen GSM’s verklaart aangeefster [slachtoffer] dat de IPhone 12 pro bij haar, en de IPhone 12 bij verdachte in gebruik was. Door mij werd een onderzoek ingesteld aan de image gemaakt van de IPhone 12. Ik verbalisant zag in de aldus verkregen gegevens dat in de bestandsmap “images” in totaal 21 afbeeldingen aanwezig waren gemaakt op 2 december 2022 tussen 02.02 uur en 02.04 uur.
Ik zag dat op 18 foto's een gedeelte van een hand zichtbaar is die een GSM toestel vasthoudt. Op het beeldscherm van de telefoon zijn per foto verschillende persoonsgegevens zichtbaar. Op de overige 3 foto's is er geen hand zichtbaar, wel persoonsgegevens van verschillende personen. Door mij verbalisant werd vervolgens een onderzoek ingesteld naar de persoonsgegevensgegevens aanwezig op de IPhone 12 pro, het GSM toestel in gebruik bij aangeefster [slachtoffer] . Ik zag hierbij dat de persoonsgegevens zichtbaar op de foto's aanwezig in de IPhone 12 ook aanwezig waren in de contactenlijst van de IPhone pro.
Ik verbalisant zag dat in de image gemaakt van de IPhone 12 in totaal 22 opnames aanwezig waren die gemaakt waren in de periode gelegen tussen 2 december 2022 02.02 uur en 02.04 uur.
11.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 7 december 2022, dossierpagina’s 70-74, voor zover inhoudende:
Na verstrekking van de gevorderde beelden van de [supermarkt] winkel gevestigd te Nuenen zag ik op deze beelden dat aangeefster op 1 december 2022 om 21.31 uur de winkel binnenkomt. Zij wordt hierbij direct gevolgd door verdachte. Verdachte loopt vervolgens rechtdoor de winkel in terwijl aangeefster een andere richting de winkel inloopt. Ik zie dat aangeefster om 21.32 uur met een fles drank richting uitgang loopt. Nabij de uitgang blijft zij treuzelen en veelvuldig de winkel in kijken. Bij een kassa zie ik vervolgens de verdachte in beeld komen. Ik zie dat hij 1 of meerdere artikelen afrekent. Ik zie dat aangeefster vervolgens de winkel uitloopt waarna verdachte korte tijd later ook de winkel verlaat.
12.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 6 december 2022, dossierpagina’s 76-77, voor zover inhoudende:
Afgelopen vrijdagochtend, rond 8.00 uur was ik mijn zoontje klaar aan het maken voor
school. Ik hoorde dat er toen aan de deur gebeld werd. Ik maakte open en zag dat mijn zus [slachtoffer] voor de deur stond. Ik vond dat zij er uitgeput en afgemarteld uit zag. Ze
was buiten adem. [slachtoffer] zei: “help”. Ik heb haar mijn woning binnengelaten. Vervolgens vertelde ze: “die Turk, hij heeft mij geslagen, opgesloten en ik ben door het raam naar buiten kunnen komen. Ik ben meteen naar jou gerend”. Wat heeft je zus nog meer gezegd?
Dat ze de hele nacht door die Turk was opgesloten geweest en door hem was geslagen. Ik zag ook dat ze huilde. Dat hij op donderdagavond haar sleutels had afgepakt, dat ze alcohol, had moeten drinken, en dat hij haar de hele avond had mishandeld. [slachtoffer] vertelde dat ze alleen maar had gedacht: “hoe kom ik hier uit”. Ze wilde naar de deur rennen. Die Turkse jongen zei toen: “probeer je sleutels maar te vinden”. Toen ze haar telefoon pakte zag ze dat haar toegangscodes waren veranderd. Op enig moment was die jongen zo dronken dat hij KO ging. [slachtoffer] moest toen van hem mee naar boven. Toen lag ze langs hem in bed. Ze vertelde dat ze een uur bezig was geweest om ongemerkt uit bed te komen. Daarna was ze stapvoets, op haar tenen van de trap afgegaan en door het raam naar buiten geklommen. Daarna was ze over de spijlen van het balkon geklommen. Op haar balkon zit een deur, maar als je die openmaakt hoor je dat goed. [slachtoffer] zei tegen mij dat ze daarom de poort niet open had gemaakt. Ik weet ook nog dat ze tegen haar wil in seks met die jongen had gehad. Ze vertelde dat ze door die Turkse jongen was verkracht. Dat vertelde ze ook toen ze bij mij in de auto zat.
Bewijsoverwegingen van de rechtbank.
Juridisch kader.
De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij zedenzaken komt het veelal aan op de vraag in hoeverre de door één persoon verklaarde gang van zaken steun vindt in andere bewijsmiddelen. Het steunbewijs hoeft echter geen betrekking te hebben op de tenlastegelegde gedragingen. Niet vereist is dus dat het tenlastegelegde ‘seksueel binnendringen’ steun vindt in andere bewijsmiddelen. Het is voldoende wanneer de verklaring van de aangeefster of getuige op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd.
Betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster en steunbewijs.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft aangeefster voor wat betreft de kern van het verwijt tegen verdachte consistent en uitvoerig verklaard. De rechtbank acht de verklaring van aangeefster authentiek en geloofwaardig en ziet geen reden om hier aan te twijfelen. Bovendien vindt de verklaring van aangeefster steun in andere bewijsmiddelen.
Allereerst ondersteunt het proces-verbaal forensisch onderzoek de aangifte van aangeefster. Zo zijn er diverse huidverkleuringen op haar bovenarm, hals, schouder en nabij haar anus waargenomen. Daarnaast is er DNA van verdachte aangetroffen rondom de anus van aangeefster. Aangeefster heeft verklaard dat zij de woning via het keukenraam heeft moeten verlaten omdat de deur op slot was en dat zij geen sleutel had omdat die was afgepakt door verdachte en dat de twee klinken omhoog waren. Verbalisanten zijn naar de woning van aangeefster gegaan en hebben gezien dat het keukenraam open stond en dat de voordeur van binnenuit op slot was gedaan en dat er twee deurgrendels waren gebruikt om de voordeur af te sluiten. Verder troffen zij in de woning een kapot gescheurde spijkerbroek aan, hetgeen eveneens overeenkomt met de verklaring van aangeefster. Ook heeft aangeefster verklaard dat verdachte de toegangscode van haar telefoon heeft gewijzigd en dat hij foto’s met zijn telefoon had gemaakt van de inhoud van haar telefoon. De telefoon van aangeefster is onderzocht en daaruit is gebleken dat de toegangscode van haar telefoon op 2 december 2022 in de nacht is gewijzigd naar de geboortedatum van verdachte. Gebleken is dat met de telefoon van verdachte op 2 december 2022 opnames zijn gemaakt van persoonsgegevens uit de telefoon van aangeefster. Ook de camerabeelden van de [supermarkt] ondersteunen het verhaal van aangeefster. Zij heeft verklaard dat ze door verdachte werd gedwongen om onder begeleiding van hem een fles Wodka bij de [supermarkt] te gaan kopen. Op de camerabeelden van 1 december 2022 om 21:32 uur is te zien dat aangeefster met een fles drank richting de uitgang loopt, enkele ogenblikken later gevolgd door verdachte. Tot slot heeft de zus van aangeefster verklaard dat aangeefster die ochtend “uitgeput en afgemarteld” aan haar deur stond. Aangeefster was buiten adem, aan het huilen en heeft toen haar verhaal gedaan.
De verklaring van verdachte.
Verdachte heeft zelf niets wezenlijks tegen de beschuldigingen ingebracht en heeft hierover wisselende en aantoonbaar onjuiste verklaringen afgelegd. Zo heeft hij eerst verklaard dat hij die avond alleen naar de winkel is gegaan om popcorn en crackers te gaan halen. Daarna heeft hij verklaard dat aangeefster sigaretten is gaan halen. Volgens verdachte hadden zij die avond geen Wodka gekocht. Na het tonen van de camerabeelden van de [supermarkt] erkent verdachte dat hij toch de persoon op de beelden is die na aangeefster de winkel uit loopt. Verder heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij die avond geen alcohol heeft gedronken maar enkel thee. Verbalisanten hebben tijdens de aanhouding van verdachte geconstateerd dat zijn adem naar alcohol rook. Verdachte heeft geweigerd medewerking te verlenen aan een ademonderzoek en bloedonderzoek. Daarnaast heeft verdachte ontkend de telefoon van aangeefster in zijn bezit te hebben gehad en daarmee foto’s te hebben gemaakt. Zoals reeds eerder is overwogen is uit onderzoek gebleken dat de toegangscode die nacht is veranderd in de geboortedatum van verdachte en dat er opnames zijn gemaakt met de telefoon van verdachte van de persoonsgegevens uit de telefoon van aangeefster. Ook is de telefoon van aangeefster bij verdachte aangetroffen bij zijn aanhouding. Tot slot heeft verdachte verklaard dat hij nooit aan anale seks zou doen, terwijl zijn DNA rondom de anus van aangeefster is aangetroffen.
Gelet op al het voorgaande wordt de verklaring van verdachte dat de verdenkingen niet gebeurd zouden zijn, als ongeloofwaardig ter zijde geschoven.
Conclusie van de rechtbank.
Op basis van de inhoud van de hierboven genoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte – kort gezegd – in de periode van 1 december 2022 tot en met 2 december 2022 aangeefster heeft verkracht (feit 1), haar van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden (feit 2) en haar heeft mishandeld (feit 3).
De feiten 1, 2 en 3 zijn daarom wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1:
op of omstreeks 1 december 2022 te Nuenen, door geweld en door bedreiging met geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
het duwen en brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en de anus van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld en die andere feitenlijkheden onder meer uit
- het die [slachtoffer] in haar woning wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en beroofd te houden en
- het meermalen, mishandelen van die [slachtoffer] en
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘die klappen heb je verdiend’ en 'heb je al van de klappen geleerd’, en
- het dwingen van die [slachtoffer] om alcohol te drinken en daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “als je seks kan hebben met een andere jongen, dan kun je ook als straf wel gaan drinken”, en
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘we gaan naar boven’, en
- het uittrekken van zijn, verdachtes, kleding en
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘trek je kleding uit’, en
- het vastpakken en omhoog duwen van de benen van die [slachtoffer] en
- het vastpakken van de billen van die [slachtoffer] en
- het zeggen tegen die [slachtoffer] : ‘ik ga je nu in de kont neuken, dan heb ik tenminste iets van je ontmaagd’, en
- het voorbijgaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet en weerstand van die [slachtoffer] inhoudende dat zij geen seksueel contact met hem, verdachte, wilde en
- hierdoor een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] zich niet, althans onvoldoende aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken.
Ten aanzien van feit 2:
in de periode van 1 december 2022 tot en met 2 december 2022 te Nuenen opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden in haar woning gelegen aan [adres 2] te Nuenen door
- de voordeur van voornoemde woning af te sluiten en afgesloten te houden en
- de telefoon van die [slachtoffer] af te pakken en bij zich te houden en de toegangscode van de telefoon van die [slachtoffer] te wijzigen en
- de sleutels van die [slachtoffer] af te pakken en bij zich te houden en
- die [slachtoffer] dwingen mee te gaan naar de [supermarkt] om alcohol te kopen en
- dwingend en dreigend tegen die [slachtoffer] te zeggen: “jouw sleutel is weg van de deur, dus denk maar niet dat je eruit komt”, en
- die [slachtoffer] meerdere keren te mishandelen, te weten door haar in het gezicht te slaan en
- hierdoor een bedreigende en beangstigende situatie voor die [slachtoffer] te creëren, waardoor zij belet/belemmerd werd om voornoemde woning te verlaten, althans waardoor zij die woning niet durfde te verlaten.
Ten aanzien van feit 3:
in de periode van 1 december 2022 tot en met 2 december 2022 te Nuenen, [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] met kracht bij de kin vast te pakken en
- die [slachtoffer] meermalen, tegen het gezicht te slaan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van de feiten.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft gevraagd rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft een trauma opgelopen door een politie-inval eerder dit jaar. Verder is er inmiddels een lange periode verstreken sinds de feiten. De raadsman heeft gevraagd aan verdachte op te leggen een straf conform de duur van het voorarrest.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de verkrachting, wederechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling van aangeefster. Hij heeft haar urenlang vastgehouden in haar eigen woning, mishandeld, haar alcohol laten kopen en drinken en haar seksueel misbruikt. Dit alles op een plek waar zij zich veilig en vertrouwd had moeten voelen. Verdachte heeft geen enkel respect gehad voor de persoonlijke en lichamelijke integriteit van aangeefster. Het is algemeen bekend dat zedenfeiten grote impact hebben op het leven van slachtoffers en dat zij de psychische gevolgen nog lang met zich mee kunnen dragen. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte en persoonlijke omstandigheden.
Kijkend naar de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte. Hieruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld. Verder constateert de rechtbank dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Verdachte heeft niet gereageerd op een uitnodiging van de reclassering om op een afspraak te komen en tevens is hij niet verschenen op een geplande afspraak. Ook is hij niet op de terechtzitting verschenen. Uit een eerder reclasseringsrapport van 19 december 2024 blijkt dat verdachte niet heeft meegewerkt met de reclassering, terwijl er op meerdere leefgebieden problemen zijn.
Redelijke termijn.
De rechtbank moet beoordelen of de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is overschreden.
Als uitgangspunt geldt dat een strafzaak bij de rechtbank dient te zijn afgerond met een vonnis binnen twee jaar nadat die redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdediging op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
In deze zaak is de termijn aangevangen op 2 december 2022. Op deze datum is verdachte in verzekering gesteld. De rechtbank constateert dan ook dat in de zaak tegen verdachte de redelijke termijn is overschreden, nu de zaak in beginsel op 2 december 2024 afgedaan had moeten zijn. Van bijzondere omstandigheden is niet gebleken. De rechtbank is van oordeel dat met deze overschrijding ten gunste van verdachte rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de strafmaat.
De op te leggen straf.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van eendaadse samenloop. Het gaat steeds om hetzelfde feitencomplex. Voor de bestraffing past de rechtbank daarom enkel de bepaling toe waarop de zwaarste straf is gesteld, in dit geval artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Op een verkrachting met geweld met vergelijkbare mate van dwang staat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf van na te noemen duur. Alles afwegend en rekening houdend met de schending van de redelijke termijn acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 55, 63, 242, 282, 300 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1:
verkrachting

in eendaadse samenloop begaan met:

Ten aanzien van feit 2:
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden
en
Ten aanzien van feit 3:
mishandeling
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straf
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3:
Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.L.M. Snijders, voorzitter,
mr. M.M.L.A.T. Doll en mr. E.C.L. Pechaczek, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.M.A. Akkers, griffier,
en is uitgesproken op 12 september 2025.
mr. M.M.L.A.T. Doll is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Oost-Brabant, team zeden, onderzoek Carter, genummerd PL2100-2022264171, sluitingsdatum 21 juli 2023, aantal doorgenummerde pagina’s 1-150.